ECLI:NL:TNOKLEE:2010:YC0456 Kamer van toezicht Leeuwarden 24-2009 25-2009 26-2009

ECLI: ECLI:NL:TNOKLEE:2010:YC0456
Datum uitspraak: 01-03-2010
Datum publicatie: 08-06-2010
Zaaknummer(s):
  • 24-2009
  • 25-2009
  • 26-2009
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Notarissen hebben zich door te adverteren in een magazine van een makelaar schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 17 Wna en artikel 26 Vbg. Waarschuwing.

KAMER VAN TOEZICHT OVER NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE LEEUWARDEN

Reg.nr.:

Datum uitspraak:

24-2009, 25-2009 en 26-2009

1 maart 2010

UITSPRAAK

van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden, hierna te noemen de Kamer, in de zaak van:

het bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB),

gevestigd te Den Haag,

hierna te noemen: de KNB,

gemachtigde: mr. W.J. Geselschap, werkzaam bij de KNB,

tegen

mr. A, mr. B en mr. C,

notarissen te D,

hierna tezamen te noemen: de notarissen,

procederende in persoon.

PROCESVERLOOP

1.1       Bij brief van 21 oktober 2009 heeft de KNB bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Assen een klacht ingediend tegen de notarissen.

1.2       De notarissen hebben schriftelijk verweer gevoerd bij brief van 3 november 2009.

1.3       Bij brief van 23 november 2009 heeft de KNB aangegeven haar klacht te willen handhaven en heeft zij haar klacht aangevuld.

1.4       Op 11 december 2009 heeft het Gerechtshof te Amsterdam het verzoek van de voorzitter van de Kamer van Toezicht te Assen ontvangen betreffende verwijzing van de klacht naar een andere Kamer van Toezicht.

1.5       Bij beslissing van 17 december 2009 heeft het Gerechtshof te Amsterdam de Kamer van Toezicht te Leeuwarden belast met de behandeling van de zaak.

1.3       De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 15 februari 2010 ter vergadering van de voltallige Kamer. De KNB heeft zich doen vertegenwoordigen door bovengenoemde gemachtigde . De notarissen zijn eveneens verschenen. Van het verhandelde ter zitting zijn door de secretaris aantekeningen gemaakt.

MOTIVERING

Vaststaande feiten

2.1.      Als gesteld en erkend dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de overgelegde producties staat het volgende vast.

2.2.      In oktober 2005 heeft het bestuur van de KNB een beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven (hierna te noemen: de beleidsregel) in verband met strijdigheid met artikel 17 van de Wet op het notarisambt (hierna te noemen: Wna) en artikel 26 van de Verordening beroeps- en gedragsregels (hierna te noemen: Vbg). 

2.3.      Het toezicht op de naleving van de beleidsregel heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld. Tot april 2006 heeft de KNB notarissen aangeschreven met het verzoek het adverteren via een verwijzer te staken. Vanaf oktober 2006 heeft de KNB het beleid verscherpt door een mogelijke overtreding ter kennis van de Kamer waaronder de notaris ressorteert te brengen. Sinds 1 september 2007 wordt naar aanleiding van een geconstateerde overtreding direct een formele klacht ingediend bij de Kamer waaronder de notaris ressorteert.

2.4       De notarissen hebben in de E- en F-editie van 2009 van het woon- en lifestylemagazine G een advertentie laten plaatsen van hun kantoor. Het magazine G is een uitgave van H te J.

Het standpunt van de KNB

3.            De KNB stelt dat de notarissen in strijd met artikel 17 van de Wna, artikel 26 van de Vbg en de beleidsregel hebben gehandeld door het laten plaatsen van een advertentie van het notariskantoor, waaraan de notarissen zijn verbonden, in het woon- en lifstylemagazine G van H te J. De KNB acht dit handelen tuchtrechtelijk laakbaar en heeft verzocht om gegrond verklaring van de klacht. 

Het standpunt van de notarissen

4.         De notarissen hebben verweer gevoerd. De notarissen stellen dat voor hun kantoor kennelijk andere regels gelden dan voor de andere kantoren in K. Voorts stellen de notarissen, onder overlegging van een bevestiging van H, dat plaatsing van de advertentie per direct is gestaakt. De notarissen betwisten niet dat zij in strijd met artikel 17 van de Wna, artikel 26 van de Vbg en de beleidsregel hebben gehandeld, maar achten een maatregel in deze niet op zijn plaats. Tot slot stellen de notarissen dat de KNB hen ten onrechte niet heeft gewaarschuwd alvorens zij de klacht indiende. 

De beoordeling

5.1       De Kamer dient in onderhavige zaak de vraag te beantwoorden of de notarissen tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld. De Kamer overweegt ten aanzien van die vraag als volgt.

5.2       Ingevolge artikel 98, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn 

(kandidaat-)notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als (kandidaat-)notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)notaris niet betaamt. De Kamer dient te onderzoeken of de handelwijze van de notarissen zoals door de KNB beschreven een verwijtbare handeling in de zin van dit artikel oplevert.

5.3       Artikel 17 van de Wna verplicht de notaris zijn ambt in onafhankelijkheid uit te oefenen, waarbij hij de belangen van de bij een rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigt. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris dienen zowel in wezen als in schijn te zijn gewaarborgd.

Ingevolge artikel 26 van de Vbg dient de notaris er op toe te zien dat publiciteit die door of ten behoeve van hem wordt bedreven, in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.

Ter verduidelijking van de grenzen waarbinnen marktwerking is toegestaan en dus van de vraag in hoeverre deelname aan bepaalde marktinitiatieven is geoorloofd, is door de KNB de beleidsregel vastgesteld, welke met ingang van 20 oktober 2005 in werking is getreden. In de beleidsregel is bepaald dat het in strijd is met de hiervoor genoemde bepalingen om via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. Onder wervende publiciteit worden alle vormen van publiciteit verstaan, met uitzondering van beroepsinhoudelijke bijdragen die (een deel van) het werkterrein van de notaris betreffen, maar waarvoor hij niet betaalt. Daarbij is het toegestaan onder een bijdrage de naam van de schrijver en zijn kantoor, eventueel met logo, te vermelden. Adverteren via een makelaar is niet toegestaan om elke schijn van afhankelijkheid te vermijden.

5.4       Vaststaat dat het notariskantoor, waaraan de notarissen zijn verbonden, in twee edities van het door H uitgegeven magazine G- en dus op een gegevensdrager van een verwijzer - een advertentie hebben geplaatst. Duidelijk is dat de inhoud van de advertenties moet worden aangemerkt als wervende publiciteit, omdat de inhoud niet betreft het leveren van een beroepsinhoudelijke bijdrage die (een deel van) het werkterrein van de notaris aangaat. Naar het oordeel van de Kamer dienen de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris zowel in wezen als in schijn te zijn gewaarborgd. Die onafhankelijkheid en onpartijdigheid komen, op zijn minst in schijn, in het geding wanneer een notaris zich via een verwijzende makelaar, zoals in het onderhavige geval is gebeurd, afficheert en cliënten werft door in woonbladen van een makelaar te adverteren. De Kamer is dan ook van oordeel dat de notarissen door het plaatsen van de betreffende advertentie in het magazine G van H in strijd hebben gehandeld met artikel 17 van de Wna, artikel 26 van de Vbg en de beleidsregel.

De stelling van de notarissen dat de KNB hen ten onrechte niet heeft gewaarschuwd, treft naar het oordeel van de Kamer geen doel. Met de KNB is de Kamer van oordeel dat de beleidsregel en de wijze waarop de KNB op de naleving ervan toeziet inmiddels genoegzaam bekend mogen worden verondersteld bij notarissen. Naar het oordeel van de Kamer zijn er dan ook geen feiten of omstandigheden komen vast te staan die de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat de KNB de notarissen eerst had moeten waarschuwen.

De stelling van de notarissen dat de KNB ten onrechte geen klacht heeft ingediend tegen andere notarissen in K die adverteren in door makelaars uitgegeven tijdschriften treft evenmin doel, nu de notarissen hun stelling niet nader hebben onderbouwd. Voorts is niet gebleken dat de KNB geen klacht heeft ingediend naar aanleiding van bij haar bekende overtredingen van de bedoelde regel.

5.5       Concluderend is de Kamer van oordeel dat de klacht van de KNB gegrond moet worden verklaard. De geschonden norm is sedert enkele jaren breed bekend, evenals de klachtwaardigheid daarvan. Nu de notarissen desondanks die norm overschrijden, acht de Kamer de maatregel van waarschuwing op zijn plaats. 

DE BESLISSING

De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt aan de notarissen de maatregel van waarschuwing op.

Deze beslissing is genomen te Leeuwarden door mr. J.C.G. Leijten, plaatsvervangend voorzitter, mrs. R. Giltay, H.Ph. Breuker, H.J. Hettema en N.T. Vink, (plaatsvervangend) leden,bijgestaan door mr. S. Ambachtsheer, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op

1 maart 2010.

S. Ambachtsheer                                                                    J.C.G. Leijten

De beslissing is verzonden op

Binnen dertig dagen na de dag van verzending van de aangetekende brief waarin van bovenstaande beslissing wordt kennisgegeven, kan hoger beroep tegen deze beslissing worden ingesteld. Dit dient te geschieden door middel van een verzoekschrift bij de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam, Prinsengracht 436, correspondentieadres: Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.