ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0284 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 88 - 2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0284
Datum uitspraak: 04-01-2010
Datum publicatie: 26-01-2010
Zaaknummer(s): H 88 - 2009
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Het door verweerder in rekening gebrachte bedrag en het in het bindend advies van de Geschillencommissie vastgestelde bedrag lopen dermate uiteen dat sprake is van excessief declareren. Tekort schieten in de op een advocaat rustende informatieverplichting. Dekenbezwaar gegrond; berisping

 

H 88-2009

BESLISSING

van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake het bezwaar van:

Deken,

klager,

tegen

verweerder

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

Verloop van de bezwarenprocedure.

Bij schrijven van 5 mei 2009 heeft de deken dekenbezwaar ingediend.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 november 2009, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 15 mei 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 2 november 2009.

Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen de deken en verweerder.

Vaststelling van de feiten voor zover voor het dekenbezwaar van belang.

Verweerder heeft een cliënt bijgestaan ter zake een boedelscheiding met de voormalige echtgenote van die cliënt. Verweerder heeft ter zake de door hem verrichte werkzaamheden een bedrag van € 12.517,72 in rekening gebracht. Uit het door de Geschillencommissie uitgebrachte bindend advies d.d. 7 januari 2009 blijkt dat de Geschillencommissie van oordeel is dat met de boedelscheiding waarin verweerder zijn cliënt bijstond in redelijkheid en billijkheid aan honorarium niet meer gemoeid had mogen zijn dan hetgeen reeds door de cliënt aan verweerder was voldaan, te weten het voorschot van € 6.000,--.

De Geschillencommissie heeft voorts geoordeeld dat verweerder geen, althans onvoldoende duidelijke voorlichting heeft gegeven omtrent de financiële consequenties van de opdrachtverlening. Naar het oordeel van de Geschillencommissie blonken de (niet gedateerde) opdrachtbevestiging en de zgn. “checklist en opdrachtbevestiging bij intake van cliënten” niet uit in duidelijkheid. De Geschillencommissie heeft vastgesteld dat hetgeen onder de kop “Financiële afspraken” respectievelijk “Financieel gedeelte” is vermeld, door verweerder is doorgestreept en dat er met pen staat vermeld “NVT”, hetgeen naar algemene bekendheid staat voor “niet van toepassing”.

Inhoud van het dekenbezwaar.

  1. Verweerder heeft excessief gedeclareerd: € 12.517,72 waar de Geschillencommissie een bedrag van € 6.000,- redelijk oordeelde.
  2. Verweerder heeft zijn cliënt onvoldoende voorgelicht over de financiële consequenties van de verleende opdracht; gedragsregel 26.

Standpunt van verweerder.

  1. Er is niet excessief gedeclareerd; de Geschillencommissie beoordeelt slechts marginaal; de in rekening gebrachte uren zijn daadwerkelijk aan de zaak besteed.
  2. Verweerder heeft zijn werkwijze aangepast, mede naar aanleiding van een bezoek van de deken en diens voorganger medio 2008. De cliënt heeft pas in april 2007 aangegeven dat hij een aandeel zou krijgen in de overwaarde van het te verdelen pand, dus pas toen was duidelijk dat hij geen toevoeging zou krijgen.

Beoordeling van het dekenbezwaar.

Ad 1

Uit het door de Geschillencommissie uitgebrachte bindend advies d.d. 7 januari 2009 blijkt dat de Geschillencommissie de door verweerder verzonden declaratie heeft beoordeeld. De Geschillencommissie is na bestudering van de stukken gelet op de aard van de zaak tot de conclusie gekomen dat verweerder bovenmatig heeft gedeclareerd en dat zijn specificatie onvoldoende duidelijk is.  Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerder een bedrag van € 12.517,22 bij zijn cliënt in rekening heeft gebracht, terwijl de Geschillencommissie heeft geoordeeld dat met de boedelscheiding waarin verweerder zijn cliënt bijstond in redelijkheid en billijkheid aan honorarium niet meer gemoeid had mogen zijn dan hetgeen reeds door de cliënt aan verweerder was voldaan, te weten het voorschot van € 6.000,--.

Het door verweerder in rekening gebrachte bedrag en het door de Geschillencommissie in haar bindend advies vastgestelde bedrag lopen naar het oordeel van de raad dermate uiteen dat verweerder naar het oordeel van de raad excessief heeft gedeclareerd. Daarmee heeft verweerder niet gehandeld overeenkomstig hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

Ad 2

Gedragsregel 26 bepaalt dat wanneer een advocaat een opdracht aanvaardt, hij de financiële consequenties daarvan met de cliënt dient te bespreken en inzicht dient te geven in de wijze waarop en de frequentie waarmee hij zal declareren. Voorts behoort de advocaat zijn cliënt op de hoogte te stellen zodra hij voorziet dat de declaratie aanmerkelijk hoger zal worden dan hij aanvankelijk tegenover de cliënt had geschat.

Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat de Geschillencommissie heeft geoordeeld dat verweerder geen, althans onvoldoende duidelijke voorlichting heeft gegeven omtrent de financiële consequenties van de opdrachtverlening. Naar het oordeel van de Geschillencommissie blonken de (niet gedateerde) opdrachtbevestiging en de zgn. “checklist en opdrachtbevestiging bij intake van cliënten” niet uit in duidelijkheid. De Geschillencommissie heeft vastgesteld dat hetgeen onder de kop “Financiële afspraken” respectievelijk “Financieel gedeelte” is vermeld, door verweerder is doorgestreept en dat er met pen staat vermeld “NVT”, hetgeen naar algemene bekendheid staat voor “niet van toepassing”.

De raad onderschrijft deze oordelen en deze vaststelling.

Daarmee heeft verweerder naar het oordeel van de raad niet voldaan aan de op hem rustende informatieverplichting jegens zijn cliënt en heeft verweerder dan ook niet gehandeld overeenkomstig hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

De raad verklaart het dekenbezwaar dan ook op beide onderdelen gegrond. De raad acht een berisping een passende sanctie.


BESLISSING.

De raad verklaart het dekenbezwaar gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van berisping.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter en mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans, P.J.W.M. Theunissen, A.L.W.G. Houtakkers, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d. 4 januari 2010.

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                                         mr. R.P.G. Houterman,

griffier.                                                                                     voorzitter.

Verzonden op: 5 januari 2010

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is :

076 - 5484607.