ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0010 Accountantskamer Zwolle 09/1032 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0010
Datum uitspraak: 09-07-2010
Datum publicatie: 12-07-2010
Zaaknummer(s): 09/1032 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht gegrond met tijdelijke doorhaling
Inhoudsindicatie: * Nadere maatregel van tijdelijke doorhaling nu eerder opgelegde geldboete niet is betaald.

 

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING ex artikel 5, vierde lid Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 9 juli 2010 in de zaak met nummer 09 / 1032 Wtra AK van

de voorzitter van het KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS (NIVRA) ,

kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A G E R ,

raadsvrouw: mr. J.K. Drewes,

t e g e n

Y ,

registeraccountant,

wonende te [plaats],

kantoorhoudende te [plaats],

B E T R O K K E N E .


1. Het verloop van de procedure

De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-         haar beslissing van 3 november 2009 waarbij aan betrokkene - onder meer - de maatregel van een geldboete van € 2.000,00 is opgelegd;

-         de last tot tenuitvoerlegging van haar voorzitter d.d. 12 januari 2010;

-         de door haar voorzitter aan betrokkene bij brief van 23 februari 2010 geboden laatste gelegenheid tot betaling binnen een termijn van 2 weken;

-         de oproep van betrokkene en de voorzitter van het NIVRA d.d. 30 maart 2010 voor het horen van beiden ter openbare zitting d.d. 21 mei 2010 betreffende de eventuele ambtshalve oplegging van de maatregel van een (tijdelijke) doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register;

-         de op 10 mei 2010 bij de Accountantskamer binnengekomen brief van de (raadsvrouwe van de) voorzitter van het NIVRA van 4 mei 2010 dat hij niet ter zitting van 31 mei 2010 zal verschijnen.

1.2 Betrokkene Y is, zonder voorafgaande kennisgeving daarvan niet, noch in persoon noch bij gevolmachtigde, ter zitting verschenen.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene is sinds 8 april 1987 ingeschreven in het accountantsregister bij het NIVRA. Hij is openbaar accountant. Betrokkene was ten tijde van na te melden beslissing van de Accountantskamer tevens ingeschreven in het openbare register van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) als externe accountant.

2.2 Bij beslissing van 3 november 2009 is aan betrokkene wegens - zakelijk weergegeven - het niet naleven van zijn PE-verplichting en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA onder meer de maatregel opgelegd van een geldboete van € 2.000,00. Deze beslissing is op 17 december 2009 onherroepelijk geworden.

2.3 Bij last tot tenuitvoerlegging d.d. 12 januari 2010 is betrokkene de gelegenheid geboden om de geldboete uiterlijk te voldoen voor 12 februari 2010. Betrokkene heeft niet op die last gereageerd en daar evenmin gevolg aan gegeven.

2.4 Vanwege het uitblijven van betaling is betrokkene bij brief van 23 februari 2010 door de voorzitter van de Accountantskamer gewezen op artikel 5 Wtra dat bepaalt dat bij niet tijdige betaling (alsnog) aan betrokkene de maatregel van (tijdelijke) doorhaling kan worden opgelegd. Betrokkene is daarop verzocht om binnen twee weken een betalingsbewijs over te leggen dan wel alsnog binnen die termijn voor betaling zorg te dragen en van die betaling de Accountantskamer kennis te geven. Betrokkene heeft op die brief evenmin gereageerd, noch heeft hij de geldboete alsnog voldaan.

2.5 Bij brief van 30 maart 2010 is betrokkene opgeroepen voor de zitting van 21 mei 2010.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Van betrokkene is na de last tot tenuitvoerlegging en de brief van 23 februari 2010 en na de oproeping voor de zitting geen enkele reactie ontvangen.

3.2 Derhalve is van betrokkene niet vernomen of er redenen waren om de geldboete niet tijdig te (kunnen) betalen. De Accountantskamer gaat er daarom van uit dat deze er niet waren zodat geen enkele rechtvaardiging is gebleken voor het uitblijven van een tijdige betaling van de aan betrokkene opgelegde boete. Vastgesteld moet worden dat betrokkene in zoverre - opnieuw - heeft gehandeld in strijd met de wet en een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 Alles in aanmerking nemende acht de Accountantskamer de nadere oplegging van de maatregel van een tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register voor de duur van zes maanden passend en geboden. Bij die beslissing heeft de Accountantskamer rekening gehouden met enerzijds de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor een ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en anderzijds met het gegeven dat van betrokkene geen enkele reactie te dier zake is ontvangen en hij totaal geen blijk heeft gegeven de onjuistheid van zijn handelen als hier bedoeld in te zien.

De Accountantskamer merkt volledigheidshalve op dat, voor het geval betrokkene niet meer als extern accountant in het register ex artikel 11, eerste lid Wta en/of als (openbaar) accountant in het register ex artikel 55, eerste lid Wet RA staat ingeschre-ven, zulks gezien de wetsgeschiedenis er niet aan in de weg staat hem de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in deze registers op te leggen.

3.4 De AFM en de voorzitter van het NIVRA dienen ingevolge artikel 9, tweede lid juncto artikel 47 Wtra, zodra deze uitspraak onherroepelijk is en de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd, er voor zorg te dragen dat de opgelegde maatregel in het register bedoeld in artikel 11, eerste lid Wta respectievelijk artikel 55, eerste lid Wet RA wordt opgenomen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·        legt terzake aan betrokkene op de - nadere - maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register bedoeld in artikel 11 Wta respectievelijk artikel 55, eerste lid Wet RA voor de duur van zes maanden. Deze doorhaling gaat in op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd en eindigt daarna na ommekomst van zes maanden;

·        verstaat dat de AFM en de voorzitter van het NIVRA na het onherroepelijk worden van deze uitspraak en de last tot tenuitvoerlegging van de voorzitter van de Accountantskamer zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in het register bedoeld in artikel 11, eerste lid Wta respectievelijk artikel 55, eerste lid Wet RA .

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. E.W. Akkerman en mr. H. de Hek (rechterlijke leden), S.L.J. Graafsma RA en P. van de Streek AA (accountantsleden), en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2010 in aanwezigheid van mr. G.A. Genee, secretaris.

_________                                                                              __________

secretaris                                                                                 voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­_________________________

____________________________________________________________________________________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen betrokkenedan wel de voorzitter van het NIVRA tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.