ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0284 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/255

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0284
Datum uitspraak: 11-05-2010
Datum publicatie: 27-07-2010
Zaaknummer(s): C2009/255
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klager is veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf met TBS. Er is een advies uitgebracht tot verlenging van de TBS ondertekend door de gz-psycholoog/psychotherapeut als plaatsvervangend hoofd van de inrichting. Klager verwijt de gz-psycholoog/psychotherapeut dat hij het advies heeft ondertekend zonder klager daadwerkelijk te hebben behandeld of onderzocht en dat het advies niet op onafhankelijke wijze tot stand is gekomen aangezien klager eerder een tuchtrechtelijke klacht tegen hem had ingediend. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege staakt de behandeling omdat klager de klacht heeft ingetrokken en er geen aan het algemeen belang te ontlenen redenen aanwezig zijn op grond waarvan de behandeling van de klacht dient te worden voortgezet.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer 2009/255 van:

                                               A., verblijvende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

                                               C., psychiater, werkzaam te D., verweerder in beide instanties,

                                               gemachtigde: mr. R.W.H.H. Molmans, als juriste verbonden                                       aan de E./GGz F..

1.         Verloop van de procedure

            A. - hierna te noemen klager - heeft op 2 oktober 2008 bij het Regionaal Tuchtcollege           te Zwolle tegen psychiater C. - hierna te noemen de arts - een klacht ingediend. Bij     beslissing van 27 augustus 2009, onder nummer 206/2008 heeft dat College de klacht   als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep             gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

            Bij brief van 11 februari 2010, bij het Centraal Tuchtcollege ingekomen op

            12 februari 2010, heeft klager aan het Centraal Tuchtcollege medegedeeld de lopende            tuchtklacht tegen (o.a.) C. in te trekken.

            Bij brief van 15 februari 2010 heeft de plv. secretaris van het Centraal Tuchtcollege    aan de arts verzocht om, indien hij ondanks de intrekking van de klacht voortzetting       van de behandeling wenste, dit uiterlijk op 15 maart 2010 schriftelijk aan het Centraal      Tuchtcollege mede te delen en is aangegeven dat het Centraal Tuchtcollege, indien      geen bericht van de arts wordt ontvangen er van zal uitgaan dat hij geen bezwaar heeft        tegen het staken van de behandeling. De gemachtigde van de arts heeft bij schrijven van 23 februari 2010 laten weten dat de arts geen bezwaar heeft tegen het staken van        de behandeling in beroep.

            Op 20 april 2010 is de zaak buiten aanwezigheid van partijen in Raadkamer    behandeld.

2.         Beoordeling van het hoger beroep

            2.1 Klager heeft de klacht ingetrokken en de arts heeft geen bezwaar tegen het staken            van de behandeling. Voorts acht het Centraal Tuchtcollege geen aan het algemeen belang te ontlenen redenen aanwezig op grond waarvan de behandeling van de klacht        dient te worden voortgezet.

            2.2 Het voorgaande betekent dat de behandeling van de klacht ingevolge het bepaalde           in artikel 73 lid 7 juncto artikel 65 lid 10 van de Wet BIG zal worden gestaakt.

3.         Beslissing

            Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                               staakt de behandeling van de klacht.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. K.E. Mollema, voorzitter,

mrs. M. Zandbergen en R.A. van der Pol, leden-juristen en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt en

A.C.L. Allertz, leden-beroepsgenoten en mr. H.J. Lutgert, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 11 mei 2010, door mr. A.H.A. Scholten, in tegenwoordigheid van de secretaris.

                                               Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.