ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0331 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/276
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0331 |
---|---|
Datum uitspraak: | 01-06-2010 |
Datum publicatie: | 02-06-2010 |
Zaaknummer(s): | C2009/276 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen psychiater. CTG verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege omdat het beroep te laat is ingesteld. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer 2009/276 van:
A., verblijvende te B., appellant, klager in eerste aanleg,
met rechtskundige bijstand van mr. B.A. Fijma, advocaat te Zwijndrecht,
tegen
C., psychiater, werkzaam te B., verweerder in hoger beroep en in eerste aanleg, met rechtskundige bijstand van mr. R.W.H.H. Molmans, als jurist verbonden aan de D.-kliniek te Nijmegen.
1. Verloop van de procedure
Appellant - hierna klager - heeft op 14 april 2008 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen verweerder - hierna de arts - een klaagschrift ingediend. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft het klaagschrift doorgezonden naar het bevoegde Regionaal Tuchtcollege te Zwolle, waar het op 23 juli 2008 is ontvangen. Bij beslissing van 3 september 2009, onder nummer 162/2008, heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing in beroep gekomen.
Op 27 april 2010 heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak buiten aanwezigheid van partijen in raadkamer behandeld.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Ingevolge het bepaalde in artikel 73 lid 1 van de Wet BIG kan beroep worden ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de bestreden beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. De beslissing is bij aangetekende brief van
3 september 2009 aan partijen verzonden. Het beroepschrift had op 15 oktober 2009 door het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ontvangen moeten zijn. Het beroepschrift is echter ingekomen op het secretariaat van het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam op 21 oktober 2009 en daags daarna op het secretariaat van het Regionaal Tucht- college te Zwolle, dus ruim na het verstrijken van bovenvermelde termijn.
Het Centraal Tuchtcollege heeft klager overeenkomstig het bepaalde in artikel 73,
lid 3 van de Wet BIG in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat het beroep is ingesteld zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs verwacht kon worden. Klager heeft op deze brief niet gereageerd.
2.2. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het beroepschrift niet voldoet aan het in artikel 73, lid 1 van de Wet BIG gestelde vereiste, zodat klager op grond van artikel 74, lid 1 van de Wet BIG niet-ontvankelijk is in het beroep.
3. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter,
mrs. A. Dupain en M. Wigleven, leden-juristen en dr. R.T. Ottow en dr. J.A. Zonnevylle, leden-beroepsgenoten en mr. C.M.J. Wuisman-Jansen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 1 juni 2010, door mr. A.H.A. Scholten, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Voorzitter w.g.
Secretaris w.g.