ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0500 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 015

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0500
Datum uitspraak: 03-08-2010
Datum publicatie: 03-08-2010
Zaaknummer(s): 2009 O 015
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de tandarts dat hij niet direct een röntgenfoto heeft gemaakt toen pijnklachten aan een kies bleven bestaan. In dat geval was voorkomen dat door de wortel heen werd geboord. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College acht de klacht op één punt gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.  

2009 O 015

Datum uitspraak: 3 augustus 2010

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage heeft de navolgende uitspraak gedaan inzake de klacht van:

                                                                A,

                                                                wonende te B,

                                                                klager,

                                                                tegen

                                                                 C, tandarts,

                                                                wonende te D,

                                                                de persoon over wie wordt geklaagd,

                                                                hierna als de tandarts aan te duiden.

1. Het verloop van de procedure

Het klaagschrift is op 21 januari 2009 door het College ontvangen. De tandarts heeft een verweerschrift ingediend, waarop klager heeft gerepliceerd. De tandarts heeft hier niet meer op gereageerd. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaats gehad op 8 juni 2010. Zowel klager als de tandarts is verschenen. Beide hebben hun standpunten mondeling toegelicht.

2. De feiten

Klager is in juli 2008 bij de tandarts geweest wegens pijnklachten in de rechter bovenkaak. Op 1 en op 12 augustus 2008 is klager opnieuw bij de tandarts geweest en is er een wortelkanaalbehandeling gestart in element 17.

2009 O 015

3. De klacht

Klager stelt dat hij al in december 2007 bij de tandarts kenbaar heeft gemaakt dat hij bij zijn kies pijnklachten had bij warm en koud. Hierop werd aangegeven dat een tandhals bloot lag en werd er wat vulmiddel op gedaan. Dat hielp niet. Omdat de klachten steeds erger werden, is klager omstreeks juni 2008 opnieuw voor consult naar de tandarts gegaan. Ook toen werd het probleem bij de tandhals gelegd. Omdat klager in die periode ook aan het tandenknarsen was, werd besloten het even aan te zien. De klachten verergerden en bij een volgend consult kort daarop bleek dat er een klein gaatje bij de kies zat. Vervolgens bleven de klachten hetzelfde en toen werd de gehele vulling vervangen. Omdat de pijn bleef heeft klager opnieuw de tandarts bezocht. Omdat deze afwezig was, is klager naar een andere tandarts gegaan. Deze heeft de behandeling overgenomen en geconstateerd dat er een “lek” zat bij het wortelkanaal: er was door het wortelkanaal/ de wortel geboord.

Klager verwijt de tandarts dat hij niet direct een foto heeft gemaakt toen de pijnklachten bleven. Als dat gebeurd was, was voorkomen dat door de wortel heen werd geboord.

4. Het verweer

Klager heeft de praktijk op 9 juli 2008 bezocht als pijngeval. Hij klaagde voornamelijk over sterke hoofdpijn. De tandarts heeft de mondholte van klager geïnspecteerd evenals de tanden met uitgebreide sondering van alle tandvlakken inclusief de approximale ruimtes van elementen 13 – 18. De koudetest tand voor tand gaf geen specifieke reactie. Verder onderzoek leverde ook niets op. De tandarts heeft klager voorgesteld om een OPG van de holten en de tanden te maken. Hij heeft daarbij wel moeten wijzen op het feit dat de kosten mogelijkerwijs niet door de zorgverzekeraar zouden worden vergoed. Van het maken van een OPG werd toen afgezien.

Op 16 juli 2008 heeft de tandarts een vulling geplaatst in element 18 en op 24 juli 2008 een vulling vernieuwd in element 16. Op 1 augustus 2008 constateerde de tandarts

2009 O 015

klopgevoeligheid en beweeglijkheid van element 17 en een beginnende zwelling in het vestibulum. Hij heeft toen een wortelkanaalbehandeling geïndiceerd in element 17.

Op 12 augustus 2008 heeft de tandarts die behandeling voortgezet. Van een fausse route of een perforatie is geen sprake geweest.

5. De beoordeling

De klacht betreft in de eerste plaats het optreden van de tandarts in juli 2008. Klager meent dat de tandarts toen direct een röntgenfoto had moeten maken. De tandarts heeft daarop geantwoord een OPG te hebben voorgesteld. Klager wilde dit echter niet. Het College is van oordeel dat op dit moment geen aanleiding bestond om een röntgenfoto te maken. De pijnklachten die klager presenteerde, konden zonder röntgenfoto behandeld worden. Een röntgenfoto zou op dat tijdstip geen meerwaarde hebben gehad.

De klacht heeft vervolgens betrekking op de gang van zaken begin augustus 2008. Blijkens de aantekeningen van de tandarts was er op 1 augustus 2008 sprake van een gecalcificeerd wortelkanaal. Naar het oordeel van het College had de tandarts voorafgaand aan de wortelkanaalbehandeling een röntgenfoto moeten maken om voldoende geïnformeerd te zijn over de anatomie ter plekke enerzijds en anderzijds over de moeilijkheidsgraad van de behandeling. In zoverre moet de tandarts een verwijt worden gemaakt. Dat de tandarts bij de behandelingen in deze maand een zogeheten “fausse route” zou hebben gemaakt en daarbij door de wortel heen zou hebben geboord, heeft het College niet vast kunnen stellen. Op de ter zitting getoonde röntgenfoto’s is dat niet te zien.

De klacht is derhalve op één punt gegrond. De tandarts zal in verband daarmee een waarschuwing worden gegeven.

2009 O 015

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage:

geeft de tandarts een waarschuwing.

Deze beslissing is genomen door: mr P.A. Offers, voorzitter, mr M.E. Honée, lid-jurist, drs H.W. Luk, drs F.S. Kroon en drs M.M.L.F. Smulders, leden-tandartsen, bijgestaan door mr I.C.M. Spitters als secretaris, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 augustus 2010.

Voorzitter                                                                              Secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         klaagster;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.