ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0412 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/913

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0412
Datum uitspraak: 02-02-2010
Datum publicatie: 16-03-2010
Zaaknummer(s): 07.831/2009/913
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap van haar moeder onbehoorlijk, onzorgvuldig en partijdig te hebben gehandeld. De Kamer acht de klachten ongegrond.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN                                                         

                                                      TE ARNHEM

Kenmerk: 07.831/2009/913

Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem

in de zaak van

[…] ,

wonende te […], […],

klaagster,

gemachtigde […]

tegen

[…] ,

notaris te […]

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-        de brief van 9 maart 2009 met bijlagen namens klaagster

-        het e-mailbericht van 12 maart 2009 van de secretaris van de Kamer aan de echtgenoot van klaagster

-        het e-mailbericht van 13 maart 2009 met bijlage van de echtgenoot van klaagster

-        de brief van 8 april 2009 met bijlagen van de notaris

-        de brief van 16 april 2009 met bijlagen namens klaagster

-        het e-mailbericht van 23 april 2009 van de secretaris van de Kamer aan klaagster

-        het e-mailbericht van 28 april 2009 met bijlagen van klaagster  

-        de brief van 19 mei 2009 van de notaris

-        de brief van 22 oktober 2009 met bijlage van klaagster

-        de mondelinge behandeling van de klacht op 4 december 2009.

2. De feiten

Voor de beoordeling van de hierna te noemen klachten zijn de volgende feiten van belang.

2.1 Op 13 september 2007 is overleden mevrouw [A]. Zij heeft bij testament aan ieder van haar kleinkinderen een geldbedrag gelegateerd en voorts haar drie dochters, te weten mevrouw [B] (verder te noemen mevrouw [B] ), klaagster en mevrouw [C]

(verder te noemen mevrouw [C] ) volgens het wettelijk erfrecht tot erfgenamen benoemd.  

2.2 Nadat op 20 september 2007 op het kantoor van de notaris een gesprek heeft plaatsgevonden tussen de notaris en de drie erfgenamen, heeft de notaris op 5

oktober 2007 klaagster onder meer bericht dat haar zusters hem hebben verzocht hun belangen te behartigen bij de afwikkeling van de nalatenschap van hun moeder en dat zij daartoe een volmacht zullen verlenen aan zijn kantoor.

2.3 Bij brief van 14 november 2007 heeft klaagster de notaris laten weten dat de relatie en communicatie tussen haar en haar zussen al jarenlang slecht is en dat de verhoudingen thans scherper zijn dan ooit. Verder heeft zij de notaris meegedeeld dat zij haar echtgenoot zal machtigen om haar zaken bij de afwikkeling van de nalatenschap te behartigen. Klaagster heeft nadien aan de notaris een boedelvolmacht verstrekt.

2.4 De notaris heeft bij brief van 16 januari 2008 de drie erfgenamen geïnformeerd over de omvang, samenstelling en afwikkeling van de nalatenschap.

Daarbij heeft hij aangegeven dat de nalatenschap bestaat uit:

- een woning aan de […] te […]

- de saldi van een aantal bankrekeningen en effecten

- een aantal inboedelgoederen, waaronder sieraden en een grote hoeveelheid boeken.

Voorts heeft de notaris de erfgenamen verzocht op korte termijn afspraken te maken over de verdeling van de roerende zaken, waarbij hij hun voorstellen heeft gedaan om door middel van voorkeurslijsten, alvast tot een verdeling 'op papier' te komen.

In zijn brief heeft de notaris verder aangegeven dat het saldo van de liquide middelen onvoldoende is om de legaten uit te keren, zodat gewacht moet worden op de overdracht van de te koop staande woning.  

2.5 Na enige schriftelijke discussie tussen klaagster en de notaris over de wijze van de verdeling van de roerende zaken, heeft op 21 mei 2008 op het kantoor van de notaris tussen de erfgenamen een verloting van die goederen, met uitzondering van de sieraden en een houten muziekstandaard, plaatsgevonden. Op 28 mei 2008 heeft de notaris een aantal boeken tussen de erfgenamen verloot. Geen van de erfgenamen was bij de verlotingen aanwezig.

2.6 In verband met de inmiddels verkochte woning, is door de notaris aan de erfgenamen het voorstel gedaan om na de overdracht van de woning op 1 juli 2008 een voorschot aan de erfgenamen uit te keren. Klaagster heeft te kennen gegeven zich tegen een uitkering te verzetten zolang de gehele boedel niet is verdeeld. Mevrouw [C] heeft daarop aan de notaris meegedeeld zich te verzetten tegen de uitkering van de legaten aan de kleinkinderen.

2.7 De notaris heeft op 11 juli 2008 klaagster bericht dat hij mevrouw [B] heeft verzocht de familiedocumenten, die door haar uit de woning van erflaatster waren meegenomen, op zijn kantoor af te geven.

2.8 Op 18 juli 2008 heeft de notaris schriftelijk informatie verschaft over de stand van zaken met betrekking tot de roerende zaken, de effecten, de legaten en het roulatiesysteem van de familiedocumenten.

2.9 Op 19 augustus 2008 heeft de notaris de drie kinderen van klaagster schriftelijk meegedeeld dat, gelet op de opstelling van mevrouw [C], aan hen, als legatarissen, (nog) niet het legaat kan worden uitgekeerd.

2.10 Nadat mevrouw [C] haar verzet tegen de uitkering van de legaten had ingetrokken, heeft de notaris op 25 september 2008 de legaten uitgekeerd.

2.11 Op 14 oktober 2008 heeft de notaris aan de erfgenamen opnieuw schriftelijke informatie verzonden over de stand van zaken op dat moment. Daarbij heeft hij aandacht besteed aan de familiedocumenten, de legaten, de sieraden, de boeken, de effecten, en de overige roerende zaken.

2.12 Dat heeft de notaris nogmaals gedaan op 17 oktober 2008. In zijn bericht heeft hij voorts nog het volgende geschreven:

"Door de erfgenamen is aan mij een boedelvolmacht verleend. Dit houdt in dat ik als gevolmachtigde van de erfgenamen optreedt en derhalve niet als boedelnotaris. Overigens is de taak van een boedelnotaris die van deskundige raadgever en niet die van vereffenaar van de nalatenschap.

Als gevolmachtigde kan ik uitsluitend namens de erfgenamen handelen als zij zich met dat handelen akkoord hebben verklaard.

(…)

Ik ben niet bevoegd een verdeling tot stand te brengen of een beslissing te nemen over de nog openstaande punten"  

2.13 De notaris heeft op 6 november 2008 de erfgenamen onder meer geschreven dat de kosten van de grafsteen een boedelschuld zijn, welke schuld met voorrang ten laste van de nalatenschap moet worden voldaan. Klaagster heeft daarop gereageerd met de mededeling dat zij duidelijk heeft gesteld dat de kosten van de grafsteen niet uit de nalatenschap kunnen worden betaald, omdat haar verzoek om bij de grafsteen te worden betrokken bij voortduring is genegeerd.

2.14 Op 25 november 2008 heeft de notaris de erfgenamen wederom schriftelijk geïnformeerd over de stand van de nalatenschap en zijn rol als gevolmachtigde, in welk verband hij onder andere heeft meegedeeld:

"Als gevolmachtigde heb ik niet de bevoegdheid om beslissingen te nemen indien erfgenamen het over bepaalde onderwerpen niet eens zijn. Ik kan uitsluitend namens de erfgenamen handelen als zij zich allemaal met dat handelen akkoord hebben verklaard. Het nemen van een eventuele beslissing is voorbehouden aan de rechter dan wel eventueel aan een door alle partijen in onderling overleg aangestelde arbiter."  

2.15 Deze informatieverschaffing heeft de notaris herhaald onder meer bij berichten aan de erfgenamen van 3 december 2008 en 16 januari 2009, waarbij hij ook aandacht heeft besteed aan de nog niet gerealiseerde verdeling van de sieraden. Die verdeling heeft op 28 januari 2009 op het kantoor van de notaris plaatsgevonden.

2.16 Bij bericht van 10 februari 2009 heeft de notaris de erfgenamen opnieuw geïnformeerd. Hij heeft hun voorgesteld aan ieder van hen een voorschot op de nalatenschap uit te betalen. Klaagster heeft meegedeeld zich daartegen te verzetten, zolang de notariskosten, betrekking hebbende op de blokkering van de legaten, niet voor rekening van mevrouw [C} zullen komen. Nadat daarmee door mevrouw [C] en mevrouw [B] is ingestemd heeft klaagster zich met de uitkering akkoord verklaard en heeft de notaris de voorschotten op 20 februari 2009 uitgekeerd.    

3. De klachten en het verweer

3.1 Klaagster stelt dat de notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap van haar moeder niet heeft gehandeld zoals het een behoorlijk notaris betaamt. Zij heeft - samengevat - de volgende klachten tegen de notaris naar voren gebracht.

a. De notaris heeft onbehoorlijk en partijdig gehandeld doordat hij niet heeft voldaan aan het verzoek van klaagster van 20 september 2007 om een maand van rouw en bezinning in acht te nemen. Reeds op  5 oktober 2007 heeft de notaris klaagster meegedeeld dat haar zusters hem hebben verzocht hun belangen te behartigen bij de afwikkeling van de nalatenschap. Door de snelle aanvaarding van de opdracht was een meer harmonieuze afwikkeling van de nalatenschap niet meer mogelijk. De notaris heeft ten onrechte de indruk gewekt dat klaagster voor een eigen partijnotaris heeft gekozen.

b. De notaris heeft onjuist gehandeld door de meerderjarige legatarissen niet tijdig en naar behoren te informeren. Hij heeft impliciet partij gekozen voor de zusters van klaagster door de afwikkeling van de legaten op informele wijze te laten verlopen en door de legatarissen te informeren overeenkomstig de wens van de zusters van klaagster.

c. De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld met berichten en vragen van de bank over de effectenrekening van erflaatster. Hij heeft de erfgenamen hierover niet tijdig geïnformeerd.

d. De notaris is onzorgvuldig en partijdig opgetreden bij de inventarisatie van familiedocumenten en fotoalbums. Die inventarisatie had vóór de ontruiming dienen plaats te vinden. De notaris heeft, zonder klaagster daarover te informeren, de inventarisatie laten verrichten door de twee andere erfgenamen. Klaagster is door de notaris geheel buitengesloten van de inventarisatie.

e. De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld bij de verloting van de boeken. Klaagster heeft geen mogelijkheid gekregen de loting te verifiëren. De aan klaagster toebedeelde boeken zijn door toedoen van de notaris voor eenieder toegankelijk gebleven.

f. De notaris heeft er niet voor gezorgd dat bij de ontruiming van de woning iemand van zijn kantoor aanwezig was. De notaris heeft de communicatie te zeer op haar beloop gelaten en zaken laten sloffen met als gevolg dat goederen zijn verdwenen en de spanningen binnen de familie nog meer zijn toegenomen. Daarmee heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld.

g. De notaris heeft onbehoorlijk, onzorgvuldig en partijdig gehandeld door afschriften van zijn berichten aan de erfgenamen aan derden te verzenden en daarmee door te gaan nadat klaagster daartegen bezwaar had gemaakt.

h. De notaris heeft onbehoorlijk en partijdig gehandeld door een aantal condoleancekaarten met daarop de tekst die door de twee andere erfgenamen was bepaald, aan klaagster toe te zenden.

i. De notaris heeft partijdig gehandeld doordat hij een tweede nieuwe taxatie van violen bekend heeft gemaakt.

j. De notaris heeft zich onbehoorlijk en partijdig gedragen wat betreft de grafsteen van erflaatster en heeft klaagster mogelijk misleid over de betaling van de steen.

3.2 Het verweer van de notaris op de respectieve klachten komt kort gezegd op het volgende neer.

Ad a. Klaagster heeft op 28 september 2007 de notaris geschreven dat zij het notariskantoor [T] te […] zal verzoeken de afwikkeling van de nalatenschap op zich te nemen. Omdat de twee andere erfgenamen aan de notaris een boedelvolmacht wensten af te geven, heeft de notaris klaagster daarvan op 5 oktober 2007 schriftelijk op de hoogte gebracht en haar verzocht de door haar ingeschakelde notaris contact met hem te laten opnemen.  

Ad b. Aan ieder van de zeven kleinkinderen was een gelijk bedrag gelegateerd. Op het moment van het overlijden van erflaatster waren er vier kleinkinderen meerderjarig, te weten de drie kinderen van klaagster en de dochter van mevrouw [B]. In januari 2008 hebben de erfgenamen onderling afgesproken dat de legaten zouden worden uitgekeerd na de eigendomsoverdracht van de woning. Deze heeft op 1 juli 2008 plaatsgevonden. De kwestie over de niet-uitbetaling van de legaten was begin juli 2008 bij de erfgenamen bekend. Naar aanleiding van het verzoek om informatie door de kinderen van klaagster heeft de notaris bij brief van 19 augustus 2008 hen geïnformeerd over het standpunt van mevrouw [C]. Omdat de andere legatarissen de notaris niet om inlichtingen hebben verzocht, heeft hij hen op dat moment niet geschreven.

Ad c. De brieven van de bank waren standaardbrieven, die blijkbaar te maken hadden met interne wijzigingen in procedures bij de bank en betrekking hadden op het vermogensbeheer. Van een gevolmachtigde kan niet worden verwacht dat hij namens de erfgenamen een vermogensplanner gaat invullen, hetgeen door de notaris ook aan klaagster is meegedeeld.

Ad d. De nalatenschap bestond onder andere uit een complete inrichting van een woning, waaronder familiedocumenten, zeer veel boeken en ongeveer honderd sieraden. Men mag van een boedelgevolmachtigde niet verwachten dat hij vele dagen in de woning verblijft om alles te beschrijven. De familiedocumenten betreffen bovendien personen die de notaris niet kent en bestaan uit bescheiden waarvan de notaris niet kan beoordelen wat het is. Mevrouw [B] en mevrouw [C] hebben op het kantoor van de notaris de familiedocumenten geïnventariseerd en daarvan een lijst opgemaakt. Zij konden wel beoordelen en beschrijven om welke bescheiden het ging.

Ad e. De te verloten boeken waren door of namens de drie erfgenamen van verschillende kleuren stickers voorzien. Op 28 mei 2008 heeft de notaris deze boeken verloot. Daarbij was hem niet bekend welke kleur bij welke erfgenaam hoorde. De verlote boeken heeft de notaris op drie stapels gelegd in de hal van de woning. De stapel bestemd voor klaagster is nadien afgezonderd in een kast. Het aantal boeken dat in de verloting was betrokken was gering in verhouding tot het aantal aanwezige boeken. Blijkbaar heeft geen van de erfgenamen het van belang geacht om een inventarisatielijst of keuzelijst op te maken.

Ad f. In de periode voorafgaande aan de ontruiming hadden alle erfgenamen vrije toegang tot de woning. Of en wanneer - voor af na het overlijden - goederen zijn verdwenen, is niet vast te stellen. De ontruiming heeft in fasen plaatsgevonden. Op verschillende dagen zijn roerende zaken uit de woning verwijderd door de erfgenamen, kleinkinderen, kringloopwinkel, boekhandelaar en verhuizers/ontruimers. Het is niet de taak van een gevolmachtigde om bij iedere betreding van de woning of verwijdering van zaken daaruit in de woning aanwezig te zijn.

Ad g. Begin januari 2009 heeft mevrouw [B] besloten mr. [N] te vragen haar en mevrouw [C] als adviseur bij te staan en op 28 januari 2009 als hun gevolmachtigde aanwezig te zijn op het kantoor van de notaris bij de verdeling van de sieraden. Mr. [N] heeft de notaris daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht. De notaris heeft van zijn brieven van 16 en 22 januari 2009 aan de erfgenamen een kopie verzonden aan mr. [N[, als gevolmachtigde van mevrouw [B] en mevrouw [C]. Nadat klaagster zich op 23 januari 2009 schriftelijk tegen het verzenden van afschriften aan mr. [N] heeft verzet, is de notaris daarmee gestopt.

Ad h. Op verzoek van mevrouw [B] heeft de notaris een aantal door haar en mevrouw [C] opgestelde condoleancekaarten met enveloppen aan klaagster doorgezonden.

Ad i. Nadat de violen waren getaxeerd, heeft mevrouw [C] op eigen initiatief en buiten de notaris om de violen opnieuw laten taxeren. Mevrouw [C] heeft de notaris in februari 2008 het nieuwe taxatierapport toegezonden. Omdat de violen op dat moment nog niet in de verdeling waren betrokken, heeft de notaris gemeend, in verband met de mogelijkheid van waardeverrekening en ter voorkoming van dwaling omtrent de waarde, het tweede rapport aan de andere twee erfgenamen te moeten toezenden.

Ad j. De aantekening over de kosten van de grafsteen in het bericht van 6 november 2008 van de notaris, vloeit voort uit het bepaalde in artikel 4:7 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek. De kosten van lijkbezorging worden aangemerkt als schulden van de nalatenschap en zijn bij voorrang daarop te verhalen. Voor wiens rekening de kosten uiteindelijk dienen te komen is een kwestie van draagplicht en moet tussen de erfgenamen worden opgelost. Op 9 december 2008 heeft de notaris de erfgenamen geschreven dat mevrouw [C] bereid is de kosten van de grafsteen te dragen en dat deze niet ten laste zullen komen van de ervenrekening. Met het graf en de grafsteen heeft de notaris geen enkele bemoeienis gehad.

De notaris concludeert dat hij noch onzorgvuldig, noch partijdig, noch misleidend ten opzichte van klaagster heeft gehandeld.

4. De motivering van de beslissing

4.1 Volgens artikel 98 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De Kamer dient dus te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De Kamer stelt het volgende voorop. De erfgenamen hebben aan de notaris een boedelvolmacht verleend. Dit brengt mee dat de notaris slechts namens de erfgenamen kan optreden als zij zich daarmee akkoord hebben verklaard. Hij mag alleen beschikkingshandelingen verrichten, wanneer deze in het kader van het beheer en de vereffening van de nalatenschap normaal zijn te achten. De notaris heeft zijn bevoegdheid ook verschillende malen aan klaagster meegedeeld. Voor zover klaagster de notaris verwijt dat hij niet heeft gehandeld zoals door haar werd verlangd, moet in aanmerking worden genomen dat de notaris gebonden was aan de toestemming daartoe van de twee andere erfgenamen.

4.3 Uit de verwijten die klaagster de notaris maakt, leidt de Kamer verder af dat zij de notaris beschouwt als de beredderaar van de nalatenschap van haar moeder. Deze

zienswijze is onjuist. De notaris is een boedelgevolmachtigde. Ten onrechte dicht klaagster de notaris controletaken en bevoegdheden toe die hij niet bezit. Dit leidt ertoe dat klaagster werkzaamheden van de notaris verlangt die niet tot zijn takenpakket behoren, zoals de inventarisatie van en de controle op de gehele inboedel.

4.4 Het had daarnaast op de weg van klaagster gelegen om, indien naar haar mening de taken door de notaris niet goed werden uitgevoerd, haar volmacht in te trekken en zelf de afwikkeling van de boedel ter hand te nemen dan wel een andere boedelgevolmachtigde te benoemen. Klaagster heeft dat niet gedaan.

4.5 De Kamer stelt voorts vast dat de onderlinge verhouding tussen klaagster en haar twee zussen verstoord is, hetgeen er kennelijk toe heeft geleid dat klaagster een zeker wantrouwen heeft opgevat jegens de notaris voor zover hij als boedelgevolmachtigde optrad van haar zusters, met name van mevrouw [B], die hij uit het verleden kende. Niet uitgesloten is dat dit wantrouwen mede werd gevoed door de omstandigheid dat klaagster in Frankrijk woonachtig is en dus niet (voortdurend) fysiek betrokken kon zijn bij de afwikkeling van de nalatenschap en door het feit dat de notaris de medewerking van de twee zussen van klaagster inriep bij de afwikkeling.

Uit de voorliggende correspondentie kan echter niet worden afgeleid dat dit wantrouwen op reële feiten is gebaseerd. In ieder geval kan niet worden gezegd dat de notaris door een gebrek aan informatie enig wantrouwen bij klaagster zou hebben gewekt. Uit de eigen verklaring van klaagster volgt namelijk dat zij 54 (27 bilaterale en 27 gemeenschappelijke) berichten van de notaris heeft ontvangen.      

4.6 De Kamer overweegt met betrekking tot de onderscheiden klachten nog het volgende.

Ad a. Het stond de notaris vrij klaagster op 5 oktober te informeren dat de twee andere erfgenamen voornemens waren hem een boedelvolmacht te verstrekken. Uit de mededeling van klaagster van 28 september 2007 mocht de notaris afleiden dat klaagster een eigen notaris wenste in te schakelen.

Ad b. Niet gebleken is dat de notaris de erfgenamen onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd over de uitbetaling van de legaten. Nu de dochter van klaagster, mede namens haar broer en zuster, om inlichtingen had verzocht over de uitbetaling van de legaten is het begrijpelijk dat de notaris hen en niet de overige kleinkinderen de verzochte informatie heeft verstrekt.

Ad c. Wellicht had de notaris klaagster eerder van de brieven van de bank op de hoogte kunnen brengen, maar gelet op de inhoud van de brieven, te weten een wijziging in de standaardprocedures bij de bank betreffende het vermogensbeheer, kan niet worden gezegd dat de notaris in dit geval onzorgvuldig heeft gehandeld.

Ad d. Daargelaten of een gevolmachtigde gehouden is een beschrijving op te maken van een tot de nalatenschap behorende inboedel, heeft de notaris in de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig gehandeld door twee erfgenamen te verzoeken de inventarisatie van de familiedocumenten en fotoalbums uit te voeren. Zoals de notaris terecht stelt, waren zij met die bescheiden bekend. Er was voor de notaris geen reden te veronderstellen dat de inventarisatie niet naar behoren zou worden gedaan. Gelet op klaagsters verblijf in […], is het alleszins begrijpelijk dat de notaris haar niet heeft verzocht de inventarisatie te verrichten. Verder heeft de notaris klaagster op de hoogte gesteld van het verloop van de verdeling van de fotoalbums, zoals blijkt uit zijn berichten van onder andere 18 juli 2008 en 3 december 2008. Uit

die correspondentie volgt ook dat de familiedocumenten op het kantoor van de notaris stonden en niet is gesteld of gebleken dat klaagster daarop heeft gereageerd. Weliswaar heeft klaagster aangegeven dat zij zaken, waaronder fotoalbums en familiedocumenten miste, maar klaagster heeft die stelling in haar klacht en de toelichting daarop onvoldoende concreet gemaakt. Voor zover klaagster hier zou doelen op de fotoalbums van de vakanties op Kos, wordt aangenomen dat klaagster dit punt verder heeft laten rusten, nu uit de - niet betwiste - mededeling van de notaris volgt dat klaagster die albums zelf zou achterhalen.

Ad e. De loting is door de notaris uitgevoerd. Niet is komen vast te staan dat aan de loting gebreken kleefden. Ook is niet gebleken dat klaagster niet heeft ontvangen waarop zij op grond van de loting meende recht te hebben.

Ad f. De notaris stelt terecht dat het niet zijn taak als gevolmachtigde is om bij iedere betreding van de woning aanwezig te zijn. Dat de notaris bij de boedelruiming zijn taken heeft verwaarloosd is niet komen vast te staan.    

Ad g. Niet onbegrijpelijk is dat de notaris aan mr. [N] afschriften heeft verstuurd van zijn berichten van 16 en 22 januari 2009 aan de erfgenamen. De bedoeling was immers dat mr. [N] als de gemachtigde van mevrouw [B] en mevrouw [C] bij de bespreking van 28 januari 2009 op het kantoor van de notaris aanwezig zou zijn. Bovendien had mevrouw [B] de notaris verzocht de aan haar gerichte berichten aan mr. [N] door te zenden. De notaris is daarmee gestopt toen klaagster zich daartegen verzette.

Ad h. De omstandigheid dat de notaris, op verzoek van een van de erfgenamen, een aantal condoleancekaarten aan klaagster heeft doorgezonden, kan in alle redelijkheid niet als onbehoorlijk of partijdig worden aangemerkt.            

Ad i. De notaris heeft niet onzorgvuldig gehandeld door het tweede taxatierapport betreffende de violen aan klaagster en mevrouw [B] bekend te maken. In tegendeel. Door de toezending werden beide erfgenamen in staat gesteld zich een evenwichtiger beeld te vormen van de waarde van de instrumenten.

Ad j. Niet gebleken is dat de notaris op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de grafsteen of het graf van erflaatster. De notaris heeft klaagster bericht dat de kosten van de grafsteen een schuld zijn van de nalatenschap en daarop kunnen worden verhaald. Dat de notaris hiermee onbehoorlijk of misleidend heeft gehandeld is niet gebleken. Zoals de notaris terecht heeft gesteld komen de kosten van de lijkbezorging voor rekening van de nalatenschap. De omstandigheid dat klaagster niet bij de tekst op de steen betrokken is geweest, kan geen reden zijn de nalatenschap niet voor die kosten aansprakelijk te houden. De notaris heeft zich niet uitgelaten over de vraag voor rekening van welke erfgenaam de kosten vervolgens dienden te komen. 

4.5 Uit het vorenstaande volgt dat niet is gebleken dat de notaris zich onzorgvuldig, onbehoorlijk of partijdig jegens klaagster heeft gedragen. De klachten worden daarom ongegrond verklaard.

5. De beslissing

De Kamer van Toezicht

verklaart de klachten tegen de notaris ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter,

mrs. H. Quispel, J.G.T.M. Castrop, B.J. Engberts en F. Ton, leden, en in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op

2 februari 2010.

De secretaris                                                                                                                                                                                  De voorzitter