ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 1092b

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0130
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 09-03-2010
Zaaknummer(s): 2008 T 1092b
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het handelen van de arts valt niet onder de tuchtnorm van artikel 47, eerste lid Wet BIG.

Het Regionaal  Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft op 12 januari 2010

overwogen dat in de op 24 juni 2008 ont­van­gen klacht van:

                                                            A ,

wonende te B,

klager,

tegen:

                                                            C , arts medisch-adviseur,

                                                            werkzaam te D ,

 de persoon over wie geklaagd wordt,

 hierna te noemen: de aangeklaagde,

klager niet-ontvankelijk is in de klacht, aangezien er geen sprake is geweest van directe zorg (artikel 47 lid 1 sub a van de Wet BIG) noch van enig ander handelen van de arts in verband met de individuele gezondheidszorg (artikel 47 lid 1 sub b van de Wet BIG). In dit geval heeft de aangeklaagde, als deskundig medisch-adviseur, niet de gezondheidstoestand van klager beoordeeld, maar heeft zij gerapporteerd over de wijze van handelen van een andere arts. Dit handelen valt als zodanig niet onder de tuchtnorm van artikel 47, eerste lid Wet BIG.

Het College is bevoegd op grond van artikel 3 lid 4 Tuchtrechtbesluit BIG.

RECHTDOENDE: verklaart klager niet-ontvankelijk in de klacht.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer op 12 januari 2010 door:

mr. M.A.F. Tan-de Sonnaville, voorzitter; mr. M.E. Honée, lid-jurist; dr. R.W. Koster, dr. B. van Ek en drs. M. Bakker, leden-artsen, bijgestaan door mr. S.R.M.I. Roos-Bollen, secretaris.

voorzitter                                                                                              secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         de klager, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij niet-ontvankelijk is verklaard;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.