ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0991

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0100
Datum uitspraak: 01-03-2010
Datum publicatie: 01-03-2010
Zaaknummer(s): 0991
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie:  

Uitspraak: 1 maart 2010

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 12 mei 2009 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klager

tegen:

C

apotheekhoudend huisarts

werkzaam te D

wonende te D

verweerder

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift en de aanvulling daarop

-         het verweerschrift

-         de repliek

-         de dupliek

-         een mail van klager d.d. 30 september 2009, door het college ontvangen op

7 oktober 2009

-         een brief van verweerder d.d. 27 november 2009.

Er is geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De secretaris heeft op grond van het bepaalde in art. 66 lid 4 Wet BIG voorgesteld de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af te wijzen.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Verweerder is de huisarts van de echtgenote van klager. Tot en met 2002 was verweerder tevens de huisarts van klager. Tussen klager en zijn echtgenote bestaan al vele jaren relationele problemen. In de loop der tijd heeft verweerder klager en zijn echtgenote enkele malen gezamenlijk doorverwezen voor therapie. De laatste doorverwijzing door verweerder in 2009 betrof alleen de echtgenote van klager.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager verwijt verweerder dat hij al jarenlang de echtgenote van klager, die behoorlijk labiel is, manipuleert.

Klager voert daartoe aan dat zijn echtgenote psychische problemen heeft en dat verweerder haar aanstuurt om voor zichzelf op te komen, waarmee hij haar aanzet tot meer ruzie en meer isolement.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft aangevoerd sinds 1990 bekend te zijn met relationele problemen tussen klager en zijn echtgenote. In verband daarmee heeft hij het echtpaar met hun instemming enkele malen verwezen voor deskundige hulp. Van manipulatie is geen sprake. Verweerder heeft hen verwezen om oplossingen te creëren voor de complexe problematiek binnen het gezin met behulp van daartoe gespecialiseerde personen.

5. De overwegingen van het college

Desgevraagd heeft klager het college bericht dat zijn klacht niet (mede) namens zijn echtgenote is ingediend. Voor ontvankelijkheid van klager is noodzakelijk dat hij een aantoonbaar en direct belang bij de klacht heeft. Klager kan op grond van de door hem aangevoerde stellingen niet worden gezien als rechtstreeks belanghebbende. Aldus kan klager niet klagen over de (vertrouwens)relatie tussen zijn echtgenote en haar huisarts, nu de echtgenote van klager zijn klachten kennelijk niet deelt en/of ondersteunt. Ook overigens zijn het college geen omstandigheden gebleken die zouden moeten leiden tot ontvankelijkheid van klager.

6. De beslissing

Het college:

-         verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht tegen verweerder.

Aldus gewezen op 18 januari 2010 door, mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter,

J.D.M. Schelfhout en mr. C.M.F. van Roessel, als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2010 in aanwezigheid van de secretaris.

secretaris                                                                                                                           voorzitter