ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0607 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW311.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0607
Datum uitspraak: 28-12-2010
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW311.2010
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Degerechtsdeurwaarder stelt klager niet op de hoogte van een adreswijziging en beantwoord een brief van klager niet. De Kamer acht alleen de klacht met betrekking tot het niet beantwoorden van de brief gegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 28 december 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 311.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 28 april 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Op 7 juni 2010 is het aangehechte verweerschrift van de gerechtsdeurwaarder

ontvangen. Klager heeft bij brief van 20 juli 2010 nadere stukken ingezonden.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 december 2010 alwaar klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft laten weten dat hij niet zou verschijnen. De uitspraak is bepaald op 28 december 2010. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

1. De feiten

a)         De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een ten laste van klager gewezen vonnis. In dat kader is loonbeslag gelegd.

b)         Klager heeft op 19 februari 2010 een  brief aan de gerechtsdeurwaarder gezonden. Nadat niet op deze brief werd gereageerd ontdekte klager dat de gerechtsdeurwaarder was verhuisd.

c)         Vervolgens heeft klager op 31 maart 2010 een brief aan het nieuwe adres van de gerechtsdeurwaarder gezonden. Daarop is evenmin gereageerd.

d)        Na indiening van de onderhavige klacht heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager bij brief van 4 juni 2010 de door klager gewenste uitleg verschaft en zijn excuses aangeboden voor de gang van zaken.

2. De klacht

Klager beklaagt zich erover – samengevat – dat zijn brieven niet zijn beantwoord, hij niet is geïnformeerd over de wijziging van het adres van de gerechtsdeurwaarder en over de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder zijn zaak behandelt.

3.         Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder erkent dat geen adreswijziging is verzonden. Als reden geeft hij op dat het ondoenlijk is om iedere partij afzonderlijk op de hoogte te stellen. Voorts erkent hij dat de aan het juiste adres gezonden brief van klager van 31 maart 2010 niet is beantwoord.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft terecht aangevoerd dat er in dit geval geen aanleiding was om klager van de adreswijziging te verwittigen, omdat er na de beslaglegging geen brief meer aan klager is verzonden en in dat geval bijvoorbeeld een kennisgeving van de verhuizing op het briefpapier zou zijn vermeld.

4.3 Wel tuchtrechtelijk laakbaar acht de Kamer het feit dat niet op de brief van 3 maart 2010 is gereageerd. Zeker nu het hier een onderbouwde inhoudelijke brief betrof die betrekking had op de beslaglegging en de gerechtsdeurwaarder klager zowel wat zijn bezwaren tegen de omvang van het reeds betaalde bedrag en de omvang van de in rekening gebrachte rente grotendeels gelijk heeft gegeven.

4.4 De inhoudelijke geschilpunten die klager heeft aangevoerd met betrekking tot de executie staan niet ter beoordeling van de Kamer maar van de gewone rechter.

4.5 Gelet op de omvang van het de gerechtsdeurwaarder te maken verwijt alsmede gelet op het feit dat de gerechtsdeurwaarder excuses heeft aangeboden ziet de Kamer geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 december 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.