ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0503 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.342

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0503
Datum uitspraak: 02-11-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.342
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat klager de gronden van het verzet niet heeft ingediend.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 november 2010 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 20 april 2010 met nummer 773.2009 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 342.2010 ingesteld door:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 21 april 2010 aan klager verzonden.

Op 6 mei 2010 is het verzetschrift op nader aan te voeren gronden, tegen voormelde beslissing van de voorzitter ontvangen. Bij brief van 11 mei 2010 is klager erop gewezen dat de gronden van het verzet binnen veertien dagen nadien moesten worden ingediend en is klager opgeroepen voor de zitting van 21 september 2010.

Op 8 juni 2010 is aan klager in reactie op zijn brief van 3 juni 2010, een kopie gezonden van de brief van 11 mei 2010.

Bij brief van 14 september 2010 is klager er onder meer op gewezen dat nog steeds geen gronden van verzet zijn ingediend en dat er evenmin een reden is vermeld waarom deze niet zijn ingediend. Klager heeft hierop bij fax van 21 september 2010 gereageerd.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 september 2010. Beide partijen zijn zoals tevoren meegedeeld, niet ter zitting verschenen. Van de behandeling ter zitting is geen afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 2 november 2010.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

2.1 In artikel 39, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet is bepaald dat de klager tegen de beschikking van de voorzitter tot afwijzing van een klacht binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving schriftelijk verzet kan doen bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders.

2.2 Bij brief van 21 april 2010 is voormelde beslissing van de voorzitter aan klager verzonden. Gelet op de dagtekening van deze brief ving de termijn aan op

22 april 2010. Dit betekent dat het verzetschrift uiterlijk op 5 mei 2010 diende te zijn ontvangen. Blijkens het ingezonden bewijsstuk is het verzetschrift op 4 mei 2010 om 20.07 uur aan de Kamer gefaxt, zodat dit tijdig is ingediend.

2.3 Klager heeft geen nadere actie ondernomen om te onderzoeken of de gronden van het verzet nog konden worden ingediend naar aanleiding van de brief van de Kamer van 8 juni 2010. Hij heeft toen en ook naar aanleiding van de brief van de Kamer van 14 september 2010, geen gronden van verzet ingediend.

2.4 De enkele mededeling in de fax van 21 september 2010 dat klager de brief van 11 mei 2010 eerst bij brief van 8 juni 2010 heeft ontvangen acht de Kamer onvoldoende.

2.5 Gelet op vorenstaande wordt het verzet niet-ontvankelijk verklaard.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend voorzitter,

mrs.  J.H. Dubois en J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 november 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.