ECLI:NL:TNOKDOR:2010:YC0600 Kamer van toezicht Dordrecht 04/10

ECLI: ECLI:NL:TNOKDOR:2010:YC0600
Datum uitspraak: 23-04-2010
Datum publicatie: 30-07-2010
Zaaknummer(s): 04/10
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Afwikkeling nalatenschap. Erfgenamen maken bezwaar tegen kosten die door klager in rekening zijn gebracht aan erflaatster. Klager stelt dat de notaris zijn factuur hoe dan ook had moeten betalen, aangezien erflaatster zelf opdracht had gegeven voor de werkzaamheden. Tevens stelt klager dat de notaris zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Geoordeeld wordt dat de kritische houding van de notaris ten aanzien van onder meer de factuur van klager, gelet op zijn bevindingen, passend was en dat het hem niet zonder meer vrij stond de factuur te betalen. Ook de klacht ten aanzien van schending van de geheimhouding faalt. De notaris heeft slechts een lijst ter inzage gelegd van de erfgenamen, de legatarissen en allen die zich als schuldeiser hebben gemeld, conform artikel 4:214 BW.

Kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Dordrecht

KvT Klachtnummer: 04/10

Datum: 23 april 2010

Beslissing op de klacht van:

[klager] h.o.d.n. DRÉSIGN,

wonende en gevestigd te [plaats],

klager,

gemachtigde: M. Schillemans-Langendam,

tegen :

MR. [de notaris],

notaris te Dordrecht,

verweerder.

1.1.          Verloop van de procedure

1.1.1.1.       De Kamer beslist op de volgende processtukken en/of proceshandelingen:

-          het klaagschrift dat op 23 maart 2010 is ontvangen;

-          het verweerschrift van de notaris dat op 2 april 2010 is ontvangen;

-          de schriftelijke volmacht van klager die op 13 april 2010 is ontvangen;

-          de mondelinge behandeling van 14 april 2010.

2.2.          Feiten

2.1.2.1.       Op 8 augustus 2008 is mevrouw [erflaatster] (hierna: [erflaatster]) overleden.

[erflaatster] heeft tot erfgenaam benoemd 5 verenigingen/stichtingen. De erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard op grond waarvan de nalatenschap door de erfgenamen in overeenstemming met de in afdeling 3 van boek 4 BW gegeven voorschriften wordt vereffend.

De erfgenamen hebben een volmacht gegeven aan (de medewerkers van) de notaris om de nalatenschap voor hen te vereffenen.

2.2.            Klager heeft op 22 augustus 2008 een factuur verzonden aan [erflaatster]ter zake

'verhuizing van Leger des Heils naar de Linde. Afvoeren kast naar gemeentewerf. Ontruimen laatste inboedel kamer en afvoeren gemeentewerf '.

2.3.      Op 8 oktober 2009 heeft de notaris klager een brief gestuurd met de volgende inhoud:

'Inmiddels kan tot het afwikkelen van de nalatenschap worden overgegaan.

De erfgenamen betwisten echter de vorderingen van:

- MePa-Support                                  € 306,43

- Drésign                                €    99,65

Zij zijn van mening dat de door MePa-Support en Drésign in rekening gebrachte kosten werkzaamheden (het ontruimen van de kamer en afvoeren van de inboedel) betreffen die ook door Inmato in rekening zijn gebracht.

Wat de nota’s van Inmato betreft hebben de erfgenamen moeite met de kosten die in rekening zijn gebracht voor de gedane boodschappen.

De erfgenamen stellen dat op geen enkele wijze is vast te stellen dat mevrouw [erflaatster] opdracht voor de boodschappen heeft gegeven en/of de boodschappen aan mevrouw [erflaatster] ten goede zijn gekomen.

Het gaat hier om een totaal bedrag van € 1.473,22.

De erfgenamen wensen meer duidelijkheid alvorens tot betaling van dit bedrag over te gaan.

Op dit moment komt alleen voor betaling in aanmerking € 2.962,80 en € 600,00.

Aan deze rekeningen lijkt een overeenkomst ten grondslag te liggen.

Graag ontvang ik meer duidelijkheid over gemeld bedrag van € 1.473,22'.

2.4.      In voornoemde brief staat bij de vordering van klager abusievelijk een verkeerd bedrag vermeld.

3.3.          Klacht

3.1.3.1.       De klacht strekt ertoe dat de Kamer een passende maatregel treft tegen de notaris om de volgende redenen.

3.2.            De factuur betreft werkzaamheden waarvoor [erflaatster] klager zelf opdracht heeft gegeven. De notaris had de factuur van klager dan ook, desnoods tegen de wil van de erfgenamen in, moeten betalen.

3.3.      Met de brief van 8 oktober 2009 heeft de notaris zijn geheimhoudingsplicht geschonden, aangezien in deze brief gegevens staan van andere schuldeisers van de nalatenschap met wie klager niets van doen heeft.

4.4.          Verweer

4.1.4.1.       De notaris voert verweer, dat hierna voorzover nodig aan de orde komt.

5.5.          Beoordeling van het geschil

5.1.5.1.       De klacht dat de notaris de factuur van klager had moeten betalen, treft geen doel.

Dat de notaris in het kader van de vereffening van de nalatenschap de erfgenamen heeft gewezen op de factuur van klager, alvorens tot betaling daarvan over te gaan, was in de gegeven omstandigheden passend. De door de notaris geschetste bevindingen, die door klager niet gemotiveerd zijn betwist, rechtvaardigen zijn kritische houding ten aanzien van onder meer de factuur van klager, temeer nu de erfgenamen verenigingen en stichtingen zijn die doorgaans geen zicht hebben op de tijdens het leven van [erflaatster] al dan niet verrichte diensten. Toen de erfgenamen de notaris vervolgens verzochten om nadere informatie over onder meer de factuur van klager en deze informatie na de brief van 8 oktober 2009 uitbleef, stond het de notaris dan ook niet vrij om de factuur van klager te betalen.

5.2.            Ook de klacht dat de notaris met de brief van 8 oktober 2009 zijn geheimhoudings-plicht heeft geschonden, faalt. Ingevolge artikel 4:214 BW dient de vereffenaar van een nalatenschap een lijst van door hem erkende en betwiste vorderingen en aanspraken op voorrang ten kantore van de boedelnotaris of, indien deze ontbreekt, ter griffie van het kantongerecht ter inzage te leggen van de erfgenamen, de legatarissen en allen die zich als schuldeiser hebben gemeld. De notaris heeft onweersproken aangevoerd dat hij een dergelijke lijst heeft opgesteld, dat de gegevens uit de brief van 8 oktober 2009 ook uit deze lijst blijken en dat de lijst op zijn kantoor voor onder meer klager ter inzage ligt. Daarmee staat vast dat de brief van 8 oktober 2009 geen informatie bevat die de notaris klager niet had mogen meedelen.

5.3.            Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zullen de klachten ongegrond worden verklaard.

6.6.          Beslissing

De Kamer van toezicht:

verklaart de klachten ongegrond.

Deze beslissing is bij vervroeging genomen door mr. R.J. Verschoof, voorzitter, en

mr. B.C. Vink, mr. G.F.E. van Ree, mr. D.M. Oudhof en mr. F. Hoppel, (plaatsvervangend) leden, in tegenwoordigheid van de (plaatsvervangend)secretaris en uitgesproken in het openbaar op 23 april 2010.