ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0657 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-049

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0657
Datum uitspraak: 16-11-2010
Datum publicatie: 17-11-2010
Zaaknummer(s): 2010-049
Onderwerp: Onvoldoende informatie
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de gepensioneerd huisarts dat hij zijn assistente telefonisch een volledig geruststellende uitslag van een mammografie en echoscopie heeft laten doorgeven en meer in het bijzonder dat niet is gemeld dat er sprake was van een Birad 3 met het advies een half jaar later terug te komen voor controle. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd.  Het College oordeelt dat de klacht deels slaagt en legt de maatregel van waarschuwing op.      

Datum uitspraak: 16 november 2010

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A,

wonende te B,

klager,

tegen:

C , gepensioneerd huisarts,

wonende te D,

de persoon over wie geklaagd wordt,

hierna te noemen de arts.

1. Het verloop van het geding

Het klaagschrift is ontvangen op 18 maart 2010. De arts heeft op de klacht gereageerd, waarna is gerepliceerd en gedupliceerd. Medische gegevens van klaagster zijn in het geding gebracht. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 21 september 2010. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht. 

2. De feiten

2.1.  De echtgenote van klager (verder patiënte), heeft op

7 maart 2007 het spreekuur van de arts bezocht. Deze heeft haar in verband met cyclische klachten aan de linkerborst doorgestuurd voor een mammografie. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 18 april 2007.

2.2  De conclusie van de radioloog was: mogelijk rest van een hematoom, geen afwijkingen met maligne kenmerken (g.b.). Bij blijvende klachten een chirurgisch consult te overwegen. Biradsclassificatie 3. Controle over een half jaar.

2.3  De assistente van de arts heeft de uitslag telefonisch aan patiënte doorgegeven. Daarbij is in ieder geval niet doorgegeven: “Biradsclassificatie 3. Controle over een half jaar”.

2.4   In oktober 2009 heeft zich bij patiënte een tumor in de borst (buiten het gebied van genoemd hematoom) geopenbaard. Tevens is toen een uitzaaiing in een rugwervel aangetroffen.

2.5 De arts is per 1 augustus 2007 met pensioen gegaan.

3. De klacht

K lager, die met machtiging van patiënte deze klacht heeft ingediend, verwijt de arts dat hij zijn assistente telefonisch een volledig geruststellende uitslag van de mammografie en echoscopie heeft laten doorgeven waar dit absoluut niet op zijn plaats was. Met name wordt de arts verweten dat niet is gemeld dat er sprake was van een Birad 3 met het advies een half jaar later terug te komen.

Deze nalatigheid van de arts heeft ernstige gevolgen gehad voor patiënte, hetgeen de arts ook wordt verweten.

4. Het verweer

De arts erkent dat de passage “Biradsclassificatie 3. Controle over een half jaar” niet is doorgegeven aan patiënte. Dit is volgens de arts waarschijnlijk veroorzaakt door de ongelukkige schermindeling van de computerprogrammatuur, waardoor niet in één blik de gehele tekst van het bericht zichtbaar werd. Het is de arts ontgaan dat er nog een regel tekst volgde, waardoor het advies voor controle na een half jaar buiten beeld is gebleven. De arts voelt zich hier verantwoordelijk voor. Als hij dit wel had gezien zou hij het advies van de radioloog hebben gemeld.

De arts vindt verder dat de uitslag van de radioloog wel degelijk geruststellend was en zo mocht worden doorgegeven. De arts bestrijdt dat de uiteindelijke aandoening van patiënte een rechtstreeks gevolg is van zijn vergissing.

5. De beoordeling

Het College is van oordeel dat de uitslag van de radioloog wel degelijk geruststellend was, nu de radioloog geen bijzonderheden had geconstateerd. De – door de arts niet gelezen – opmerking “Birad classificatie 3. Controle over een half jaar” maakt dit niet anders, omdat Birad 3 betekent dat er vrijwel zeker (98% van de gevallen) niets aan de hand is. De assistente van de arts heeft dan ook in zoverre een geruststellende boodschap mogen doorgeven aan patiënte.

Wél valt de arts te verwijten, zoals hij ook zelf toegeeft, dat niet aan patiënte is doorgegeven dat geadviseerd werd om na een half jaar terug te komen. Aangenomen mag immers worden dat patiënte dit advies ter harte zou hebben genomen. Of hiermee de in 2009 (op een andere plaats in de borst) geconstateerde tumor dan eerder ontdekt zou zijn kan het College niet beoordelen, omdat dit van meerdere – het College niet bekende – factoren kan afhangen.

Uit het voorgaande vloeit voort dat de klacht deels slaagt. Hierbij past een waarschuwing.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage beslist als volgt:

legt op de maatregel van waarschuwing.

Deze beslissing is gegeven door: mr. M.A.F. Tan- de Sonnaville, voorzitter, mr. C.C. Dedel-van Walbeek, dr. R.W. Koster, prof. dr. J.W. van Kleef en drs. A.J.M. Janssen, leden-artsen, bijgestaan door mr. S.R.M.I. Roos-Bollen, secretaris en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2010.

voorzitter                                                                                              secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         de klager en/of klaagster, voorzover de klacht is afgewezen, of voorzover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te

's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.