ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0053 Accountantskamer Zwolle 09/1297 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0053
Datum uitspraak: 18-01-2010
Datum publicatie: 14-09-2010
Zaaknummer(s): 09/1297 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Toe-eigenen van vertrouwelijke gegevens van ex-werkgever levert schending op van de beginselen van integriteit en professioneel gedrag.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 18 januari 2010

in de zaak met nummer 09 / 1297 WTRA AK van

de maatschap X,

gevestigd te ]plaats 1, 2 en 3],

K L A A G S T E R ,

t e g e n

Y ,

accountant-administratieconsulent,

wonende te [woonplaats],

B E T R O K K E N E .


1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van de in deze zaak gewisselde en aan partijen bekende stukken, waaronder:

- het op 31 juli 2009 ingekomen klaagschrift van 30 juli 2009, met bijlagen;

- het op 17 september 2009 ingekomen verweerschrift van betrokkene van 16 september 2009;

- de brief van klaagster van 13 november 2009 aan de Accountantskamer.

1.2 De Accountantskamer heeft de klacht behandeld ter openbare zitting van 16 november 2009, waar betrokkene Y AA in persoon en namens klaagster niemand is verschenen.

1.3 Betrokkene heeft bij gelegenheid van genoemde zitting zijn standpunt toegelicht (mede aan de hand van pleitaantekeningen, die aan de Accountantskamer zijn overgelegd) en geantwoord op vragen van de Accountantskamer.

1.4 De inhoud van de gedingstukken, waaronder ook de in 1.3 vermelde pleitaantekeningen, geldt als hier ingevoegd.

2. De vaststaande feiten

2.1 Klaagster is een accountantsorganisatie met vestigingen te [plaats 1, 2 en 3].

2.2 Betrokkene is bij de vestiging [plaats 1] van klaagster werkzaam geweest tot 1 juli 2009 en is met ingang van die datum bij een andere accountantsorganisatie in dienst getreden.

2.3 Betrokkene heeft kort voor zijn vertrek bij klaagster, op vrijdag 26 juni 2009, zich het bezit van het complete NAW-bestand van de cliënten van de vestiging [plaats 2] van klaagster verschaft door per computer vanuit klaagsters vestiging [plaats 1] in te loggen bij de vestiging [plaats 2], het bestand te downloaden en dit daarna, op maandag 29 juni 2009, evenals een aantal andere gegevens naar zijn privé-emailadres te verzenden.

2.4 Betrokkene had hierover bij klaagster van tevoren geen overleg gevoerd en had evenmin toestemming van klaagster voor het in bezit nemen van genoemd computerbestand.

3. De klacht

De klacht luidt dat betrokkene met het zonder toestemming van zijn werkgever zich toe-eigenen van vertrouwelijke gegevens van zijn werkgever kort voor het beëindigen van zijn dienstverband, heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen integriteit, geheimhouding en professioneel gedrag als bedoeld in de Verordening gedragscode (AA’s).

4. De gronden van de beslissing

4.1 Omtrent de klacht en het daartegen gevoerde verweer overweegt de Accountantskamer het volgende.

4.2 Bij de beoordeling van de klacht stelt de Accountantskamer voorop dat het handelen van betrokkene waarop de klacht betrekking heeft, nu dit plaatsvond na 1 januari 2007, moet worden getoetst aan de Verordening gedragscode AA’s (VGC).

4.3 Daarnaast stelt de Accountantskamer voorop dat het in een tuchtprocedure als de onderhavige in beginsel aan klager is om feiten en omstandigheden te stellen - en in geval van (gemotiveerde) betwisting aannemelijk te maken - die tot het oordeel kunnen leiden dat de betrokken accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.4 Betrokkene heeft aanvankelijk - in zijn verweerschrift - aangevoerd dat het verzenden van het bewuste bestand gebeurd was in het kader van het opschonen van zijn computer en zijn e-mail en heeft aldus min of meer betwist dat hij zich dit bestand bewust had toegeëigend. Daarop is hij tijdens de behandeling van de klacht ter zitting teruggekomen en hij heeft erkend dat hij het bestand naar zijn privé-emailadres heeft gezonden omdat hij dacht er in de toekomst iets aan te kunnen hebben, zonder daarbij een vastomlijnd idee te hebben wat dit zou kunnen zijn.

4.5 Hiermee is komen vast te staan dat betrokkene, zonder toestemming van klaagster en kort voor het beëindigen van zijn dienstverband bij haar, zich vertrouwelijke gegevens van klaagster heeft toegeëigend.

4.6 Betrokkene is door aldus te handelen in zijn beroepsmatige betrekkingen niet eerlijk opgetreden. Het ging hier immers om het zich zonder recht of toestemming toe-eigenen van concurrentiegevoelige informatie van zijn werkgever, die betrokkene wellicht op enigerlei wijze wilde gaan gebruiken. Betrokkene heeft zodoende zich niet gehouden aan de voor hem relevante wet- en regelgeving en al evenzeer schade toegebracht aan de goede naam van het accountantsberoep.

4.7 Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met de artikelen A-110.1 en A-150.1 van de VGC, waarin richting wordt gegeven aan de toepassing van de in artikel A-100.4 onder a en e van de VGC bedoelde fundamentele beginselen van de beroepsethiek: (a) integriteit en (e) professioneel gedrag. De klacht moet daarom gegrond worden verklaard.

4.8 De Accountantskamer merkt op dat bovenstaande vaststellingen in deze tuchtzaak nog niet betekenen dat betrokkene tevens de geheimhoudingsclausule in zijn arbeidsovereenkomst met klaagster heeft geschonden. Betrokkene heeft namelijk ter zitting verklaard dat hij dadelijk na het indienen van de onderhavige tuchtklacht tegen hem het bewuste NAW-bestand uit zijn computer heeft verwijderd, zodat hij er niet langer over kon beschikken om er gegevens uit te putten en voorts, dat hij tot aan die verwijdering geen gebruik heeft gemaakt van gegevens uit dat bestand of daarvan gebruik heeft laten maken. Dat dit anders zou zijn, is gebleken noch aannemelijk geworden.

4.9 Op grond van artikel 2 van de Wet tuchtrechtspraak accountants kan de Accountantskamer een tuchtrechtelijke maatregel opleggen.

In de omstandigheden echter a) dat aannemelijk is geworden dat betrokkene geen gebruik heeft gemaakt van gegevens uit het computerbestand, b) dat betrokkene naar aanleiding van zijn handelen waarop de klacht betrekking heeft veel afkeuring heeft ondervonden bij zijn nieuwe werkgever, die deze zaak hoog lijkt op te nemen en c) dat hij ter zitting blijk heeft gegeven het laakbare van zijn handelen inmiddels in te zien, vindt de Accountantskamer aanleiding te volstaan met een gegrondverklaring van de klacht en een oplegging van een maatregel daarnaast achterwege te laten.

4.10 Op grond van al het hiervoor overwogene dient als volgt te worden beslist.

5. De beslissing

De Accountantskamer:

· verklaart de klacht gegrond;

· legt ter zake aan betrokkene geen maatregel op.

Aldus beslist door:

mr. W.F. Boele, voorzitter, mrs. G. Mannoury en H. de Hek, rechterlijke leden, drs. E.J.F.A. de Haas RA en J. Maan AA, accountantsleden, in aanwezigheid van

W. Welmers, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 18 januari 2010.

_________ __________

secretaris voorzitter