ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0736 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1025

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0736
Datum uitspraak: 07-12-2010
Datum publicatie: 07-12-2010
Zaaknummer(s): 1025
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt verweerder, plastisch chirurg, dat hij haar drie maal aan de neus heeft geopereerd zonder dat het gewenste resultaat werd bereikt. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de dossiervoering slordig, waar de klacht echter niet op ziet. Klaagster is niet tevreden met het resultaat, maar dat betekent nog niet dat verweerder fouten heeft gemaakt. Het college acht het resultaat niet onaanvaardbaar. De klacht is ongegrond.

Uitspraak: 7 december 2010

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 10 februari 2010 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klaagster

tegen:

C

plastisch chirurg

werkzaam te D

wonende te E

verweerder

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift en de aanvulling daarop

-         de repliek

-         de dupliek

-         een brief van de heer F, G Ziekenhuis, d.d. 22 juni 2010

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 27 oktober 2010 behandeld. Slechts verweerder was aanwezig ter zitting. Na afloop van de zitting bleek klaagster in het gebouw aanwezig. Klaagster is noch om 14.00 uur noch om 14.10 uur door de secretaris aangetroffen.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klaagster heeft zich op 1 mei 2007 tot verweerder gewend om haar neus, die zij te groot vond voor haar gezicht, met plastische chirurgie aan te passen. Zij had een relatief brede neus met een hump. Op 8 mei 2007 heeft verweerder met bijstand van een anesthesist onder narcose de neus van klaagster geopereerd waarbij een humpreductie heeft plaatsgehad met laterale osteotomie en infractie en de ala werd gereduceerd. Op 19 mei 2008 heeft verweerder onder plaatselijke verdoving nog een correctie aangebracht om de neus nog iets te versmallen en te verkleinen. Op 4 november 2008 heeft verweerder klaagster nogmaals onder plaatselijke verdoving aan de neus geopereerd aan de neusvleugel.

Klaagster heeft een second opinion voorgesteld. Zij heeft zich daartoe tot de polikliniek van dr. F, KNO-arts/aandachtsgebied aangezichtschirurgie aan de G universiteit, gewend.

Dr. F heeft in de zich bij de stukken bevindende brief van 8 februari 2010 geschreven: 

“(…) Patiënte is nog altijd niet tevreden met het uitwendig aspect van haar neus. De tip is te vol en te breed. Er zijn geen neusobstructieklachten. (…)

KNO-onderzoek: Bij rhinoscopie anterior wordt een septum in de mediaanlijn gezien en een goede doorgankelijkheid vastgesteld. Uitwendig is sprake van een redelijk fraai benig dorsum, mogelijk dat dit iets teveel verlaagd is, maar er is evidente kraakbenige pollybeak alsmede een bulky tip een breed uitstaande laterale crurae. In de supra tip regio lijkt zeer veel littekenweefsel palpabel.(…)

Conclusie(s)/diagnose(s):

 Actueel

Uitwendige deformiteit ondanks, dan wel dankzij, eerdere correcties.”

  3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Klaagster stelt dat zij drie keer door verweerder is geopereerd, maar dat zij het gewenste resultaat nog niet heeft bereikt. Zij stelt dat de puntneus groter is geworden dan de hele neus, dat het kraakbeen van de neus aan een kant groter is dan aan de andere kant, dat ze erge hoofdpijn heeft gehad na de tweede operatie en dat haar geestelijke toestand na drie operaties heel slecht is geworden.

De klachten van klaagster zijn:

- verweerder heeft fouten gemaakt tijdens de operatie;

- verweerder zou het betaalde moeten terugbetalen.

Op het verweerschrift van verweerder heeft klaagster gereageerd door bij repliek de stellen dat zij het niet eens is met het door de operaties bereikte resultaat en dat zij een mooiere neusvorm dan de bereikte had verwacht en dat zij veel last van bloedneuzen heeft. Ook wilde zij een second opinion vragen.

De door klaagster aangezegde second opinion is door het college ontvangen (zie hiervoor onder 2.).

4. Het standpunt van verweerder

Klaagster is op 1 mei 2007 gekomen met de klacht dat haar neus te groot was en met foto’s hoe de neus zou moeten worden. Verweerder heeft aan klaagster uitgelegd dat dat zo maar niet gaat, maar dat moet worden uitgegaan van haar neus en de mogelijkheden. Er zijn voorbeelden getoond via diaprojectie en er zijn foto’s van haar gezicht gemaakt waarbij de neus is bewerkt tot een mogelijk resultaat, waarbij de hump werd verwijderd en de ala gereduceerd. Op 8 mei 2007 is vervolgens de operatie verricht om dit resultaat te bereiken. Daarna zijn nog twee kleine aanpassingen gedaan. Het resultaat is prima. De neus is kleiner, korter en smaller. Tegen een second opinion is geen bezwaar, maar verweerder wil graag een oordeel van het college.

5. De overwegingen van het college

Het college heeft moeten constateren dat het door verweerder overgelegde medische dossier geen voldoende beeld geeft van hetgeen heeft plaatsgevonden tijdens de operaties, doordat het lacunes en slordigheden vertoont; zo is in het verslag niet vermeld dat tijdens de operatie op 8 mei 2007 de hump is verwijderd; ook  wordt een onjuiste geboortedatum vermeld, houdt de status op op 26 juni 2008, is het operatieverslag van de operatie op 4 november 2008 onvolledig en  is blijkbaar een bij een andere patiënt verrichte handeling in het dossier van klaagster opgenomen. De klachten betreffen echter niet de dossiervoering. Verweerder heeft ter zitting erkend dat het dossier genoemde feilen vertoonde. Hij heeft ter zitting nader toegelicht welke handelingen hij heeft verricht ter behandeling van de neus van klaagster.

Ter beoordeling van de eerste klacht – dat fouten zijn gemaakt bij de operaties – neemt het college aan dat klaagster zelf niet tevreden is met het bereikte resultaat. Dit brengt echter nog niet mee dat verweerder te verwijten is dat hij de onderhavige operaties foutief heeft uitgevoerd. Dat hij onoordeelkundig te werk zou zijn gegaan blijkt niet uit de door verweerder gegeven uitleg en evenmin uit de overgelegde foto’s. Op de foto’s is te zien dat de hump is weggenomen, alsmede hoe het eindresultaat is geworden. Naar het oordeel van het college is het bereikte resultaat niet onaanvaardbaar. Een tuchtrechtelijk verwijt met betrekking tot de uitvoering van de operaties valt verweerder dan ook niet te maken. Hetgeen dokter van Heerbeek in zijn hiervoor onder 2. vermelde brief schrijft, is voor het college geen aanleiding daarover anders te oordelen.

Als tweede klacht is aangevoerd dat klaagster het door haar aan verweerder betaalde bedrag terug wil hebben. Deze klacht kan in deze tuchtrechtelijke procedure niet worden behandeld, omdat de wet daarin niet voorziet.

Uit het voorgaande volgt dat de klachten zullen worden afgewezen.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klachten af.

Aldus beslist door mr. A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet als lid-jurist, G.G.M. Essed, H.L. de Boer en M. Rol als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo als secretaris en in het openbaar uitgesproken op

7 december 2010 in aanwezigheid van de secretaris.

secretaris                                                                                                                           voorzitter