ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0228 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09145d

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0228
Datum uitspraak: 12-04-2010
Datum publicatie: 16-04-2010
Zaaknummer(s): 09145d
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  

Uitspraak: 12 april 2010

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 4 augustus 2009  binnengekomen klacht van:

A

verblijvende te B

klager

tegen:

C

sociaal geriater

werkzaam te B

verweerster

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift

-         de repliek

-         de dupliek en de aanvullingen daarop

-         het procesverbaal van het mondeling vooronderzoek

De secretaris heeft op grond van het bepaalde in art. 66 lid 4 Wet BIG voorgesteld de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af te wijzen.

De zaak is op 1 maart 2010 in raadkamer besproken.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Verweerster heeft als sociaal geriater een rapport over klager geschreven.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Het rapport is onjuist omdat verweerster klager nooit heeft behandeld of gesproken (behalve een keer een half uur, zoals klager tijdens de hoorzitting heeft erkend).

4. Het standpunt van verweerster

Het is juist dat verweerster klager nooit behandeld heeft. Verweerster heeft klager wel gesproken. Op 6 november 2008 heeft verweerster klager thuis gesproken in het bijzijn van zijn echtgenote. Na dit gesprek heeft verweerster het intakeverslag, dat door haar bij dupliek wordt overgelegd, opgesteld. Volgens haar is dat zorgvuldig gebeurd.

5. De overwegingen van het college

Voor het college is aan de hand van de stellingen van klager, die niet door onderliggende stukken zijn onderbouwd, en tevens gelet op de gemotiveerde betwisting door verweerster, niet komen vast te staan dat de klacht gegrond is.

Met name in het door verweerster vervaardigde intakeverslag vindt het college geen aanknopingspunten voor een gegrond verklaring van (een deel van) de klacht.

De klacht zal daarom als kennelijk ongegrond worden afgewezen

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klacht af.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven, als voorzitter, J.N. Voorhoeve en

C. van der Heul, als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2010 in aanwezigheid van de secretaris.

secretaris                                                                                                                           voorzitter