ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0595 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet514.4010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0595
Datum uitspraak: 28-12-2010
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet514.4010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat dit niet tijdig is gedaan.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 6

Beslissing van 28 december 2010 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 15 juni 2010 met nummer 220.2010 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 514.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij brief van 22 juni 2010 is aan klager een afschrift van voormelde beslissing toegezonden. Per fax van 7 juli 2010 is het verzetschrift van klager tegen voormelde beslissing van de voorzitter ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 november 2010. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 28 december 2010.

2. De gronden van het verzet

Klager heeft in verzet op daartoe aangevoerde gronden meegedeeld dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

3.1 Op grond van het bepaalde in artikel 39, tweede lid van de Gerechtsdeurwaarderswet kan de klager binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving schriftelijk verzet doen.

3.2 Deze termijn ving aan op 23 juni 2010. Dit betekent dat het verzetschrift op 6 juli 2010 bij de Kamer diende te zijn ontvangen.

3.3 Nu het verzetschrift op 7 juli aan de Kamer gefaxt is, is het verzetschrift niet binnen de hiervoor vermelde termijn van 14 dagen ingediend.

4. De beoordeling van het verzet

4.1 Klager is niet tijdig in verzet gekomen. Ter zitting is niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de overschrijding van de verzettermijn verschoonbaar is.

4.2 Vorenstaande betekent dat klager niet in zijn verzet kan worden ontvangen.

4.3 Gelet daarop komt wat klager in verzet heeft aangevoerd niet voor bespreking in aanmerking.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend voorzitter en

mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin, (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 december 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.