ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0277 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 224 - 2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0277
Datum uitspraak: 04-01-2010
Datum publicatie: 26-01-2010
Zaaknummer(s): H 224 - 2009
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Misleiding van de deken. Dit onderdeel van het dekenbezwaar gegrond; berisping.   Geen plicht tot terugbetaling van ontvangen gelden aan cliënten, nu niet is gebleken dat onverschuldigd aan advocaat is betaald. Dit onderdeel van het dekenbezwaar is ongegrond.

H 224 -2009

BESLISSING

van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake het bezwaar van:

klager,

tegen

verweerder

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

Verloop van de bezwarenprocedure.

Bij schrijven van 6 oktober 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch dekenbezwaar ingediend.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 november 2009, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 27 oktober 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 2 november 2009.

Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen de deken en verweerder.

Vaststelling van de feiten voor zover voor het dekenbezwaar van belang.

Het dekenbezwaar in de onderhavige zaak vloeit voort uit het dekenbezwaar in de zaak H 214-2009. Tijdens de instructiefase door de deken heeft verweerder bij brief d.d. 26 juni 2009 gesteld dat hij zijn cliënten er in het eerste gesprek op had gewezen dat hij € 250,-- per uur in rekening zou brengen. Bij brief d.d. 24 oktober 2007 heeft verweerder de rechtbank te Arnhem verzocht om tot afgifte van een ambtshalve toevoeging over te gaan, waarna de rechtbank op 8 november 2007 een drietal lasten tot toevoeging heeft afgegeven.

Bij brief d.d. 3 september 2009 heeft de deken verweerder verzocht om de door hem ontvangen gelden aan de cliënten te restitueren, waarna verweerder de deken bij brief d.d. 23 september 2009 heeft laten weten niet tot terugbetaling te zullen overgaan.

Inhoud van het dekenbezwaar.

  1. Verweerder heeft de deken misleid: hij heeft ten onrechte doen voorkomen dat hij zijn cliënten heeft gezegd niet op toevoegingsbasis te willen werken, terwijl hij wel aan de rechtbank Arnhem een verzoek heeft gedaan tot ambtshalve toevoeging.
  2. Verweerder gedraagt zich niet zoals een behoorlijk advocaat betaamt doordat hij weigert om naar het oordeel van de deken onverschuldigd betaalde bedragen aan klagers terug te betalen.

Standpunt van verweerder.

  1. Het secretariaat heeft met betrekking tot de toevoeging ten onrechte/abusievelijk de standaardprocedure gevolgd; het toevoegingsbewijs is ook niet ingestuurd en aan cliënten is betaling gevraagd, welke ook is gevolgd.
  2. Het enkele feit dat verweerder niet schriftelijk heeft vastgelegd dat cliënten afzagen van toevoeging rechtvaardigt niet dat verweerder zou moeten terugbetalen; cliënten wisten dat hun aanvankelijk een advocaat was toegewezen.

Beoordeling van het dekenbezwaar.

Ad 1

De raad acht het door verweerder gevoerde verweer, dat h et secretariaat met betrekking tot de toevoeging de standaardprocedure heeft gevolgd, zodat abusievelijk een toevoeging is aangevraagd, onaannemelijk. Verweerder heeft namelijk ter zitting uitdrukkelijk medegedeeld dat hij in strafzaken nimmer op toevoegingsbasis werkt, terwijl verweerder zelf per brief het verzoek om de toevoegingen bij de rechtbank heeft ingediend. De raad is dan ook met de deken van oordeel dat verweerder de deken tijdens de instructiefase heeft misleid. Daarmee heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

Ad 2

Dit onderdeel van het dekenbezwaar hangt samen met het dekenbezwaar waarover de raad bij beslissing met zaaknummer H 214-2009 heeft geoordeeld. In die beslissing heeft de raad geoordeeld dat van excessief declareren geen sprake is, niet is komen vast te staan dat verweerder onnodige kosten heeft gemaakt en afdoende is gebleken dat het uurtarief van   €  250,-- exclusief BTW de instemming had van de cliënten alsook dat verweerder zijn werkzaamheden niet op basis van een toevoeging zou verrichten. Het dekenbezwaar in de zaak met zaaknummer H 214-2009 is dan ook ongegrond verklaard. Daaruit volgt dat ook het (onderdeel van het) dekenbezwaar in de onderhavige zaak ongegrond moet worden verklaard.

De raad verklaart het dekenbezwaar sub 2 ongegrond en het dekenbezwaar sub 1 gegrond. De raad acht een berisping een passende maatregel.

BESLISSING.

De raad verklaart het dekenbezwaar sub 2 ongegrond en het dekenbezwaar sub 1 gegrond.

De raad legt ter zake aan verweerder op een berisping.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter en mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans, P.J.W.M. Theunissen, A.L.W.G. Houtakkers, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d. 4 januari 2010.

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                                         mr. R.P.G. Houterman,

griffier.                                                                                    voorzitter.

Verzonden op: 5 januari 2010

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is :

076 - 5484607.