ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0510 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.174

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0510
Datum uitspraak: 23-11-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDW2010.174
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ten onrechte betekenen van de dagvaarding en overige klachten. De  klacht wordt deels gegrond verklaard. Er wordt geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 23 november 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 174.2010 van:

[     ] ,

wonende te [     ] ,

klager,

tegen:

[     ] ,

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ] ,

beklaagde,

gemachtigde: [     ] .

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 5 maart 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna ook: de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brieven met bijlagen ingekomen op 8 en 9 april 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 oktober 2010, alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 23 november 2010.

1. De feiten

a)      Ten onrechte heeft de gerechtsdeurwaarder op 25 november 2009 een dagvaarding aan de echtgenote van klager betekend met de oproep om te verschijnen voor de rolzitting van 8 december 2009. De opdracht daartoe was op 3 november 2009 ingetrokken door zijn collega die de dagvaarding heeft opgesteld.

b)      Klager heeft op 11 maart 2010 ook een klacht ingediend tegen deze collega (zaaknummer 190.2010).

2. De klacht

2.1 Verkort samengevat en in hoofdzaak verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze onzorgvuldig heeft gehandeld door de onterechte betekening, door niet persoonlijk, maar door zijn chef de bureau excuses (aan de gemachtigde) te maken en door onterecht druk uit te oefenen door in de dagvaarding een datum voor de rolzitting te vermelden terwijl de zaak niet eens was aangebracht.

2.2 Klager vindt het voorts onduidelijk dat namens de gerechtsdeurwaarder door een collega-gerechtsdeurwaarder is gereageerd met betrekking tot een eventuele schadevergoeding en dat de naam van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder wordt vermeld op briefpapier van het kantoor van deze collega. De gerechtsdeurwaarder heeft desgevraagd over dit laatste geen opheldering willen verschaffen.

2.3 Klager stelt schade te hebben geleden die voor vergoeding in aanmerking komt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de dagvaarding ten onrechte is betekend, maar voert aan dat de fout direct ongedaan is gemaakt. Voor het overige heeft hij gemotiveerd verweer gevoerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1   Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in voormelde zin oplevert.

4.2 De Kamer acht het eerste deel van de klacht gegrond. De gerechtdeurwaarder heeft een fout gemaakt door de betekening van de dagvaarding, terwijl de opdracht daartoe al 3 weken daarvoor was ingetrokken. Mede gelet op het feit dat de gerechtsdeurwaarder bij monde van zijn chef de bureau excuses heeft gemaakt en de zaak niet heeft aangebracht ziet de Kamer geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.

4.3 Het tweede onderdeel van de klacht acht de Kamer ongegrond. Ter zitting is gebleken dat tussen het kantoor van de gerechtsdeurwaarder en dat van zijn collega een samenwerkingsverband bestaat. Om reden dat zijn collega geen kantoren heeft in het (     ) van het land wordt de naam van het kantoor van deze collega vermeld op het briefpapier en de website van de gerechtsdeurwaarder. Dat is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.   

4.4 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding, zo daartoe al aanleiding zou zijn.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het ten onrechte betekenen van de dagvaarding;

-                     verklaart de klachten voor het overige ongegrond;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.