ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0355 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09123

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0355
Datum uitspraak: 09-06-2010
Datum publicatie: 09-06-2010
Zaaknummer(s): 09123
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: volgt

Uitspraak: 9 juni 2010

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 17 juli 2009 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klager

tegen:

C

psychiater

werkzaam te B

verweerder

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift en een aanvulling hierop

-         het verweerschrift en een aanvulling hierop

-         de repliek en een aanvulling hierop

-         de dupliek

-         het procesverbaal van het mondelinge vooronderzoek.

De secretaris heeft op grond van het bepaalde in art. 66 lid 4 Wet BIG voorgesteld de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af te wijzen.

De zaak is op 28 april 2010 in raadkamer behandeld.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klager is behandeld in een GGZ-instelling waar verweerder werkzaam was. Klager heeft eerder klachten ingediend bij de klachtencommissie.Verweerder heeft daarover een telefoontje gehad van de Inspecteur voor de Gezondheidszorg, nadat deze door klager was benaderd.

3. Het standpunt van klager en de klacht

De klacht betreft de mededeling van verweerder aan de Inspecteur, inhoudende dat alle klachten van klager door de klachtencommissie ongegrond zijn verklaard. Deze uitspraak is onjuist, omdat de uitspraak van de klachtencommissie vernietigd moet worden en de commissie op één klachtonderdeel niet heeft beslist.

4. Het standpunt van verweerder

De klachten van klager zijn door de klachtencommissie ongegrond verklaard.

5. De overwegingen van het college

Nu de klachten van klager door de klachtencommissie ongegrond zijn verklaard, kan de mededeling van verweerder aan de Inspecteur niet als onjuist worden aangemerkt; dat, volgens klager, de uitspraken van de klachtencommissie zouden moeten worden vernietigd, maakt dit oordeel niet anders. Dit geldt ook voor het feit dat de klachtencommissie zich op één punt van een oordeel heeft onthouden.

De klacht is kennelijk ongegrond.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klacht af.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven, voorzitter, jhr. A.M. van Nispen tot Pannerden en M.Ch. Doorakkers als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. J.C. Out, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2010 in aanwezigheid van de secretaris.