ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0243 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 214 - 2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0243
Datum uitspraak: 04-01-2010
Datum publicatie: 19-01-2010
Zaaknummer(s): H 214 - 2009
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Excessief declareren, maken van onnodige kosten en schending gedragsregel 24 niet komen vast te staan. Dekenbezwaar ongegrond

H 214 -2009

BESLISSING

van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake het bezwaar van:

klager,

tegen

verweerder

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

Verloop van de bezwarenprocedure.

Bij schrijven van 6 oktober 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch dekenbezwaar ingediend.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 november 2009, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 16 oktober 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 2 november 2009.

Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen de deken en verweerder.

Vaststelling van de feiten voor zover voor het dekenbezwaar van belang.

Verweerder heeft een tweetal cliënten bijgestaan in een strafzaak in de periode van september 2007 tot en met januari 2008, waarna hij de behandeling van de zaak heeft overgedragen aan een andere advocaat. Verweerder heeft zijn werkzaamheden verricht op basis van een uurtarief van € 250,-- exclusief BTW. Bij aanvang van zijn werkzaamheden heeft verweerder bij zijn cliënten een voorschot ten bedrage van € 20.000,-- exclusief BTW in rekening gebracht. Op 29 januari 2008 heeft verweerder een bedrag van € 25.198,27 te vermeerderen met BTW gedeclareerd, welk bedrag is verrekend met het betaalde voorschot.

Inhoud van het dekenbezwaar.

1. Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan excessief declareren; gedragsregel 25,1.

2. Verweerder heeft onnodige kosten gemaakt; gedragsregel 23,2.

3. Cliënten kwamen in aanmerking voor gefinancierde rechtshulp, zodat verweerder niet had mogen declareren; als zou zijn afgesproken dat cliënten geen gebruik wensten te maken van gefinancierde rechtshulp, had verweerder die afspraak schriftelijk moeten

vastleggen; gedragsregel 24.

Standpunt van verweerder.

1. Er is niet excessief gedeclareerd.

2. Er is 25 uur besteed aan gesprekken met cliënten die meestal onaangekondigd op de stoep stonden en hun advocaat wilden spreken.

3. Nadat zijn cliënten van verweerder te horen hadden gekregen dat hij niet op toevoegingsbasis werkt, hebben zij hun relatie met de toegevoegde advocaat mr. Klaassen verbroken en verweerder zonder mankeren een bedrag van € 23.800,- betaald.

Beoordeling van het dekenbezwaar.

Ad 1

De raad is van oordeel dat op basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet is komen vast te staan dat verweerder excessief heeft gedeclareerd. Verweerder heeft weliswaar een hoog uurtarief gehanteerd, maar niet is gebleken dat zijn cliënten daartegen bezwaar hadden. De cliënten hebben de werkzaamheden op basis van het overeengekomen uurtarief betaald, zodat moet worden aangenomen dat zij daarmee akkoord zijn gegaan. Nu van excessief declareren niet is gebleken is dit onderdeel van het dekenbezwaar naar het oordeel van de raad ongegrond.

Ad 2

Bij gebreke van kennis van de inhoud van het dossier kan de raad niet beoordelen of de gevoerde besprekingen al dan niet noodzakelijk waren voor een behoorlijke behandeling van de zaak. Dat verweerder de in rekening gebrachte besprekingen niet zou hebben gevoerd is voorts gesteld noch gebleken. De raad is dan ook van oordeel dat op basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet is komen vast te staan dat verweerder onnodige kosten heeft gemaakt, zodat ook dit onderdeel van het dekenbezwaar ongegrond moet worden verklaard.

Ad 3

Als niet althans onvoldoende weersproken staat vast dat verweerder tijdens het eerste gesprek aan zijn cliënten heeft kenbaar gemaakt dat hij zijn werkzaamheden op basis van een uurtarief van € 250,-- exclusief BTW zou verrichten en dat hij niet op basis van een toevoeging zou werken. Daaraan voorafgaand hadden de cliënten reeds een voorschot ten bedrage van    € 20.000,-- exclusief BTW aan verweerder voldaan. Naar het oordeel van de raad blijkt uit deze omstandigheden afdoende dat het uurtarief van € 250,-- exclusief BTW de instemming had van de cliënten alsook het voor die cliënten duidelijk was dat verweerder zijn werkzaamheden niet op basis van een toevoeging zou verrichten. Het was weliswaar zorgvuldiger geweest als verweerder schriftelijk had vastgelegd dat geen gebruik zou worden gemaakt van gefinancierde rechtsbijstand, maar de raad is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat verweerder, door zulks na te laten, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

De raad verklaart het dekenbezwaar dan ook ongegrond.

BESLISSING.

De raad verklaart het dekenbezwaar ongegrond.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter en mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans, P.J.W.M. Theunissen, A.L.W.G. Houtakkers, leden, alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d. 4 januari 2010.

mr. Th.H.G. van de Langenberg,     mr. R.P.G. Houterman,

griffier.        voorzitter.

Verzonden op: 5 januari 2010

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de  mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is :

076 - 5484607.