ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0517 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.605

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0517
Datum uitspraak: 23-11-2010
Datum publicatie: 31-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.605
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd. De klacht wordt op een onderdeel gegrond verklaard. Er wordt geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 november 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 605.2010 ingesteld door:

[     ]

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 3 augustus 2010 (zaaknummer 297.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 11 augustus 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 14 augustus 2010 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 oktober 2010. Klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 23 november 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De drie stellingen van de gerechtsdeurwaarder in zijn verweer tegen de klacht zijn niet juist en evenmin onderbouwd. Het is in de eerste plaats niet juist dat de lange looptijd van de zaak voor een groot deel verband hield met omstandigheden aan de zijde van klager zelf. De voorzitter is ten onrechte van het verweer van de gerechtsdeurwaarder uitgegaan. Voorts heeft de voorzitter niets overwogen over de klacht dat door de gerechtsdeurwaarder niet is ingegaan op het verzoek een deel van de vordering te laten vallen. De opdrachtgever heeft klager verwezen naar de gerechtsdeurwaarder en de gerechtsdeurwaarder heeft te kennen gegeven dat hierover alleen een beslissing door de opdrachtgever kan worden genomen. Volgens klager wordt hij van het kastje naar de muur gestuurd.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat hij na de betekening van een vonnis van 27 januari 2004 door de gerechtsdeurwaarder pas op 17 februari 2010 is aangeschreven. Door toedoen van de gerechtsdeurwaarder is de vordering, in het bijzonder de rente, opgelopen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De voorzitter is in zijn beslissing niet ingegaan op het onderdeel van de klacht dat de gerechtsdeurwaarder een te passieve houding heeft ingenomen nadat klager na de brief van 17 februari 2010 contact heeft opgenomen. Klager heeft in de klacht onder meer gesteld dat hij aan de gerechtsdeurwaarder een brief heeft gestuurd met gegevens van de Belastingdienst met zijn adressen waar hij in de tussenliggende periode heeft gewoond. Op die brief is door de gerechtsdeurwaarder niet gereageerd. De voorzitter is hier in zijn beslissing niet op ingegaan. De Kamer acht het verzet dan ook gegrond.

6.2 Volgens klager was hij wel degelijk bereikbaar voor de gerechtsdeurwaarder. Hij heeft altijd gewoond op de adressen waar hij ingeschreven stond. Alleen gedurende de periode van 20 juni 2006 tot 26 januari 2007 is klager, zonder dat hij daarvan op de hoogte is gesteld, uitgeschreven geweest, omdat zijn adres in onderzoek was. Klager woonde bij zijn ouders in [     ], daarna in [     ] en vervolgens in [     ]. Zijn adres was dus gedurende nagenoeg de gehele periode voor de gerechtsdeurwaarder te achterhalen. Aan de gerechtsdeurwaarder is een rentestop gevraagd op welk verzoek niet is gereageerd. De gerechtsdeurwaarder heeft dit niet weersproken. Geoordeeld wordt dat van de gerechtsdeurwaarder, nu de vordering  is opgelopen door het lang stilliggen van de incasso terwijl het adres van klager gedurende een groot deel van die periode gewoon te achterhalen was geweest, mogen worden verwacht dat hij een actievere rol op zich had genomen bij het doorgeleiden van het verzoek om een rentestop aan de opdrachtgever.  De Kamer acht de klacht daarom gegrond.

6.3 Voor het overige heeft het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

6.4 De Kamer ziet gelet op de geringe ernst van de gedraging, geen aanleiding om voor het gegronde deel van de klacht een maatregel op te leggen.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond;

-        ziet voor het gegronde deel van de klacht van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.