ECLI:NL:TDIVBC:2010:1 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2009/03

ECLI: ECLI:NL:TDIVBC:2010:1
Datum uitspraak: 09-02-2010
Datum publicatie: 08-01-2014
Zaaknummer(s): VB 2009/03
Onderwerp: Procesrecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet gemotiveerd beroepschrift. Motivering te laat ingezonden. Niet-ontvankelijk.

V E T E R I N A I R    B E R O E P S C O L L E G  E

Dossiernummer: VB 09/03

Uitspraak

in de zaak van

X

appellant van een uitspraak

van 13 februari 2009 van het

Veterinair Tuchtcollege (2007/86)

tegen

Y

1. Het verloop van de procedure

Het Veterinair Tuchtcollege heeft bij uitspraak van 13 februari 2009, verzonden op 13 februari 2009, ongegrond verklaard de klacht van X., wonende te Z (hierna te noemen: appellant), dat drs. Y, dierenarts te A (hierna te noemen beklaagde), te kort is geschoten in de zorg die hij in zijn hoedanigheid van dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van het paard van appellant, met betrekking tot welk dier zijn hulp was ingeroepen.

Als gemachtigde van appellant heeft mr. B, advocaat te C, bij beroepschrift van 8 april 2009, binnengekomen per fax op 8 april 2009 en per post op 10 april 2009, bij het Veterinair Beroepscollege beroep ingesteld tegen voormelde uitspraak. Zij heeft daarbij verzocht om een termijn van zes weken te verlenen om de gronden van het beroep in te dienen en het beroepschrift te motiveren.

Bij brief van 14 april 2009 van de secretaris van het Veterinair Beroepscollege is aan de gemachtigde van appellant het gevraagde uitstel verleend en is zij in de gelegenheid gesteld om vóór 22 mei 2009 de gronden van het beroep in te dienen.

Bij brief van 22 mei 2009 –zijnde de dag na Hemelvaart-, welke per fax op dezelfde dag door het Veterinair Beroepscollege werd ontvangen, heeft de gemachtigde van appellant een nader uitstel gevraagd voor het indienen van de gronden van het beroep, tot 25 mei 2009, wegens een computercrash.

In een telefonisch contact op 25 mei 2009 tussen de gemachtigde van appellant en de secretaris van het Veterinair Beroepscollege, is aan de gemachtigde van appellant wederom uitstel verleend voor het indienen van de gronden van het beroep tot het einde van die week, vrijdag 29 mei 2009.

Bij brief van 27 mei 2009, welke per fax op dezelfde dag door het Veterinair Beroepscollege werd ontvangen, heeft de gemachtigde van appellant verzocht om nog eenmaal een uitstel te verlenen, tot 1 juni 2009, omdat de computerstoring nog niet geheel verholpen was.

Bij brief van 28 mei 2009 is aan de gemachtigde van appellant het gevraagde uitstel tot 1 juni 2009 verleend.

Bij brief van 2 juni 2009, welke per fax op dezelfde dag door het Veterinair Beroepscollege werd ontvangen, heeft de gemachtigde van appellant de motivering van het beroepschrift ingediend, zij het zonder de daarbij behorende producties.

Bij brief van 23 juni 2009, binnengekomen bij het Veterinair Beroepscollege op 24 juni 2009, is de motivering van het beroepschrift met de daarbij behorende producties per post binnengekomen.

Bij brief van 23 juni 2009 heeft mr. D, namens mr. E., gemachtigde van beklaagde, gesteld dat de gronden van het beroep te laat door de gemachtigde van appellant zijn ingediend, zodat het beroepschrift niet in behandeling kan worden genomen. Mr. D heeft verzocht de zaak ter beoordeling van de tijdigheid van de aanvulling van het beroepschrift aan het Veterinair Beroepscollege voor te leggen.

De ontvankelijkheid van het aanvullende beroepschrift van 2 juni 2009 is besproken in raadkamer op 7 juli 2009 en vervolgens behandeld ter openbare zitting van het Veterinair Beroepscollege op 30 oktober 2009. Bij die gelegenheid hebben mr. B, gemachtigde van appellant, en mr. E, gemachtigde van beklaagde, hun standpunten nader toegelicht.

2. De overwegingen van het Veterinair Beroepscollege

2.1 Op grond van artikel 37, eerste lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (hierna: WUD) kan beroep worden ingesteld tegen een beslissing van het Veterinair Tuchtcollege aangaande een ingediende klacht binnen twee maanden na de dag van verzending van de aangetekende brief  waarbij de desbetreffende beslissing is verzonden. Op grond van het tweede lid van artikel 37 WUD wordt beroep ingesteld bij een met redenen omkleed beroepschrift.

Ingevolge artikel 4 van het Reglement voor het Veterinair Beroepscollege van januari 1993 (een interne procesregeling van het College; hierna: Reglement) gaat het Veterinair Beroepscollege slechts tot behandeling van een beroepschrift als bedoeld in artikel 37 WUD over, indien dit beroepschrift tijdig, schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend bij hem inkomt.

Op grond van artikel 5 van het Reglement stelt de voorzitter een voorlopig onderzoek in, zodra een beroepschrift is ingekomen. Indien de voorzitter van oordeel is dat het beroepschrift onvolledig en/of onduidelijk is, nodigt de secretaris van het Veterinair Beroepscollege de indiener van het beroepschrift schriftelijk uit het beroepschrift aan te vullen en/of te verduidelijken binnen een termijn van dertig dagen. Deze termijn van dertig dagen gaat lopen vanaf de datum van verzending van de brief door de secretaris. Het Veterinair Beroepscollege hecht eraan deze termijn in het belang van een goede procesorde strikt te hanteren. Dit betekent onder meer dat slechts in geval van omstandigheden die de appellant niet zijn toe te rekenen, de termijn kan worden verlengd, mits daarom tijdig wordt verzocht.

2.2 Bij aangetekend schrijven van 13 februari 2009 is aan appellant een afschrift van de door hem bestreden beslissing van het Veterinair Tuchtcollege gezonden, waarbij melding is gemaakt van de mogelijkheid beroep in te stellen bij het Veterinair Beroepscollege binnen twee maanden na de verzenddatum van dat schrijven. Een afschrift van de desbetreffende tekst van de wettelijke bepalingen was ingesloten.

De uiterste datum voor indiening van beroep was dan ook 13 april 2009. Daar deze dag een algemeen erkende feestdag betrof is er een verlenging van rechtswege van de beroepstermijn op grond van de Algemene Termijnenwet, tot 14 april 2009.

2.3 Het pro forma beroepschrift van appellant, gedateerd 8 april 2009, is binnen de wettelijke beroepstermijn ontvangen. De motivering van het beroepschrift is echter pas op 2 juni 2009 ontvangen en de daarbij producties nog later, te weten op 24 juni 2009.

2.4 Zijdens beklaagde is aangevoerd dat appellant de motivering van het beroepschrift te laat heeft ingediend, nu deze niet binnen 30 dagen na 10 april 2009 bij het Veterinair Beroepscollege is ontvangen, en geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Zijdens appellant is aangevoerd dat hem bij brieven van 14 april 2009 en 28 mei 2009, alsook mondeling op 25 mei 2009, op zijn verzoek uitstel is verleend voor het indienen van de motivering van het beroepschrift. Ten laatste is uitstel verleend tot 1 juni 2009. Aangezien dit een algemeen erkende feestdag betrof, dient dit uitstel op grond van de Algemene termijnenwet te worden verlengd tot 2 juni 2009.

Het Veterinair Beroepscollege overweegt dat appellant er, gezien voornoemde brief van de secretaris van 28 mei 2009, op mocht vertrouwen dat hij tot 1 juni 2009 de gelegenheid had om het beroepschrift te motiveren.

2.5 De motivering is evenwel binnengekomen op 2 juni 2009, een dag later dan het aan beklaagde ten laatste verleende uitstel tot 1 juni 2009. Het Veterinair Beroepscollege is van oordeel dat hier sprake is van een fatale termijnoverschrijding en overweegt daartoe het volgende.

Onjuist is de stelling van beklaagde, dat de termijn van 1 juni 2009 (tweede Pinksterdag) op grond van de Algemene termijnenwet is verlengd tot 2 juni 2009. Immers, de Algemene termijnenwet is, gelet op artikel 1 en artikel 5 van die wet, alleen van toepassing op in de wet gestelde termijnen en op termijnen die in een algemene maatregel van bestuur zijn gesteld, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald. Echter, de termijn die appellant geheel overeenkomstig zijn derde uitstelverzoek tot 1 juni 2009 is gegund, is niet te herleiden tot enig voorschrift vervat in een wet of een algemene maatregel van bestuur. Hieruit volgt dat appellant ervoor zorg diende te dragen dat de motivering van het beroepschrift uiterlijk op 1 juni 2009 in handen was van het Veterinair Beroepscollege.

Nu dit laatste niet is geschied en niet gebleken is dat de te late indiening te wijten is aan omstandigheden die appellant niet zijn toe te rekenen, kan in verband met de niet-ontvankelijkheid van het beroep niet worden toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de grieven van appellant.

Slotsom

Op grond van het vorenoverwogene komt het Veterinair Beroepscollege tot de slotsom dat appellant zijn beroepschrift niet tijdig heeft gemotiveerd en derhalve op grond van artikel 37, tweede lid, WUD, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beroep. 

3. Beslissing in beroep

Het Veterinair Beroepscollege:

• verklaart appellant in zijn beroep niet-ontvankelijk

Aldus gewezen door de voorzitter mr. W. Sorgdrager en de leden mr. I.M. Davids, mr. H.C. Cusell, dr. L.M. Derkx-Overduin (dierenarts), en drs. M.A. van Messel (dierenarts), in tegenwoordigheid van de secretaris mr. S.F.G. Cornel-van der Meulen en door de voorzitter te Den Haag op 9 februari 2010 in het openbaar uitgesproken.

w.g. Secretaris                           w.g. Voorzitter

Voor eensluidend afschrift,

Secretaris