ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0602 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW843.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0602
Datum uitspraak: 28-12-2010
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDW843.2010
Onderwerp: Financieel toezicht
Beslissingen: Ontzetting uit het ambt
Inhoudsindicatie: Bewaringstekort oplopend van € 157.090,00 tot € 345.835,00. Handelen in ernstige strijd met de tuchtrechtelijke norm. De Kamer ontzet beide gerechtsdeurwaarders uit het ambt. Het Gerechtshof is het met de Kamer eens en verwerpt het beroep (beslissing 19 april 2011).

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 28 december 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 843.2010 van:

[     ],

gevestigd te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ] EN [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 19 november 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 december 2010, alwaar namens klager [     ] en [     ], en de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen. Klager en de gerechtsdeurwaarders hebben een pleitnota overgelegd. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 28 december 2010.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Klager heeft in de klacht haar bevindingen van een onderzoek gebaseerd op de artikelen 30 lid 1 en 31 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet onder de aandacht van de Kamer gebracht.

b)      Dit onderzoek is aangevangen in juli 2010. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat er volgens de interne vastleggingen binnen het kantoor van de gerechtsdeurwaarders sinds 30 juni 2010 een bewaringstekort bestaat. Die tekorten bedroegen € 157.090,00, € 223.140,00, € 307.455,00, € 278.949,00,                € 288.011,00, € 339.537,00  en € 345.835,00 op respectievelijk 30 juni, 19 juli, 2 augustus, 1 september, 1 oktober, 1 november en 1 december 2010.

 

2. De klacht

2.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat, dat deze op 30 juni 2010 het bewaringstekort hebben laten ontstaan, welk tekort in strijd met artikel 19 lid 3 van de Gerechtsdeurwaarderswet niet terstond is aangevuld. In de periode na het ontstaan is het tekort verder opgelopen. Het tekort is ontstaan door het gebruik van de gelden voor de bedrijfsvoering van de eigen onderneming. Hierdoor is ook gehandeld in strijd met artikel 19 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet en artikel 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders.

2.2 De gerechtsdeurwaarders hebben het tekort zien aankomen. Zij hebben begin juli 2010 aan klager gemeld dat sprake was van financiële problemen. Deze problemen zijn (mede) veroorzaakt doordat, nadat in 2009 afscheid werd genomen van een grote opdrachtgever, de organisatie onvoldoende snel werd aangepast aan de nieuwe situatie. De gerechtsdeurwaarders hebben kantoorkosten betaald uit de van derden ontvangen gelden.

2.3 Hierbij komt nog dat de gerechtsdeurwaarders zichzelf ieder een managementfee hebben toegekend van € 10.000,00 per maand en zij daarnaast maandelijks een bedrag van € 3.500,00 voor privédoeleinden hebben opgenomen. Klager acht dit onaanvaardbaar ook al gelet op de hoogte van het tekort op de derdengeldenrekening.

2.4 Weliswaar hebben de gerechtsdeurwaarders op 26 oktober 2010 een overeenkomst gesloten met een nieuwe opdrachtgever, maar dat betreft een jaarcontract. Het valt niet uit te sluiten dat deze pilot bij voortzetting kan bijdragen aan volledig herstel van het bewaringstekort. De financiële problemen zullen wel degelijk moeten worden aangepakt als de pilot niet wordt verlengd.  

3. Het verweer

3.1 De gerechtsdeurwaarders hebben aangevoerd dat het bewaringstekort is ontstaan doordat het contract met de grootste opdrachtgever per 1 januari 2010 is geëindigd. Een vervolgcontract bleek bedrijfseconomisch niet rendabel. Hierdoor is de liquiditeit met ingang van het kwartaal 2010 sterk afgenomen en de omzet uit andere zaken bleek onvoldoende om het verlies te compenseren.

3.2 De gerechtsdeurwaarders hebben inmiddels maatregelen getroffen. Het personeelsbestand is zoveel als mogelijk verminderd. De managementfee en de maandelijkse opname zijn teruggebracht. Er worden besprekingen gevoerd met een financier om de rekening courantvordering te kunnen voldoen, aangezien er geen mogelijkheid is tot aanvullen met privé middelen. Er is tevergeefs contact geweest met een partij over een eventuele overname. Er heeft overleg plaatsgevonden met de huisbankier. Deze is bereid, indien de rekening-courantverhouding kan worden voldaan uit de middelen van de financier, de aflossing van het bestaande krediet op te schorten. De gerechtsdeurwaarders hebben klager zelf in kennis gesteld van het tekort en hebben vervolgens met klager regelmatig overleg gevoerd.

3.3 De gerechtsdeurwaarders verwachten dat het nieuwe contract ertoe zal leiden dat het bewaringstekort binnen een jaar zal zijn aangezuiverd als gevolg van de toename van het aantal nieuwe zaken. Bij dit contract is sprake van declaratie van de gemaakte kosten op maandbasis. De overeenkomst is wel tussentijds opzegbaar, maar in dat geval dient een schadevergoeding te worden betaald. De gerechtsdeurwaarders hebben een liquiditeitsberekening gemaakt met een prognose over 2011 ter ondersteuning van hun standpunt, waarbij wat betreft de liquiditeit uit de andere zaken is uitgegaan van de gemiddelde ontvangsten in de afgelopen vijf maanden. Daarnaast verwachten de gerechtsdeurwaarders dat de omzet uit andere zaken zal gaan toenemen als gevolg van de toegenomen inspanningen gericht op acquisitie. Sinds januari 2010 is het totale bedrag van de ter incasso in behandeling gegeven zaken al toegenomen met € 900.000,00.

3.4  De gerechtsdeurwaarders betreuren het dat het tekort is ontstaan en zij vragen er begrip voor dat zij niet in staat zijn geweest het grote verlies aan omzet en liquiditeit op korte termijn te compenseren. Er is echter reëel zicht op continuïteit van de onderneming en de oplossing van het bewaringstekort.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht is dat volgens artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet, de kwaliteitsrekening uitsluitend bestemd is voor gelden die de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden onder zich neemt en voor gelden die aan hem worden toevertrouwd ten behoeve van derden. De gerechtsdeurwaarder mag van deze rekening uitsluitend betalingen doen aan de rechthebbenden. Vast staat dat de gerechtsdeurwaarders in strijd hiermee bedragen hebben gebruikt ter betaling van kantoorkosten.

4.2 De gerechtsdeurwaarder is verplicht om een tekort in het saldo van de bijzondere rekening terstond, daarom onmiddellijk, aan te vullen, tenzij hij aannemelijk kan maken dat hem terzake van het tekort geen verwijt kan worden gemaakt. Blijkens de memorie van toelichting strekt het bepaalde in voormeld artikel ertoe derden, voor wie de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden tijdelijk gelden onder zich neemt, te beschermen tegen déconfitures, fraude daaronder begrepen. Vast staat dat er sinds juni 2010 een negatieve bewaringspositie is ontstaan, die in omvang is toegenomen en zelfs volgens de eigen berekeningen van de gerechtsdeurwaarders nog tenminste tot eind januari 2010 verder zal toenemen. De gerechtsdeurwaarders hebben deze tekorten niet terstond aangevuld. Het ontstaan van de tekorten valt de gerechtsdeurwaarders aan te rekenen. De door de gerechtsdeurwaarders aangevoerde oorzaken voor de tekorten komen hun rekening. Niet gebleken is dat zij op korte termijn in staat zijn het tekort op de derdengeldenrekening aan te vullen. Dat zal nog zeker tot november 2011 duren indien de omzet niet terugloopt. Daarbij komt dan nog het probleem van de omvang van de schulden.

4.3 De Kamer acht de klacht gegrond. De gerechtsdeurwaarders hebben door te handelen als hiervoor omschreven in ernstige mate in strijd gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De Kamer rekent het hen zwaar aan dat zij ondanks de tekorten zijn doorgegaan met het zichzelf toekennen van hoge management- vergoedingen. Na te noemen maatregel beschouwt de Kamer daarom als enige passend en geboden.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ontzet de gerechtsdeurwaarders uit hun functie, welke maatregel van kracht wordt op een na onherroepelijk worden van de beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder door de Kamer mee te delen datum.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 december 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.