ECLI:NL:TNOKMAA:2010:YC0798 Kamer van toezicht Maastricht N010/073

ECLI: ECLI:NL:TNOKMAA:2010:YC0798
Datum uitspraak: 03-08-2010
Datum publicatie: 04-06-2012
Zaaknummer(s): N010/073
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Belanghebbende in het kader van het klachtrecht

  DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET

ARRONDISSEMENT MAASTRICHT

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen voormeld heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

wonende te Maasbracht,

hierna te noemen: klager,

tegen:

mr B ,

notaris te C,

hierna te noemen: de notaris

1. Het verloop van de procedure

Bij brief van 19 april 2010, met bijlagen, heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris. 

Bij brief van 18 mei 2010 heeft de notaris gereageerd op de klacht.

Op 22 juli 2010 heeft de kamer de klacht behandeld in aanwezigheid van klager en de notaris.

Na afloop van de behandeling heeft de voorzitter partijen medegedeeld dat zij zo spoedig mogelijk, daarbij rekening houdend met de vakantieperiode, de beslissing van de kamer tegemoet kunnen zien.

2. De vaststaande feiten

Op 24 februari 2004 heeft de notaris de koopovereenkomst ontvangen betreffende de verkoop van het pand gelegen aan de D, waarbij klager alsmede mevrouw E, niet hertrouwde weduwe van F, en moeder van K en L, als verkoper waren opgevoerd.

In verband met de verdere afwikkeling van de levering en het vruchtgebruik van genoemd pand heeft op 17 maart 2004 bij de notaris een bespreking met klager en mevrouw E plaatsgevonden.

Op 25 maart 2004 heeft mevrouw K de volmacht tot verkoop getekend ten aanzien van voormeld pand.

Op 3 april 2004 heeft de heer L de volmacht tot verkoop getekend ten aanzien van voormeld pand.

Op 14 mei 2004 heeft een tweede bespreking tussen de notaris, klager en mevrouw E plaatsgevonden.

Op 17 mei 2004 heeft de levering van gemeld pand plaatsgevonden. Vervolgens heeft de notaris een bedrag van € 184.137,74 overgemaakt op de rekening van mevrouw E en een bedrag van € 46.034,43 op de rekening van respectievelijk mevrouw K en van de heer L onder aantekening van het vruchtgebruik ten behoeve van mevrouw E.

Bij schrijven van 28 november 2009 heeft klager de notaris bericht dat een bedrag ad € 46.484,85 een schenking zijnerzijds aan de kinderen K en L is.

Bij schrijven van 1 maart 2010 heeft klager de notaris laten weten dat hij schadevergoeding claimt voor misgelopen rente.

3. De inhoud van de klacht en de reactie van de notaris daarop

3.1 Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitbetaling van de gelden die beschikbaar waren gekomen na verkoop en levering van het pand, gelegen aan D: "Notaris C heeft de rente van de kinderen (lees: K en L) geplaatst als zijnde een erfenis, terwijl het een schenking was van mij (lees:klager). Als gevolg hiervan hebben we een groot renteverlies geleden! Daarnaast is het ook tegen de wet!"

3.2 De notaris heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd.

4. De beoordeling van de klacht

Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitbetaling van de gelden die beschikbaar waren gekomen na verkoop en levering van het pand, gelegen aan de D.

Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of klager in zijn klacht kan worden ontvangen. Desgevraagd heeft klager medegedeeld dat hij geen schriftelijke machtiging had terzake de voorliggende klacht om mevrouw E, K of L te vertegenwoordigen.

Voorts dient beoordeeld te worden of klager als belanghebbende kan worden aangemerkt.       

Ingevolge vaste jurisprudentie kan een klager in een aangelegenheid als de onderhavige als belanghebbende worden aangemerkt als hij een recht ontleent aan de genoemde akten in de zin van artikel 49 van de Wet op het notarisambt (Wna). Klager was geen partij bij de akte van levering van het pand, gelegen aan D. De eigendomssituatie ten aanzien van het pand was immers als volgt: 2/3 deel in volle eigendom en 1/3 deel vruchtgebruik van mevrouw E, 1/6 deel in eigendom van mevrouw K, belast met vruchtgebruik, en 1/6 deel in eigendom van de heer L, belast met vruchtgebruik. Naar het oordeel van de kamer was klager ook geen partij bij de rechtshandeling die heeft geleid tot overboeking van de vrijgekomen gelden naar de bankrekeningen van mevrouw E en haar beide kinderen. Klager kan derhalve niet ontvangen worden in zijn klacht.

5. De beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Maastricht:

-      verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gegeven te Maastricht op 3 augustus 2010 door mr. R.C.A.M. Philippart, voorzitter,

mr. R.H.J. Otto en mr. C.L.J.R. Douven, kroonleden,

mr. R.L.G.M. Steegmans, notarislid en mr. A.C.J. Huenges Wajer, plv. notarislid,

en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.Chr.H.M. Geurts, secretaris.