ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0698 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch X 200-2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0698
Datum uitspraak: 26-04-2010
Datum publicatie: 09-06-2010
Zaaknummer(s): X 200-2009
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Voorzover een cliënt al een rol heeft gespeeld bij het onttrekken van goederen uit een gefailleerde vennootschap valt diens advocaat hiervan geen verwijt te maken. Dat de advocaat hierbij zelf een rol heeft gespeeld is niet komen vast te staan.   Verzet deels gegrond, klacht ongegrond.

 X 200 - 2009

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

het verzet tegen een voorzittersbeslissing

betreffende een klacht van

klagers

tegen

verweerder

1. Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 13 oktober 2009 hebben klagers verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd. 1 oktober 2009.

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

            - brief van klagers dd. 8 februari 2010, met bijlagen

            - brief dd. 16 februari 2010 van verweerder, met bijlagen

1.3       Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 22 februari 2010.

Verschenen is : klager sub 2, mede namens klaagster sub 1.

Verweerder heeft de raad bij brief dd. 16 februari 2010 bericht wegens verblijf in het buitenland niet te zullen verschijnen.

2. De feiten

2.1       De raad gaat uit van de feiten zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.  

3. De klacht

3.1       De klacht -voor zover in verzet van belang- bestaat uit het navolgende:

Verweerder heeft geparticipeerd in ‘dealtjes’ van zijn cliënten, waardoor het onduidelijk dan wel misleidend was in welke hoedanigheid hij optrad.

4. Beslissing van de voorzitter

4.1       De voorzitter heeft de klachtonderdelen 1 en 3 t/m 6 als kennelijk ongegrond afgewezen en klachtonderdeel 2 als kennelijk niet-ontvankelijk.

5. Het verzet

5.1.      Verweerder moet op zijn minst op de hoogte zijn geweest dan wel actief medewerking hebben verleend aan de door de curator in het faillissement van BV X vastgestelde faillissementsfraude. Klagers hebben schade geleden bij de aankoop van een door hen aangekochte partij goederen uit het faillissement van BV X. Uit de voorraadlijsten blijkt dat de cliënt van verweerder in samenwerking met dan wel met goedkeuring van verweerder schuldig heeft gemaakt aan het achteroverdrukken van goederen uit het faillissement van

de BV X.

5.2.      Verweerder heeft een rol gespeeld in de bedenkelijke praktijken van zijn cliënt voorafgaand aan het faillissement van BV X om zo samen met zijn cliënt een onroerend goed heel goedkoop in handen te krijgen. Verweerder heeft samen met zijn cliënt een aan de gefailleerde BV X toebehorende pand in Lelystad gekocht voor bijna € 1.000.000, - onder de getaxeerde waarde. Dit is een ontoelaatbare verstrengeling van belangen en onbetamelijk gedrag.

6. Beoordeling van het verzet

6.1.      Het verzet heeft enkel betrekking op de beslissing van de voorzitter ten aanzien van onderdeel 2 van de klacht. Nu het verzet niet is gericht tegen de beslissing van de voorzitter ten aanzien van de klachtonderdelen 1,3,4,5 en 6 blijft de beslissing ten aanzien van deze klachtonderdelen in stand.

6.2.      Klagers stellen in verzet ten onrechte door de voorzitter van de raad wegens ontbreken van een eigen belang niet-ontvankelijk te zijn verklaard in onderdeel 2 van de klacht.

Klagers stellen op grond van het navolgende een eigen belang te hebben bij onderdeel 2 van de klacht:

  1. Klagers hebben een grote partij goederen van de gefailleerde BV X gekocht, terwijl vaststaat dat de cliënt van verweerder op ongeoorloofde wijze goederen uit de voorraad had onttrokken en dat verweerder hierbij betrokken was.

  2. Verweerder heeft samen met zijn cliënt het aan de gefailleerde BV X toebehorende onroerend goed tegen een volgens de curator niet marktconforme prijs verworven.

Op grond van het bovenstaande zal de raad het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ten aanzien van klachtonderdeel 2 als gesplitst in klachtonderdeel 2a en 2b behandelen.

6.3.      Ten aanzien klachtonderdeel 2a komt het de raad voor dat, voor zover zou komen vast te staan dat verweerder betrokken is geweest bij het onttrekken van goederen uit de door klagers van de gefailleerde BV X aangekochte voorraad, klagers bij dit onderdeel van de klacht een eigen belang toekomt.

De voorzittersbeslissing waarbij klachtonderdeel 2a wegens het ontbreken van een eigen belang als kennelijk niet-ontvankelijk is afgewezen kan op grond van het bovenstaande niet in stand blijven. De raad zal het verzet ten aanzien van klachtonderdeel 2a gegrond verklaren en ingevolge artikel 46h lid 5 advocatenwet klachtonderdeel 2a in verdere behandeling nemen.

6.4.      Noch uit de aan de raad overgelegde stukken, noch uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is gebleken dat verweerder een rol heeft gespeeld bij het onttrekken van goederen uit de voorraad van de gefailleerde BV. Klager stellen weliswaar dat verweerder hierbij een rol moet hebben gespeeld, maar brengen geen concrete feiten naar voren op grond waarvan is komen vast te staan dat verweerder daarbij daadwerkelijk een rol heeft gespeeld. Voorzover een cliënt van verweerder zich schuldig maakt aan het onttrekken van goederen valt verweerder hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

Op grond van het bovenstaande zal de raad klachtonderdeel 2a als ongegrond afwijzen.

6.5.      Ten aanzien van klachtonderdeel 2b overweegt de raad dat niet is gebleken dat klagers in hun belang zijn getroffen door de verkoop van een aan de gefailleerde BV X toebehorend onroerend goed aan een derde. De raad verenigt zich dan ook met de beslissing van de voorzitter ten aanzien van klachtonderdeel 2b en zal het verzet tegen klachtonderdeel 2b als ongegrond afwijzen.

7. Beslissing

De raad verklaart het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ten aanzien van klachtonderdeel 2 a gegrond en ten aanzien van klachtonderdeel 2 b ongegrond.

De raad wijst onderdeel 2 a van de klacht als ongegrond af.

De raad bekrachtigt de beslissing van de voorzitter voor het overige.

Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken, R.F.L.M. van Dooren, J.F.E. Kikken en J.J.M. Goumans, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans – van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2010.

Griffier                                                  voorzitter

Verzonden op:

 27 april 2010.

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen de beslissing van de raad van discipline ten aanzien van de klachtonderdelen 1, 2b 3,4,5 en 6 geen hoger beroep worden ingesteld.

Van de beslissing van de raad van discipline ten aanzien van klachtonderdeel 2 a kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.