ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1272 Raad van Discipline Arnhem 10-165

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1272
Datum uitspraak: 09-12-2010
Datum publicatie: 12-01-2011
Zaaknummer(s): 10-165
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht wegens het niet opsturen van procesdossier aan cassatieadvocaat nadat werkzaamheden voor cliënt reeds enige tijd zijn beëindigd is kennelijk ongegrond. Het had op de weg van klager of de door hem ingeschakelde cassatieadvocaat gelegen om verweerder een herinnering te sturen.

10-165

BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

klager

wonende te [woonplaats]

tegen: verweerder

advocaat te [plaats]

1.

Bij brief van 30 augustus 2010 heeft mr. [X], advocaat te Berkel en Rodenrijs, namens klager een klacht over verweerder ingediend bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad, de heer mr. P.A.M. Manning. De deken heeft de klacht onderzocht. Nadat gebleken was dat geen schikking kon worden getroffen heeft de deken bij brief van 9 november 2010, ontvangen op 11 november 2010, de klacht alsmede het klachtdossier ter kennis van de raad van discipline gebracht.

2.

De voorzitter is van oordeel dat op deze klacht bij voorzittersbeslissing behoort te worden beslist.

3.

Klager verwijt verweerder dat laatstgenoemde heeft gehandeld danwel heeft nagelaten in strijd met de zorg die hij als advocaat behoorde te betrachten ten opzichte van hem, wiens belangen hij als zodanig behartigde, althans behoorde te behartigen doordat verweerder zijn procesdossier niet aan de door hem ingeschakelde cassatieadvocaat heeft toegezonden met als gevolg dat er niet tijdig een cassatieadvies is uitgebracht en er geen cassatie is ingesteld.

4.

De voorzitter gaat uit van de volgende gegevens:

Een kantoorgenoot van verweerder heeft klager terzijde gestaan in een procedure, zowel in eerste instantie als in hoger beroep.

De kantoorgenoot heeft zich begin 2008 onttrokken aan de procedure en de werkzaamheden voor klager neergelegd omdat klager zijn betalingsverplichtingen niet nakwam en er geen sprake meer was van een vertrouwensrelatie.

Op [….] 2008 heeft het gerechtshof te Arnhem eindarrest gewezen.

Verweerder heeft het arrest op [….] 2008 per e-mail aan klager doen toekomen. In het e-mailbericht heeft hij klager gewezen op de cassatietermijn. Voorts heeft hij klager bericht dat hij zelf een gespecialiseerde cassatieadvocaat in Den Haag moet inschakelen indien hij in cassatie wil gaan, hetgeen klager heeft gedaan.

De door klager benaderde cassatieadvocaat wenste het volledige procesdossier te ontvangen.

Per e-mail d.d. [….] 2008 heeft klager aan het kantoor van verweerder verzocht het procesdossier te sturen aan de door hem ingeschakelde cassatieadvocaat.

Per e-mail d.d. [….] 2008 heeft verweerder zich gewend tot de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat met de vraag of het juist was dat hij het procesdossier wenste te ontvangen.

Volgens klager heeft de door hem inschakelde cassatieadvocaat op [….] 2008 per

e-mail aan verweerder laten weten dat hij inderdaad het procesdossier wenste te ontvangen. Verweerder stelt dit e-mailbericht nooit te hebben ontvangen.

Het procesdossier is niet opgestuurd aan de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat.

5.

Ter toelichting op de klacht heeft mr. [X] het volgende aangevoerd:

Klager heeft aan het kantoor van verweerder opdracht gegeven het procesdossier te sturen aan de cassatieadvocaat. Verweerder heeft geen gevolg gegeven aan deze opdracht en evenmin klager bericht dat hij deze opdracht niet uit wenste te voeren, noch heeft hij enig voorbehoud gemaakt of gesteld dat hij eerst na overleg met de cassatieadvocaat tot verzending zou overgaan.

Verweerder had onverwijld en zonder nadere vragen te stellen deze op zich eenvoudige opdracht moeten uitvoeren.

Omdat verweerder het procesdossier niet aan de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat heeft gestuurd, is de cassatietermijn ongebruikt verstreken.

6.

Verweerder heeft in reactie op de klacht het volgende bericht:

Per e-mail d.d. [….] 2008 heeft hij de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat verzocht of hij inderdaad prijs stelde op toezending van het procesdossier. Vervolgens heeft hij niets meer vernomen tot medio [….] 2008.

Het bewaken van de cassatietermijn behoorde niet tot zijn verantwoordelijkheid.

Klager beschikte over alle processtukken. Desondanks was hij bereid om de cassatieadvocaat, indien hij dat wenste, het procesdossier toe te zenden. Hij heeft nimmer een opdracht van klager om het procesdossier aan de cassatieadvocaat aanvaard of anderszins toegezegd of bevestigd het procesdossier aan de cassatieadvocaat toe te zenden. Hij was in afwachting van de bevestiging van de cassatieadvocaat, die nimmer is ontvangen. Hij wilde bericht van de cassatieadvocaat omdat het kopiëren van het procesdossier kosten met zich meebrengt, die hij niet nodeloos wil maken.

Noch klager, noch de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat hebben hem een herinnering gestuurd.

Klager is nog een aanzienlijk bedrag verschuldigd aan zijn kantoor uit hoofde van voor hem verrichte werkzaamheden en voorgeschoten kosten.

Van klachtwaardig handelen is geen sprake.

7.

De voorzitter beoordeelt de klacht als volgt:

Vast staat dat de kantoorgenoot van verweerder zich een aantal maanden voordat het eindarrest op [….] 2008 was gewezen heeft onttrokken aan de zaak van klager omdat klager zijn betalingsverplichtingen niet nakwam en er sprake was van een vertrouwensbreuk.

Desondanks heeft verweerder het eindarrest aan klager toegestuurd en hem geïnformeerd over de cassatietermijn en hetgeen hij moest doen indien hij cassatie wilde aantekenen. Aldus heeft verweerder correct gehandeld.

Nadat klager verweerder had bericht dat hij cassatie wenste aan te tekenen en hem had verzocht het procesdossier aan de door hem ingeschakelde cassatieadvocaat te sturen heeft verweerder per e-mail aan de cassatieadvocaat gevraagd aan hem te bevestigen dat hij het procesdossier wenste te ontvangen.

De voorzitter is van oordeel dat verweerder zorgvuldig heeft gehandeld door bij de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat te verifiëren of hij het dossier wenste te ontvangen.

Klager stelt dat de door hem ingeschakelde cassatieadvocaat per e-mail aan verweerder heeft bevestigd dat hij het dossier wenste te ontvangen. Verweerder betwist een dergelijk e-mail bericht te hebben ontvangen.

Wat daarvan zij, het had op de weg van klager of de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat gelegen om verweerder tijdig (opnieuw) te benaderen met het verzoek het procesdossier op te sturen. Doordat klager en de door klager ingeschakelde cassatieadvocaat dat hebben nagelaten is klager en/of zijn cassatieadvocaat er zelf verantwoordelijk voor dat het procesdossier niet tijdig is opgestuurd en is de klacht kennelijk ongegrond.

HET VOORGAANDE LEIDT TOT DE VOLGENDE BESLISSING:

De klacht van klager tegen verweerder is kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 9 december 2010 door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem, en in afschrift verzonden 10 december 2010.

mr. M.F.J.N. van Osch

voorzitter