ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09101a
ECLI: | ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0105 |
---|---|
Datum uitspraak: | 24-02-2010 |
Datum publicatie: | 24-02-2010 |
Zaaknummer(s): | 09101a |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: |
Uitspraak: 24 februari 2010
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE EINDHOVEN
heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 27 mei 2009 binnengekomen klacht van:
A
verblijvende te B
klager
tegen:
C
psychiater
werkzaam te D
wonende te E
verweerder
1. Het verloop van de procedure
Het college heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift en de aanvulling daarop
- het verweerschrift
Ondanks herhaald verzoek heeft klager geen repliek ingediend.
Er is geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
De secretaris heeft op grond van het bepaalde in art. 66 lid 4 Wet BIG voorgesteld de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af te wijzen.
De zaak is op 13 januari 2010 in raadkamer besproken.
2. De feiten
Het gaat in deze zaak om het volgende:
Bij klager is de diagnose schizofrenie gesteld. Op 29 december 2003 heeft hij, onder verantwoording van verweerder, in verband hiermede dwangmedicatie toegediend gekregen.
3. Het standpunt van klager en de klacht
Klager heeft, toen hij ongeveer zes jaar geleden was opgenomen in F een spuit (Cisordinol) gekregen in verband met vermeende stemmen. Als gevolg daarvan kreeg klager hevige krampen op zijn ribbenkast. Klager heeft destijds wel aangegeven dat hij stemmen hoorde maar dat heeft hij alleen maar gedaan om strafvermindering te krijgen.
4. Het standpunt van verweerder
Reeds rond 1990 is bij klager de diagnose schizofrenie gesteld. Deze diagnose is zowel door verweerder als door verscheidene collega’s van verweerder gesteld. Op 29 december 2003 is aan klager als medicatie Cisordinol Acutard en Cisordinol Decanoaat onder dwang toegediend. Die dag werd klager in een separeerruimte verpleegd. Er is aandacht geweest voor bijwerkingen.
Verweerder is van mening dat hij lege artis heeft gehandeld.
5. De overwegingen van het college
Klager heeft, ondanks herhaald verzoek, niet meer gerepliceerd. Daarom moet het college uitgaan van de juistheid van de niet bestreden feitelijke stellingen van verweerder in het verweerschrift.
Daarvan uitgaande kan niet worden geconcludeerd, dat verweerder op enigerlei wijze heeft gehandeld in strijd met de hem betamende zorgplicht.
De klacht zal, als kennelijk ongegrond, worden afgewezen.
6. De beslissing
Het college:
- wijst de klacht af.
Aldus gewezen door mr. H.P.H. van Griensven, als voorzitter, M. Bonnet en
M.Ch. Doorakkers, als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. J.C. Out, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2010 in aanwezigheid van de secretaris.