ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1315 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3276/09.108

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1315
Datum uitspraak: 22-11-2010
Datum publicatie: 31-01-2011
Zaaknummer(s): R. 3276/09.108
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ter zitting nieuw aangevoerde grond voor het verzet is tardief.

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1  Bij brief van 15 maart 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de

Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam. Het dossier is op 28 juli 2010 ontvangen door de Raad.

1.2  Bij beslissing van 10 augustus 2009 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is aan partijen

verzonden op 10 augustus 2009.

1.3  Bij brief van 7 september 2009, ontvangen ter griffie op 9 september 2009 heeft klager verzet aangetekend tegen voormelde beslissing.

1.4  De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage

hebben gelegen.

1.5  Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 25 januari 2010. Op deze zitting is enkel verweerder verschenen. Bij tussenbeslissing van 1

maart 2010 heeft de Raad de behandeling van het verzet, voorzover vereist, heropend en bepaald dat de voortzetting van de behandeling van het verzet zou

plaatsvinden op 17 mei 2010.

1.6  De zaak is uiteindelijk voortgezet behandeld op 25 oktober 2010. Ter zitting is klager verschenen. Namens verweerder is mr. H.W. Huizer, advocaat te

Rotterdam, verschenen.

2.  DE KLACHT EN HET VERZET

De klacht

Klager verwijt verweerder dat hij in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van E C.V. en Kantoorinstallaties T B.V.:

a.  de naam met voorletters van klager heeft genoemd en ook nog in een onjuiste context heeft genoemd in de faillissementsverslagen van E C.V. en

Kantoorinstallaties B.V.;

b.  deze faillissementsverslagen heeft geplaatst op de website van zijn advocatenkantoor. Door het plaatsen van de faillissementsverslagen op de website

van verweerder is de privacy van klager geschonden, omdat deze verslagen door iedereen via het internet opvraagbaar zijn en de naam van klager aan de

publieke schandpaal wordt genageld.

De gronden van het verzet

Klager heeft geen gronden voor het verzet aangevoerd. Ter gelegenheid van de behandeling ter zitting heeft klager aangevoerd dat de website van het kantoor van verweerder niet is beveiligd tegen zoekmachines.

3. VERWEER

Verweerder heeft tegen beide klachtonderdelen afzonderlijk gemotiveerd verweer gevoerd. 

4.  BEOORDELING VAN HET VERZET

Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting en het feit dat klager geen gronden voor zijn verzet heeft aangevoerd onderschrijft de Raad het oordeel van

de voorzitter van 10 augustus 2009 en maakt dit tot de zijne. Ter zitting heeft klager als grond voor zijn verzet nog aangevoerd dat de website van het kantoor van

verweerder niet is beveiligd tegen zoekmachines. De Raad is van oordeel dat deze verzetgrond tardief is aangevoerd en derhalve niet in de beslissing zal worden

betrokken.

5.  BESLISSING

De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

-               verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. G.J.W. van Oven, plaatsvervangend voorzitter, mr. P.O.M. van Boven-de Groot, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. G.J. Schipper en mr. P.S. Kamminga, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgespro­ken ter openbare zit­ting van 22 november 2010.

griffier                                                                                                       voorzitter