ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0606 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW333.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0606
Datum uitspraak: 28-12-2010
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW333.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Tot tweemaal toe ten onrechte in rekening brengen van niet toegewezen kosten. De Kamer acht dat laakbaar en legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 28 december 2010 zoals bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 333.2010 van:

[     ]v.o.f. en haar vennoten [     ] en [     ],

gevestigd en wonende te [     ],

klagers,

gemachtigde mr. [     ],

advocaat gevestigd te [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 29 april 2010 heeft klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 4 mei 2010 heeft klagers nadere stukken ingezonden.

 Op 8 juni 2010 is het aangehechte verweerschrift van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 december 2010 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klagers zijn niet verschenen.

De gemachtigde heeft bij brief van 13 december 2010 laten weten zelf niet te kunnen verschijnen.

Uitspraak is bepaald op 14 december 2010.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

1. De feiten

a)         De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een door de Stichting Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en Handel te ’s-Gravenhage  ten laste van klaagster, de vof, gewezen arbitraal vonnis van 30 januari 2009.

b)         Bij uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 9 juli 2009 is verlof tot tenuitvoerlegging van dit vonnis verleend.

2. De klacht

Klagers beklagen zich erover – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarder incassokosten in rekening brengt die niet zijn toegewezen en daarvoor en voor overige kosten waarvoor geen titel bestaat derdenbeslag heeft gelegd. Daarnaast beklagen klagers zich erover dat de gerechtsdeurwaarder ook ten laste van het Belgische bedrijf [     ] v.o.f. meent te kunnen executeren. Tenslotte beklagen klagers zich erover dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd op een voertuig ondanks dat hem direct is meegedeeld dat dit een door klagers geleast voertuig betrof.

3.  Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft als verweer - ter zitting nog aangevuld -  aangevoerd dat per abuis incassokosten ten laste van klagers zijn geboekt. Hij heeft deze omissie direct nadat hij daarop was gewezen door klagers hersteld. De op het exploot van derdenbeslag vermelde proceskosten betreffen de kosten van de exequaturprocedure. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de op dat exploot vermelde overige kosten onterecht in rekening zijn gebracht. Volgens de gerechtsdeurwaarder kan de vordering wel degelijk worden verhaald op de Belgische vennootschap die de gerechtsdeurwaarder beschouwt als de rechtsopvolgster van klaagster. Beide vennootschappen hebben dezelfde bedrijfsomschrijving en de vennoten zijn ook dezelfde. Ten aanzien het voertuig waarop beslag was gelegd voert hij aan dat dit ten tijde van de beslaglegging geregistreerd stond op naam van [     ] v.o.f. en dat dit voertuig direct nadat de leasemaatschappij had bevestigd dat dit haar eigendom is, is vrijgegeven. Er bestond ook gevaar voor verduistering waardoor de auto aanvankelijk moest worden afgevoerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Vast staat dat de gerechtsdeurwaarder fouten heeft gemaakt. Hij heeft bij de executie tot tweemaal toe incassokosten die niet zijn toegewezen en dus zonder dat daaraan een titel ten grondslag lag in rekening gebracht, hoewel hij daar door de gemachtigde van klagers op was gewezen. Daar komt bij dat de gerechtsdeurwaarder een fors bedrag aan kosten onterecht in rekening heeft gebracht. Ter zitting heeft hij daarvoor geen enkele toelichting kunnen geven.

4.3 Daarnaast dient er voorshands van te worden uitgegaan dat de gerechtsdeurwaarder het vonnis tegen de verkeerde rechtspersoon heeft geëxecuteerd en heeft betekend op een onjuist adres. Dit staat echter thans niet ter beoordeling van de Kamer en de gerechtsdeurwaarder heeft aannemelijk gemaakt dat er praktische gronden waren voor zijn handelen. Uit een door hem overgelegd uittreksel vennootschapsdossier valt af te leiden dat de gerechtsdeurwaarder goede gronden had om aan te nemen dat de nieuwe vennootschap, [     ]v.o.f., met klaagster te vereenzelvigen is en klagers in [     ] te België zouden wonen. Maar vooralsnog is niet gebleken dat dit feitelijk juridisch ook juist is geweest.

4.4 Niet gebleken is dat er met betrekking tot de beslaglegging op de auto tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld.

4.5 Gelet op de omvang van het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder te maken valt met betrekking tot de onterecht in rekening gebrachte kosten en ook gelet op de omvang daarvan acht de Kamer na te melden maatregel geëigend. Ook al omdat de gerechtsdeurwaarder ter zitting geen enkel berouw over zijn handelwijze heeft getoond.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 december 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.