ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/246

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0141
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 16-03-2010
Zaaknummer(s): C2009/246
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De oorspronkelijk klager wordt niet ontvankelijk verklaard in beroep wegens het ontbreken van beroepsgronden in het beroepschrift.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer 2009/246 van:

                                               A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

                                               C., psychiater, werkzaam te B., verweerder in hoger beroep en                                              in eerste aanleg, gemachtigde mr P.A. de Zeeuw, verbonden                                       aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam.

1.         Verloop van de procedure

            Appellant - hierna klager - heeft op 19 juni 2008 bij het Regionaal Tuchtcollege te      Zwolle tegen verweerder - hierna te noemen de arts - een klacht ingediend. Bij     beslissing van 2 juli 2009, onder nummer 128/2008, heeft dat College de klacht          afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. Op 4 februari             2010 heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak buiten aanwezigheid van partijen in       raadkamer behandeld.

2.         Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

            2.1.      Het beroepschrift bevat niet, zoals vereist ingevolge artikel 73 lid 2 Wet op de            beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in verbinding met artikel 19     lid 1 onder c Tuchtrechtbesluit BIG, de gronden van het beroep. Aan klager is bij brief        van 19 oktober 2009 de gelegenheid geboden de gronden van het beroep schriftelijk            aan te vullen. Klager is in bedoelde brief meegedeeld dat de aanvullende gronden        uiterlijk op 16 november 2009 door het Centraal Tuchtcollege moeten zijn ontvangen.            Klager heeft niet op de brief gereageerd.

            2.2.      Nu de gronden van het beroep niet binnen de gestelde fatale termijn zijn          aangevuld moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de daaraan   in de wet gestelde eisen en dat klager op grond van het bepaalde in artikel 74 lid 1       Wet BIG niet in het beroep kan worden ontvangen. De beslissing van het Regionaal             Tuchtcollege blijft daarmee in stand.

3.         Beslissing

            Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                               verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. A.H.A. Scholten, voorzitter,

mrs. L.F. Gerretsen-Visser en M. Zandbergen, leden-juristen en dr. R.A. Verweij en

dr. T.J.M. Tobé, leden-beroepsgenoten en mr. C.M.J. Wuisman-Jansen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 9 maart 2010, door mr. E.J. van Sandick, in tegenwoordigheid van de secretaris.

                                               Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.