ECLI:NL:TNOKASS:2010:YC0497 Kamer van toezicht Assen 03/2010

ECLI: ECLI:NL:TNOKASS:2010:YC0497
Datum uitspraak: 13-07-2010
Datum publicatie: 03-08-2010
Zaaknummer(s): 03/2010
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: De notaris is executeur van de nalatenschap van klagers moeder. De notaris heeft niet gereageerd op verzoeken om informatie van klager. Klacht gegrond: waarschuwing.

 

                                                        Kamer van Toezicht

                               over de notarissen en kandidaat-notarissen te Assen


K.v.T.-klachtnr. 03/2010

Beslissing van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Assen, gegeven op de klacht van:

                        [klager]

                        tegen

                        [de notaris]

OVERWEGINGEN

1.         De procedure

1.1.      Bij brief van 22 februari 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen de

notaris. Bij schrijven van 11 maart 2010 heeft klager aanvullende stukken overgelegd.

1.2       De behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van de Kamer van

Toezicht van 9 juni 2010. Klager en zijn echtgenote alsmede de notaris waren daarbij aanwezig.

2.         De feiten

            De moeder van klager is in december 2008 overleden. Haar testament alsmede een akte van schenking ten behoeve van klager zijn gepasseerd ten overstaan van de notaris. De notaris is op grond van het testament executeur van de nalatenschap.

3.         De klacht

            Klager heeft de notaris sinds 16 juli 2009 verschillende keren schriftelijk en per mail om informatie over de omvang van de nalatenschap gevraagd. Klagers vragen betreffen met name de schuldig erkenningen van zijn moeder ten behoeve van klager die bij de notaris in bewaring zijn gegeven en overige vorderingen van klager op zijn moeder. Klager stelt dat hij tot het moment van behandeling van de klacht ter zitting van de Kamer van Toezicht nimmer een antwoord van de notaris heeft gekregen op zijn vragen.

4.         Het verweer

            De notaris heeft verklaard dat klager alle stukken die relevant zijn voor de nalatenschap in zijn bezit heeft. De notaris stelt de stukken inzake de schuldig erkenningen en vorderingen juist van klager te hebben gekregen.

5.         De beoordeling

5.1       De Kamer ziet zich gesteld voor de vraag of de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld en overweegt hieromtrent als volgt.

5.2              Ingevolge artikel 98 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen en

kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

5.3              Blijkens de stukken in het dossier heeft klager de notaris bij mailbericht van 16 juli 2009

om informatie over de omvang van de nalatenschap gevraagd. Klager schrijft dat hij deze informatie nodig heeft om een bod te kunnen bepalen voor het huis van zijn moeder dat zijn dochter wil kopen. Bij mailbericht van 3 september 2009 heeft klager de notaris om een afschrift van het testament van zijn moeder gevraagd, alsmede de notaris herinnerd aan zijn onbeantwoorde mailbericht van 16 juli 2009. Op 8 september 2009 heeft klager telefonisch contact gehad met de secretaresse van de notaris. Naar aanleiding van dit telefoongesprek heeft de notaris klager diezelfde dag een afschrift van het testament van zijn moeder doen toekomen. Klager heeft bij faxbericht van 23 september 2009 de notaris gewezen op vorderingen op de nalatenschap, die bij de notaris in bewaring zijn gegeven, en waarover hij informatie wenst. Vervolgens schrijft de notaris klager op 22 januari 2010 over de mogelijkheid tot verkoop van de woning van klagers moeder via een makelaar met het verzoek daarop te reageren. Klager beantwoordt deze brief met een mailbericht van 24 januari 2010, waarin hij aangeeft eerst antwoord te willen op zijn vragen in zijn mailberichten van 16 juli en 3 september 2009 alvorens op het bod op de woning te kunnen ingaan. De notaris geeft in een mailbericht van 25 januari 2010 de saldi van twee bankrekeningen van de moeder van klager weer en geeft aan dat hij een overzicht met de ontvangsten en uitgaven die week aan klager zal zenden. Klager heeft op 26 januari en op 1 februari 2010 telefonisch contact gezocht met de notaris om de gevraagde informatie te verkrijgen.

5.4              De Kamer overweegt dat niet gesteld of gebleken is dat de notaris inhoudelijk heeft

gereageerd op de vragen van klager, zoals gesteld in het mailbericht van 16 juli 2009 en herhaald in latere informatieverzoeken. Naar het oordeel van de Kamer volstaat het verweer van de notaris in dit kader, dat klager alle relevante stukken omtrent de nalatenschap zelf in bezit heeft, niet. De Kamer is van oordeel dat de notaris had behoren te reageren op het informatieverzoek van klager in de zin dat hij klager naar aanleiding van zijn mailbericht van 16 juli 2009 in ieder geval had moeten mededelen dat klager in zijn visie alle benodigde informatie reeds had. Voor zover de notaris zich bij zijn optreden richting klager heeft laten leiden door ergernis over de opstelling van klager kan dat het niet reageren op klagers verzoeken niet rechtvaardigen. De Kamer zal de klacht dan ook gegrond verklaren.

5.5              Gelet op het feit dat reeds geruime tijd is verstreken sinds het informatieverzoek van

klager van 16 juli 2009 en nadien herhaalde verzoeken zijn gedaan zonder dat de notaris richting klager heeft gereageerd, acht de Kamer een maatregel passend. Bij de zwaarte van de op te leggen maatregel neemt de Kamer in aanmerking dat de notaris niet eerder een maatregel is opgelegd wegens gebrekkige communicatie dan wel informatievoorziening. De Kamer volstaat derhalve met het opleggen van de maatregel van waarschuwing.  

BESLISSING

De Kamer van Toezicht

-          verklaart de klacht gegrond;

-          legt aan de notaris de maatregel van waarschuwing op;

-          bepaalt dag en uur waarop de waarschuwing zal worden uitgesproken nadat de vaststelling heeft plaatsgevonden dat tegen de onderhavige beslissing geen rechtsmiddel meer openstaat.

Aldus gegeven te Assen op 13 juli 2010 door mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, mr. J.F.H. de Jong Posthumus, lid, mrs. A.M.A.M. Kager, N.Th. Vink en J. Tillema, plaatsvervangend leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen, secretaris, en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

mr. M.J.C. ten Hoopen,                                                                     mr. P.J. Duinkerken,  

secretaris.                                                                              voorzitter.

Binnen dertig dagen na de dag van verzending van de aangetekende brief waarin van bovenstaande beslissing wordt kennisgegeven, kan hoger beroep tegen deze beslissing worden ingesteld. Dit dient te geschieden door middel van een verzoekschrift bij de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam, Prinsengracht 436, correspondentieadres: Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.