ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0332 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/275

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0332
Datum uitspraak: 01-06-2010
Datum publicatie: 02-06-2010
Zaaknummer(s): C2009/275
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen psychiater. CTG verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege omdat het beroep te laat is ingesteld.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer 2009/275 van:

A., verblijvende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

met rechtskundige bijstand van mr. B.A. Fijma, advocaat te Zwijndrecht,

tegen

C., psychiater, werkzaam te B., verweerster in hoger beroep en in eerste aanleg, met rechtskundige bijstand van mr R.W.H.H. Molmans, advocaat te Nijmegen.

1. Verloop van de procedure

Appellant - hierna te noemen klager - heeft op 14 april 2008 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen verweerster - hierna te noemen de arts - een klacht ingediend. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft het klaagschrift doorgezonden naar het bevoegde Regionaal Tuchtcollege te Zwolle, waar het op

23 juli 2008 is ontvangen. Bij beslissing van 3 september 2009, onder nummer 161/2008, heeft laatstgenoemd college de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing in hoger beroep gekomen.

Op 27 april 2010 heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak buiten aanwezigheid van partijen in raadkamer behandeld.

2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

2.1. Ingevolge het bepaalde in artikel 73 lid 1 van de Wet BIG kan beroep worden ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de bestreden beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. De beslissing is bij aangetekende brief van

4 september 2009 aan partijen verzonden. Het beroepschrift had op 16 oktober 2009 door het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ontvangen moeten zijn. Het beroepschrift is echter ingekomen op het secretariaat van het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam op 21 oktober 2009 en daags daarna op het secretariaat van het Regionaal Tucht- college te Zwolle, dus ruim na het verstrijken van bovenvermelde termijn.

Het Centraal Tuchtcollege heeft klager overeenkomstig het bepaalde in artikel 73,

lid 3 van de Wet BIG in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat hij het beroep heeft ingesteld zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs verwacht kon worden. Klager heeft op deze brief niet gereageerd.

2.2. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het beroepschrift niet voldoet aan het in artikel 73, lid 1 van de Wet BIG gestelde vereiste, zodat klager op grond van artikel 74, lid 1 van de Wet BIG niet-ontvankelijk is in het beroep.

3. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter,

mrs. A. Dupain en M. Wigleven, leden-juristen en dr. R.T. Ottow en dr. J.A. Zonnevylle, leden-beroepsgenoten en mr. C.M.J. Wuisman-Jansen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 1 juni 2010, door mr. A.H.A. Scholten, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Voorzitter w.g.

Secretaris w.g.