ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0514 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.356

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0514
Datum uitspraak: 23-11-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.356
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Aanpassing van de beslagvrije voet heeft te lang geduurd. De klacht wordt gegrond verklaard maar er wordt geen maatregel opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 november 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 356.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 27 april 2010 (zaaknummer 50.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 4 mei 2010 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 14 mei 2010 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 oktober 2010. Klaagster, vergezeld door haar echtgenoot en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 23 november 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.  

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klaagster verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze ten onrechte beslag heeft gelegd en een onjuiste beslagvrije voet heeft gehanteerd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De Kamer acht de klacht gegrond. Ter zitting is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder al in augustus 2008 van de financiële gegevens van klaagster op de hoogte was na ontvangst van de brief van zijn opdrachtgever d.d. 8 augustus 2008. Aan die brief is een brief van 30 juli 2008 van klaagster aan de opdrachtgever, zijnde de advocaat van de wederpartij van klaagster, gehecht waarin klaagster een overzicht geeft van haar financiële situatie en om een betalingsregeling verzoekt. Op 15 oktober 2008 is klaagster nog aan de balie van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder geweest waar klaagster kopieën van haar bankafrekeningen heeft overhandigd. Niet gebleken is dat nadien nog nieuwe gegevens door de gerechtsdeurwaarder zijn opgevraagd of aan hem zijn verstrekt. Toch is de beslagvrije voet door de gerechtsdeurwaarder pas op 28 november 2008 aangepast (ten onrechte staat in de beslissing van de voorzitter onder de feiten 2009 vermeld). Hij heeft het UWV hiervan bericht, docht het UWV heeft die aanpassing pas later doorgevoerd. De Kamer is van oordeel dat de aanpassing van de beslagvrije voet door de gerechtsdeurwaarder te lang heeft geduurd. De fout van het UWV kan de gerechtsdeurwaarder niet worden aangerekend.

6.2 De Kamer ziet geen grond om een maatregel op te leggen, gelet op de omvang van het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder te maken valt.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.