ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09179
ECLI: | ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0237 |
---|---|
Datum uitspraak: | 21-04-2010 |
Datum publicatie: | 21-04-2010 |
Zaaknummer(s): | 09179 |
Onderwerp: | Niet of te laat komen |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: |
Uitspraak: 21 april 2010
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE EINDHOVEN
heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 6 oktober 2009 binnengekomen klacht van:
A
wonende te B
klager
tegen:
C
oogarts
werkzaam te D
verweerster
1. Het verloop van de procedure
Het college heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift met de aanvullingen
- het verweerschrift
Ondanks herhaald verzoek heeft klager geen repliek ingediend.
Er is geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
De secretaris heeft op grond van het bepaalde in art. 66 lid 4 Wet BIG voorgesteld de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af te wijzen.
De zaak is op 10 maart 2010 in raadkamer behandeld.
2. De feiten
Het gaat in deze zaak om het volgende:
Klager is op 5 juli 2005 en op 22 augustus 2005 in het E te B behandeld.
3. Het standpunt van klager en de klacht
Klager beklaagt zich over de ondeugdelijkheid van de behandelingen.
4. Het standpunt van verweerster
Verweerster stelt en onderbouwt dat zij in de periode waarin de behandelingen plaatsvonden, niet werkzaam was in het genoemde ziekenhuis.
5. De overwegingen van het college
Klager is herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het bovenstaande verweer te weerleggen, maar klager heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
Dat houdt in dat het college uitgaat van de juistheid van het verweer, op grond waarvan moet worden geconcludeerd dat verweerster niet betrokken is geweest bij de verweten gedragingen, zodat enig aan verweerster gericht verwijt over de door klager genoemde behandelingen kennelijk ongegrond is. De klacht zal daarom worden afgewezen.
6. De beslissing
Het college:
- wijst de klacht af.
Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven, als voorzitter, prof.dr. E.A.M. Beuls en M. Rol, als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. J.C. Out, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 21 april 2010 in aanwezigheid van de secretaris.