ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0138 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/268

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0138
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 16-03-2010
Zaaknummer(s): C2009/268
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen niet BIG geregisterde persoon. Beroep van beslissing waarin de klaagster in de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt verworpen.  

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer 2009/268 van:

                                               A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg,

tegen

                                               C., werkzaam te B., verweerster in hoger beroep en in eerste                                     aanleg.

1.         Verloop van de procedure

            Appellante - hierna klaagster - heeft op 12 februari 2009 bij het Regionaal      Tuchtcollege te Amsterdam tegen verweerster een klacht ingediend. Bij beslissing van      25 augustus 2009, onder nummer 09/053, heeft dat college klaagster in de klacht niet-          ontvankelijk verklaard. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen.

            Op 28 januari 2010 heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak buiten aanwezigheid van partijen in raadkamer behandeld.

2.         Beoordeling van het beroep

            2.1.      Op grond van het bepaalde in artikel 47, eerste lid, van de Wet op de beroepen         in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is degene die in een van de in het             tweede lid van dat artikel bedoelde hoedanigheden staat ingeschreven in een van de op      grond van artikel 3 Wet BIG ingestelde registers onderworpen aan tuchtrecht.

            Het Regionaal College heeft terecht het standpunt ingenomen dat die situatie zich hier niet voordoet omdat verweerster niet in één van genoemde registers is ingeschreven.           Het beroepschrift van klaagster leidt niet tot een ander oordeel.

            2.2.      Een redelijke uitleg van artikel 66 Wet BIG brengt mee dat het Regionaal        Tuchtcollege in die situatie artikel 66, eerste lid Wet BIG niet hoefde toe te passen en       aanstonds een eindbeslissing kon geven strekkende tot niet-ontvankelijkheid van     klaagster in de oorspronkelijke klacht.

            2.3.      Het voorgaande voert tot de slotsom dat het beroep dient te worden   verworpen. Een redelijke toepassing van paragraaf 5 van hoofdstuk VII, Wet BIG   brengt mee dat dat in dit geval kan geschieden in raadkamer.

3.         Beslissing

            Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                               verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter,

mr. C.H.M. van Altena en prof.mr. J.K.M. Gevers, leden-juristen en A.C.L. Allertz en

H.J. Dalewijk, leden-beroepsgenoten en mr. C.M.J. Wuisman-Jansen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 9 maart 2010, door mr. E.J. van Sandick, in tegenwoordigheid van de secretaris.

                                               Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.