ECLI:NL:TDIVTC:2010:1 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage VB 2010/03

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2010:1
Datum uitspraak: 11-06-2010
Datum publicatie: 08-01-2014
Zaaknummer(s): VB 2010/03
Onderwerp: Procesrecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beroep te laat ingediend. Niet-ontvankelijk.

V E T E R I N A I R    B E R O E P S C O L L E G  E

Dossiernummer: VB 10/03

Uitspraak

in de zaak van

X

wonende te A,

appellant van een uitspraak

van 21 januari 2010 van het

Veterinair Tuchtcollege (2008/124)

1. Het verloop van de procedure

Het Veterinair Tuchtcollege heeft bij uitspraak van 21 januari 2010, verzonden op 21 januari 2010, gegrond verklaard de klacht van Y wonende te A (hierna te noemen: klaagster), dat X, dierenarts te A (hierna te noemen appellante), te kort is geschoten in de zorg die zij in haar hoedanigheid van dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van de   hond van klaagster, met betrekking tot welk dier haar hulp was ingeroepen.

Als gemachtigde van appellante heeft Z, werkzaam bij W, bij beroepschrift, gedateerd 29 maart 2010, bij het Veterinair Beroepscollege beroep ingesteld tegen voormelde beslissing. Het beroepschrift is op 1 april 2010 bij het Veterinair Beroepscollege binnengekomen.

Bij brief van 9 april 2010 is aan de gemachtigde van appellante meegedeeld dat zij het beroepschrift te laat heeft ingediend en is zij in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat zij redelijkerwijs ter zake niet in verzuim is geweest.

Bij brief van 22 april 2010 heeft de gemachtigde van appellante erkend dat het beroepschrift te laat is ingediend en dat dit aan haar is toe te rekenen.  Bij de overdracht van het dossier heeft de secretaresse van de gemachtigde de datum onjuist geagendeerd, waardoor de gemachtigde in de veronderstelling was dat het beroepschrift op 21 april 2010 binnen diende te zijn. De gemachtigde verzoekt de gemaakte fout niet aan X toe te rekenen.

Desgevraagd hebben beide partijen schriftelijk aangegeven af te zien van de geboden gelegenheid om te worden gehoord op een openbare zitting.

2. De overwegingen van het Veterinair Beroepscollege

2.1   Op grond van artikel 37, eerste lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (hierna: WUD) kan beroep worden ingesteld tegen een beslissing van het Veterinair Tuchtcollege aangaande een ingediende klacht binnen twee maanden na de dag van verzending van de aangetekende brief  waarbij de desbetreffende beslissing is verzonden. Ingevolge vaste rechtspraak van het VBC blijft niet-ontvankelijkverklaring wegens overschrijding van de beroepstermijn achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat degene die het beroepschrift na afloop van de termijn heeft ingediend, in verzuim is geweest.

2.2   Bij aangetekend schrijven van 21 januari 2010 is aan V, werkzaam bij W en destijds gemachtigde van appellante, een afschrift van de door appellante bestreden beslissing van het Veterinair Tuchtcollege gezonden, waarbij melding is gemaakt van de mogelijkheid beroep in te stellen bij het Veterinair Beroepscollege binnen twee maanden na de verzenddatum van dat schrijven. Een afschrift van de desbetreffende tekst van de wettelijke bepalingen was ingesloten.

De uiterste datum voor indiening van beroep was dan ook 21 maart 2010. Daar deze dag een zondag betrof is er van rechtswege een verlenging van de beroepstermijn op grond van de Algemene Termijnenwet tot 22 maart 2010.

2.3   Het beroepschrift van appellante, gedateerd 29 maart 2010, is op 1 april 2010 door het Veterinair Beroepscollege ontvangen. De wettelijke beroepstermijn is derhalve overschreden.

2.4   Appellante heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, geen reden aangedragen die zou moeten leiden tot het oordeel dat haar ten aanzien van het overschrijden van de beroepstermijn redelijkerwijze geen verwijt treft. Het beroepschrift is te laat ingediend wegens een administratieve fout, toe te rekenen aan de gemachtigde van appellante. Nu appellante ervoor gekozen heeft zich te doen vertegenwoordigen door een gemachtigde, komt de door deze gemachtigde gemaakte administratieve fout voor rekening van appellante. Het verzoek van de gemachtigde om de gemaakte fout niet aan appellante toe te rekenen kan derhalve niet worden ingewilligd. 

2.5   Gelet op het voorgaande, komt het Veterinair Beroepscollege niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de grieven van appellante.

Slotsom

Op grond van het vorenoverwogene komt het Veterinair Beroepscollege tot de slotsom dat appellante haar beroepschrift niet tijdig heeft ingediend en derhalve op grond van artikel 37, eerste lid, WUD, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar beroep. 

3. Beslissing in beroep

Het Veterinair Beroepscollege:

·        verklaart appellante in haar beroep niet-ontvankelijk

Aldus gewezen door de voorzitter mr. W. Sorgdrager en de leden mr. H.C. Cusell, mr. J.M. Willink, drs. M.A. van Messel (dierenarts), drs. M.I. de Nijs (dierenarts) in tegenwoordigheid van de secretaris mr S.F.G. Cornel-van der Meulen en door de voorzitter te Den Haag op 11 juni 2010 in het openbaar uitgesproken.

w.g.Secretaris                                                                                   w.g.Voorzitter

Voor eensluidend afschrift,

plv. secretaris