ECLI:NL:TNOKMAA:2010:YC0797 Kamer van toezicht Maastricht N010-068

ECLI: ECLI:NL:TNOKMAA:2010:YC0797
Datum uitspraak: 03-08-2010
Datum publicatie: 06-03-2012
Zaaknummer(s): N010-068
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Wils(on)bekwaamheid erflater

DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET

ARRONDISSEMENT MAASTRICHT

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen voormeld heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

wonende te B,

hierna te noemen: klager,

tegen:

mr. C ,

notaris te D,

hierna te noemen; de notaris

1. Het verloop van de procedure

Bij brief van 14 april 2010, met bijlagen, heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris. 

Bij brief van 12 mei 2010, met bijlagen, heeft de notaris gereageerd op de klacht.

Op 22 juli 2010 heeft de kamer de klacht behandeld in aanwezigheid van klager en de notaris, bijgestaan door E. Ter zitting hebben zowel klager als de heer E een pleitnota overgelegd die als hier ingelast worden beschouwd. Ter zitting is tevens aanwezig de heer F, vader van G, enige en algehele erfgename in het testament van 11 februari 1999.

Na afloop van de behandeling heeft de voorzitter partijen medegedeeld dat ze zo spoedig mogelijk, daarbij rekening houdend met de vakantieperiode, de beslissing van de kamer tegemoet kunnen zien.

2. De vaststaande feiten

Op 11 februari 1999 heeft mevrouw E, niet hertrouwde weduwe van K, bij de notaris een testament laten opmaken, G als enige en algehele erfgename.

Sinds het overlijden van haar man op 25 november 1998 werd mevrouw E verzorgd door de M.

In juli 2009 is door de stichting P een rapportage opgemaakt betreffende mevrouw E.

Op 29 december 2009 is geprobeerd mevrouw E te laten opnemen in een gesloten afdeling.

Op 4 januari 2010 heeft mr R, werkzaam bij notaris C, een gesprek gehad met mevrouw E.

Op 19 januari 2010 heeft de notaris een half uur met mevrouw E gesproken waarna een nieuw testament is gepasseerd.

Op 20 februari 2010 is mevrouw E overleden, zonder achterlating van kinderen.

Op 24 februari 2010 heeft de heer M een kopie van een later testament aan de heer F gestuurd.

Op 24 februari 2010 heeft klager per fax het schrijven van 28 juli 2009 van de stichting P aan huisarts Q aan de notaris toegezonden.

3. De inhoud van de klacht en de reactie van de notaris daarop

3.1 Klager verwijt de notaris - zakelijk weergegeven - dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het op 19 januari 2010 opmaken en passeren van het testament ten behoeve van mevrouw E.       

Volgens klager is mevrouw E vanaf medio 2009 geestelijk erg achteruit gegaan en vertoonde zij verschijnselen van dementie waarvoor klager verwijst naar het schrijven van 28 juli 2009 van de stichting P aan huisarts Q. Ten onrechte heeft de notaris geen behoorlijk onderzoek gedaan naar de wilsbekwaamheid van mevrouw E, een vrouw van 90 jaar. Ook heeft de notaris geen contact opgenomen met de huisarts van mevrouw E. Volgens een getuige heeft mevrouw E onder druk van de heer M een nieuw testament laten maken.

Met het door klager op 24 februari 2010 per fax aan de notaris gezonden schrijven van 28 juli 2009 van de stichting P aan huisarts Q heeft de notaris niets gedaan, terwijl gevraagd was om het testament te herroepen vanwege de wilsonbekwaamheid van mevrouw E en het onder druk zetten van mevrouw E door de heer M op het moment van tekenen van het nieuwe testament.

3.2 De notaris heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd, welk verweer hierna bij de beoordeling van de klacht aan de orde komt.

4. De beoordeling van de klacht

Klager verwijt de notaris - zakelijk weergegeven - dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het op 19 januari 2010 opmaken en passeren van het testament ten behoeve van mevrouw E en met name had de wilsbekwaamheid en de vrije wil van mevrouw E (beter) moeten worden onderzocht.

De notaris heeft daartegen aangevoerd dat eerst, op 4 januari 2010, de kandidaat-notaris een gesprek met mevrouw E heeft gehad over het nieuwe testament en vervolgens hijzelf op 19 januari 2010. Ondanks de hoge leeftijd van mevrouw E ontstond er op geen enkel moment bij de notaris twijfel aan de wilsbekwaamheid en de vrije wil van mevrouw E. De notaris heeft door middel van het stellen van gerichte vragen nog onderzocht of mevrouw E de reikwijdte en de gevolgen van haar keuzes in het nieuw op te stellen testament bevatte. Daarbij overtuigde mevrouw E de notaris.

De notaris was niet bekend met de hiervoor aangehaalde brief van de stichting P van 28 juli 2009. Indien dat anders was geweest, was deze brief voor hem zeker aanleiding geweest een ander onderzoek te doen.

Gelet op bovengenoemde recherches van de notaris naar de wilsbekwaamheid en vrije wil van mevrouw E alvorens haar het nieuwe testament te laten ondertekenen acht de kamer de handelwijze van de notaris in dezen correct en is de klacht daartegen ongegrond.  

5. De beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Maastricht:

-      verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven te Maastricht op 3 augustus 2010 door mr. R.C.A.M. Philippart, voorzitter,

mr. R.H.J. Otto en mr. C.L.J.R. Douven, kroonleden,

mr. R.L.G.M. Steegmans, notarislid en mr. A.C.J. Huenges Wajer, plv. notarislid,

en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.Chr.H.M. Geurts, secretaris.