ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0280 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 145 - 2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0280
Datum uitspraak: 11-01-2010
Datum publicatie: 26-01-2010
Zaaknummer(s): M 145 - 2009
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Door stelselmatig niet te reageren op verzoeken van de advocaat van de wederpartij en aldus de afwikkeling van een zaak te frustreren, zonder dat daartoe enige aanleiding of noodzaak aanwezig was, heeft verweerder zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht gegrond; berisping.

BESLISSING

van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake de klacht van

klaagster

tegen

verweerder

_____________________________________________________________________

Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 15 juli 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarisstaat.

De raad ontving op 10 november 2009 een brief van klaagster dd. 9 november 2009, met bijlagen. De stukken zijn aan het klachtdossier toegevoegd.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 november 2009 waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 8 september 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 16 november 2009.

De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld.

Ter mondelinge behandeling waren klaagster en de dochter van klaagster aanwezig. Verweerder heeft de raad per faxbericht dd. 30 november 2009 bericht wegens omstandigheden niet in staat te zijn ter zitting te verschijnen.

Vaststelling van de feiten voorzover voor de klacht van belang.

Klaagster is in 1994 gescheiden. In de periode 2002 -2009 is verweerder opgetreden als advocaat van de ex-echtgenoot van klaagster inzake de verdeling van het pensioen tussen partijen. De ex-echtgenoot van klaagster heeft in 2004 de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Tijdens de comparitie van partijen na antwoord op 23 november 2007 is tussen partijen een schikking overeengekomen. De advocaat van klaagster heeft hierna bij verweerder aangedrongen op nakoming van deze schikking door zijn cliënt.

Op 8 juni 2008 schreef verweerder aan de advocaat van klaagster:

“In opgemelde zaak wacht u al geruime tijd op reactie van deze kant. Ik zal er zorg voor dragen dat u uiterlijk eind komende week bericht hebt.”

De advocaat van klaagster liet bij brief dd. 6 april 2009 het volgende aan klaagster weten:

“Ondanks diverse rappellen mijnerzijds richting mr. X ontvang ik van hem geen enkele inhoudelijke  reactie op mijn brief aangaande de nakoming van het proces-verbaal ter zitting.”

De advocaat van klaagster heeft op 2 juli 2009 telefonisch aan de deken medegedeeld dat verweerder nog steeds niet had gereageerd.

Inhoud van de klacht.

Verweerder, optredend voor de wederpartij van klaagster, heeft klaagster en haar advocaat voortdurend aan het lijntje gehouden en is toezeggingen niet nagekomen, waardoor klaagster de zaak nog steeds niet kan afsluiten.

Standpunt van verweerder.

Verweerder heeft geen verweer gevoerd en is niet ter zitting van de raad verschenen.

Beoordeling van de klacht.

Vast staat dat door de cliënt van verweerder ter comparitie dd. 23 november 2007 toezeggingen aan klaagster zijn gedaan. Verweerder was ter comparitie aanwezig als advocaat van de ex-echtgenoot van klaagster.

Verweerder trad op als advocaat van de wederpartij, waarbij hem een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt, welke vrijheid niet ten gunste van de tegenpartij mag worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.

Het ligt op de weg van een advocaat zijn cliënt erop te wijzen dat een tijdens een comparitie getroffen schikking nagekomen dient te worden. In deze zaak heeft verweerder als advocaat van de ex-echtgenoot niet gereageerd op verzoeken van de advocaat van klaagster tot nakoming van de getroffen regeling over te gaan. Verweerder erkent in zijn brief dd. 8 juni 2008 ook dat de wederpartij te lang heeft moeten wachten op een reactie. Ondanks de toezegging van verweerder alsnog te zullen reageren, heeft hij vervolgens in het geheel niet meer gereageerd. Verweerder heeft door zijn nalatigheid de belangen van klaagster nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad. Door stelselmatig niet te reageren op verzoeken van de advocaat van de wederpartij en aldus de afwikkeling van een zaak te frustreren, zonder dat daartoe enige aanleiding of noodzaak aanwezig was, heeft verweerder zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

Op grond van het bovenstaande zal de klacht gegrond worden verklaard.

De raad acht het nalatig handelen van verweerder dusdanig tuchtrechtelijk verwijtbaar dat niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.

BESLISSING.

De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van berisping.

Aldus gegeven door mw. mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. L.R.G.M. Spronken, J.D.E. van den Heuvel, A.L.W.G. Houtakkers en R.G.A.M. Theunissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2010.

griffier.                                                            voorzitter.

Verzonden op: 12 januari 2010

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.