ECLI:NL:TDIVTC:2010:YF0238 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2008/65

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2010:YF0238
Datum uitspraak: 18-02-2010
Datum publicatie: 29-04-2010
Zaaknummer(s): 2008/65
Onderwerp: Honden
Beslissingen: Ongegrond
Inhoudsindicatie: Onvoldoende onderzoek mamatumoren?

1. DE PROCEDURE

Het college heeft kennisgenomen van het klaagschrift, het verweerschrift, de repliek en de dupliek. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 januari 2010. Klaagster is daarbij verschenen, tezamen met een vriendin. Beklaagde was eveneens aanwezig, vergezeld door haar vader en bijgestaan door haar gemachtigde, mr. drs. Z.

2. DE KLACHT

Beklaagde wordt verweten, zakelijk weergegeven, dat zij ten aanzien van de kat van klaagster:

-          bij het consult op 29 januari 2008 preoperatief onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar eventuele metastasering, meer in het bijzonder dat zij heeft nagelaten een thoraxfoto te maken, waardoor de kat een overbodige operatie heeft moeten ondergaan en onnodig heeft geleden;

-          bij het consult op 31 maart 2008 heeft nagelaten een thoraxfoto te maken en een verkeerde diagnose heeft gesteld, waardoor de kat onnodig heeft geleden;

-          op 7 april 2008 en 8 april 2008 geen spoedconsult heeft geboden terwijl de kat ernstige ademhalingsproblemen en een bekende fatale ziekte had, waardoor de kat onnodig heeft geleden en blijk is gegeven van een falende praktijkorganisatie met een assistente die zelfstandig een spoedconsult heeft geweigerd en aan beklaagde niet terstond melding heeft gedaan van een noodsituatie.

3. DE FEITEN

3.1. Op 29 januari 2008 hebben de ouders van klaagster met de kat van klaagster, genaamd XXXXX, het spreekuur van beklaagde bezocht. Klaagster verbleef op dat moment in het buitenland. De kat had enkele knobbels aan de buikhuid. Volgens klaagster was er sprake van drie ronde knobbels van circa 1 cm in doorsnee en een langwerpige knobbel van circa 2 bij 1 cm. Beklaagde heeft na palpatie vastgesteld dat het om mammatumoren (tumoren van de melkklieren) ging. Met instemming van haar ouders en van klaagster zelf is besloten de knobbels operatief te verwijderen.

3.2. De operatie is de volgende dag, op 30 januari 2008, uitgevoerd en in de middag is de kat door de ouders van klaagster opgehaald. Die avond heeft er nog een telefoongesprek tussen beklaagde en de vader van klaagster plaatsgevonden, waarbij vragen ten aanzien van de operatie zijn beantwoord. Op 8 februari 2008 heeft beklaagde, eerder dan gepland en op verzoek van de familie van klaagster, de hechtingen van de operatiewond verwijderd.

3.3. Op 31 maart 2008 hebben de ouders van klaagster opnieuw de praktijk van beklaagde geconsulteerd, dit keer in ieder geval omdat de kat een bultje had op haar rug tussen de

schouderbladen. Partijen zijn verdeeld over de vraag welke symptomen er bij dit consult verder zijn gemeld. Beklaagde heeft bij het door haar verricht onderzoek geen afwijkingen waargenomen en geen aanleiding gezien voor een behandeling.

3.4. Op 7 april 2008 omstreeks 15:30 uur heeft klaagster telefonisch contact opgenomen met de praktijk van beklaagde. De dierenartsassistente heeft klaagster te woord gestaan. Klaagster heeft gevraagd of dat zij met de kat mocht langskomen en of zij de dierenarts kon spreken en, in een later stadium van het gesprek, of de dierenarts een visite kon afleggen. Vast staat dat aan geen van de verzoeken tegemoet is gekomen en dat er een afspraak is gemaakt voor een consult op de volgende dag om 15:30 uur.

3.5. De volgende ochtend, 8 april 2008, is klaagster nog voor openingstijd naar de praktijk gegaan en heeft zij tegenover de assistente gemeld dat de kat benauwdheidsklachten had. De assistente heeft klaagster aangeboden om de kat, die zij op dat moment niet bij zich had, naar de praktijk te brengen. Tevens zou de assistente trachten om de gemaakte afspraak die middag naar voren te schuiven en is aan klaagster medegedeeld dat zij daarover nog zou worden teruggebeld.

3.6. Klaagster en haar familie zijn niet op het aanbod ingegaan en hebben zich tot een andere dierenarts gewend. Die heeft vastgesteld dat de kat een ondertemperatuur van 35 graden had. Er is een thoraxfoto gemaakt waaruit is gebleken dat beide longen van de kat vol vocht zaten en dat er uitzaaiingen waren. De situatie was zodanig ernstig dat is besloten de kat te euthanaseren. Klaagster heeft ter zitting verklaard dat haar vader omstreeks 10:10 die ochtend vanuit de praktijk van de opvolgend dierenarts naar de praktijk van beklaagde heeft gebeld om de afspraak van die middag af te zeggen, waarbij hij tevens zijn ongenoegen heeft geuit over de gang van zaken die ochtend.

4. HET VERWEER

Beklaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op dit verweer zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

5. DE BEOORDELING

5.1. Ten aanzien van het onderzoek en de behandeling op 29 en 30 januari 2008

5.1.1. Beoordeeld dient te worden of beklaagde, zoals klaagster stelt, diergeneeskundig onjuist heeft gehandeld door zonder het maken van een thoraxfoto over te gaan tot het operatief verwijderen van de aangetroffen mamatumoren. Het college overweegt hieromtrent het volgende.

5.1.2. Van mamatumoren is bekend dat zij zeer kwaadaardig kunnen zijn en zeer snel kunnen metastaseren. Beklaagde mag hiermee beroepsmatig bekend worden verondersteld. Gelet hierop is dan ook sterk aan te bevelen en ook een gebruikelijke stap om, na vast stelling van de tumor, voorafgaande aan een vervolgstap een thorax- of röntgenfoto te maken, die met name van belang is om te bezien of er sprake is van uitzaaiingen, en zo ja, in welk stadium deze zijn. Op deze wijze kan beter worden beoordeeld of een operatie wel of niet zinvol is.

5.1.3. Niet in geschil is dat de ouders van beklaagde bij het consult op 29 januari 2008 door beklaagde zijn ingelicht over de aanwezigheid van mamatumoren en dat tevens is meegedeeld dat deze tumoren zeer kwaadaardig kunnen zijn. De lezingen lopen echter uiteen waar het gaat om de vraag waarom er dan geen thorax- of röntgenfoto is gemaakt. Klaagster en haar ouders stellen dat beklaagde dit niet nodig vond en zou hebben aangedrongen op een operatie. Beklaagde stelt dat zij alle mogelijkheden en beperkingen -daaronder dat op een thorax- of röntgenfoto uitzaaiingen niet altijd zichtbaar zijn- van verdere onderzoeken met de ouders van klaagster heeft besproken en dat in gezamenlijk overleg is besloten om zonder het maken van een foto operatief in te grijpen. Beklaagde heeft ter zitting nog verklaard dat bij dat besluit ook is betrokken dat de kat verder geen

zieke indruk maakte, dat de knobbels bij palpatie zeer pijnlijk waren en dat de kat, die gestresst was, voor het maken van een röntgenfoto onder sedatie zou moeten worden gebracht.

5.1.4. Klaagster heeft ter ondersteuning van haar betoog schriftelijke ‘getuigenverklaringen’ van haar ouders in het geding gebracht. Daar staat echter tegenover dat in de patiëntenkaart weer steun is te vinden voor de lezing van beklaagde. Terzake van het consult op 29 januari 2008 wordt daarop vermeld :

‘I.o.m. eig. wrschl.mal.tumor, z.geres.progn., mog./bep.nad.ond.bespr. (biopt/rofo/echo).’

Het college gaat er vanuit dat voluit geschreven met deze aantekening is bedoeld:

‘In overleg met eigenaar, waarschijnlijk maligne tumor, zeer gereserveerde prognose, mogelijkheden/beperkingen nader onderzoek besproken (bioptie/röntgenfoto, echo) ’.

5.1.5. Partijen schetsen dus een verschillend beeld van het verloop van het consult op 29 januari 2008. Het college acht het bijgebrachte bewijs aan beide kanten ontoereikend om aan de stelling van de ene partij meer gewicht toe te kunnen kennen dan aan die van de andere partij. Bij deze stand van zaken kan niet met zekerheid worden bepaald welke lezing voor juist moet worden gehouden. Naar vaste jurisprudentie moet dit klachtonderdeel dan ook worden verworpen en is niet komen vast te staan dat beklaagde nader röntgenonderzoek terzake eventuele metastasering heeft ontraden en dat het achterwege laten ervan een eenzijdig besluit is geweest. Overigens is niet gesteld en heeft het college ook geen enkele aanwijzing om te veronderstellen dat de patiëntenkaart onjuist zou zijn ingevuld.

5.2. Ten aanzien van het onderzoek bij het consult op 31 maart 2008

5.2.1. Anders dan klaagster is het college van oordeel dat beklaagde veterinair niet verwijtbaar heeft gehandeld doordat zij ook bij dit consult geen thorax- of röntgenfoto heeft gemaakt. Dat de kat in de periode vanaf de operatie (30 januari 2008) tot aan dit consult wezenlijke gezondheidsproblemen heeft gekend is niet gebleken. De kat werd bij dit consult aangeboden vanwege een bultje op de rug en beklaagde heeft uitdrukkelijk betwist dat er daarnaast meer is gemeld dan dat de kat meer sliep dan anders en een andersoortig spinnend geluid maakte.

5.2.2. Daarnaast wordt op de patiëntenkaart vermeld dat de kat ten tijde van het consult goed dronk en at en niet vermagerd was. Ook blijkt daaruit dat beklaagde een uitgebreid onderzoek heeft verricht. De lichaamstemperatuur is gemeten, de turgor en de slijmvliezen zijn beoordeeld en de kat is gewogen. Daarnaast is de buik van de kat gepalpeerd en heeft auscultatie van het hart en de longen plaatsgevonden. Omdat uit het onderzoek verder geen abnormale of verontrustende zaken naar voren zijn gekomen, acht het college verdedigbaar dat beklaagde ten aanzien van het bultje heeft geconcludeerd dat het een mogelijke reactie op de na de operatie toegediende antibiotica-injectie betrof en dat zij ook in de gemelde veranderingen in het slaapgedrag en het geluid van het spinnen geen aanleiding heeft gezien voor verder (röntgenologisch) onderzoek. Daarbij komt dat na afloop van het consult nog een afspraak is gemaakt om na 14 dagen de situatie opnieuw te beoordelen.

5.3. T.a.v. het verwijt dat op 7 april 2008 is geweigerd een spoedconsult aan te bieden .

5.3.1. Ook ten aanzien van dit klachtonderdeel kan niet met zekerheid worden aangenomen wie van partijen de feiten juist presenteert. Waar klaagster stelt dat de assistente op persoonlijke titel en zonder overleg een spoedconsult heeft geweigerd terwijl haar zou zijn gemeld dat de kat in nood verkeerde, heeft beklaagde aangevoerd dat de betreffende assistente tijdens het telefoongesprek die middag met haar heeft overlegd en op haar aanwijzingen heeft gehandeld.

5.3.2. Beklaagde heeft voorts aangevoerd dat zij zich er als verantwoordelijk dierenarts uitdrukkelijk van heeft vergewist of er spoedhulp moest worden geboden en dat zij daartoe de

assistente tijdens het telefoongesprek heeft geïnstrueerd door te vragen naar symptomen die op een noodsituatie zouden kunnen wijzen, zoals braken en/of benauwdheidsklachten. Beklaagde

stelt dat zij, toen zij via haar assistente vernam dat daarvan geen sprake was, heeft gevraagd een afspraak voor de volgende dag in te plannen, waarmee klaagster akkoord is gegaan. Gelet op het voorgaande kan niet als vaststaand worden aangenomen dat er ten tijde van het bewuste telefoongesprek sprake was van een noodsituatie, die duidelijk is gemeld of anderszins voor beklaagde kenbaar zou moeten zijn geweest, noch dat haar in de communicatie daarover iets te verwijten valt. Aldus dient de stelling van klaagster dat de betreffende assistente op persoonlijke titel heeft gehandeld alsook haar stelling dat beklaagde althans haar assistente de bewuste dag heeft geweigerd spoedhulp te bieden als onvoldoende onderbouwd te worden verworpen. Ten overvloede wordt in dit verband nog overwogen dat de betreffende dierenartsassistente in de door klaagster tegen haar aangespannen tuchtzaak (nr. 2008/ 66) heeft aangevoerd dat klaagster tijdens het bewuste telefoongesprek slechts heeft gemeld dat de kat sloom was en slecht at en dronk en dat met geen woord is gerept over de symptomen die klaagster in het klaagschrift stelt te hebben gemeld.

5.4. T.a.v. het verwijt dat op 8 april 2008 is geweigerd een spoedconsult aan te bieden

5.4.1. Partijen zijn het er over eens dat klaagster op dinsdagochtend 8 april 2008 aan de assistente van beklaagde heeft gemeld dat de kat ernstige benauwdheidsklachten had. De assistente heeft klaagster hierop aangeboden om met de kat, die klaagster niet zij zich had, naar de praktijk te komen, waarna beklaagde, die op dat moment met een operatie bezig was en nog een druk operatieprogramma voor de boeg had, de kat zo spoedig mogelijk en eventueel tussen de operaties door zou kunnen onderzoeken.

5.4.2. Naar het oordeel van het college kan dit aanbod in casu niet als een weigering om spoedhulp te bieden worden opgevat. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat uit de stukken en hetgeen beklaagde daarover ter zitting heeft verklaard voldoende aannemelijk is geworden dat de praktijk over een zuurstofcouveuse beschikt waar de kat in afwachting van het onderzoek in had kunnen worden gelegd, zodat er van onnodig lijden geen sprake zou zijn geweest. De gang van zaken heeft bij klaagster kennelijk de indruk doen ontstaan dat haar benauwde kat ergens achteraf in een kamertje zou worden gelegd en dat beklaagde op een moment dat het haar schikte naar de kat zou kijken, maar het college is er voldoende van overtuigd dat beklaagde bereid is geweest om zo spoedig mogelijk naar de kat te kijken en dat het dier in afwachting van het onderzoek adequaat en zonder lijden kon worden opgevangen. Onder die omstandigheden kan van een weigering om spoedhulp te verlenen of van een falende praktijkorganisatie niet worden gesproken.

5.5. De conclusie

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is niet althans onvoldoende gebleken dat beklaagde ten aanzien van het onderzoek en de behandeling van de kat van klaagster veterinair onjuist en tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht zal daarom ongegrond worden verklaard. 

6. DE BESLISSING

Het College:

verklaart de klacht, op al zijn onderdelen, ongegrond.

Aldus vastgesteld te ‘s- Gravenhage door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, en door de leden drs. E.K. Dolfijn, drs.Th.A.M. Witjes, drs. J.Hilvering en drs. J.G. Neuteboom, in tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

Uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2010 door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

mr. J.B.M. Keijzers                                        G.J. van Muijen