ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0499 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.293

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0499
Datum uitspraak: 02-11-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.293
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 november 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 293.2010 ingesteld door:

[     ] ,

wonende te [     ] ,

klager,

tegen:

[     ] en [     ] ,

gerechtsdeurwaarders te [     ] ,

beklaagden.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 13 april 2010 (zaaknummer 79.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 14 april 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 20 april 2010 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 september 2010. Klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarders hebben bij brief van 3 mei 2010 laten weten niet ter zitting te verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 2 november 2010. Aan de gerechtsdeurwaarders is dit laatste bij brief van 28 september 2010 door de secretaris van de Kamer meegedeeld met het verzoek een kopie van het exploot van betekening van 17 november 2008 met betrekking tot de betekening van een dwangbevel aan de zoon van klager binnen een week na dagtekening van deze brief aan de Kamer te doen toekomen met een kopie aan klager. Bij brief van 30 september 2010 hebben de gerechtsdeurwaarders aan dit verzoek voldaan.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Het stuk waaruit de verhuurder tijdens een comparitie in een procedure waarin die met klager betrokken was citeerde betrof een verslag van de gerechtsdeurwaarder omtrent het betekenen van een exploot aan zijn zoon op 17 december 2008. Uit de opmerking van de gerechtsdeurwaarders in hun verweer tegen de klacht, dat klager zich onbehoorlijk heeft gedragen jegens een medewerker van de gerechtsdeurwaarders, blijkt dat de gerechtsdeurwaarders wel degelijk weten naar welk stuk klager heeft verwezen. Volgens klager was hij die dag met zijn zoon aan het verhuizen. Er is geen sprake geweest van fysiek geweld, maar wel van irritatie.  

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat dat deze ten onrechte vertrouwelijke informatie over een zaak van klagers zoon aan de verhuurder van klager hebben verstrekt. Klager is verwikkeld in een procedure bij de kantonrechter. Tijdens een comparitie bleek de verhuurder te beschikken over een intern schrijven van de gerechtsdeurwaarders met betrekking tot een vordering van het [     ] op zijn zoon. De verhuurder heeft uit dat stuk geciteerd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarders hebben verwezen naar hun eerdere verweer tegen de klacht. Pas in verzet heeft klager gerefereerd aan de betekening op 17 december 2008 van een door het [     ] uitgevaardigd dwangbevel aan de zoon van klager. Hierbij werd de betreffende kandidaat-gerechtsdeurwaarder [     ] door de zoon bedreigd met fysiek geweld. De betekening in persoon aan de zoon van klager werd daardoor onmogelijk gemaakt. Hiervan is in het exploot van betekening melding gemaakt. Het dwangbevel is vervolgens alsnog rechtsgeldig betekend per post. Dit stuk is betekend op en verzonden aan het toenmalige adres van de zoon waar ook de verhuurder volgens informatie van klager zelf woonde. Het is daarmee duidelijk geworden hoe de verhuurder aan dat stuk kwam waaruit hij heeft geciteerd tijdens de comparitie. Dit was klager dus ook duidelijk en hij had de verhuurder daarover moeten aanspreken in plaats van de onderhavige klacht in te dienen.

6.2 De Kamer acht de klacht ongegrond, omdat het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer verder niet heeft geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Uit het overgelegde exploot blijkt dat dit per post is verzonden naar het adres van de zoon van klager, omdat de zoon  weigerde het afschrift in ontvangst te nemen en de gerechtdeurwaarder bedreigde met fysiek geweld. Klager heeft niet weersproken dat de verhuurder daar ook woonde. Kennelijk heeft de verhuurder de beschikking over het exploot van betekening gekregen. Klager heeft niet aangetoond dat dit door toedoen van de gerechtsdeurwaarder is gebeurd. In een exploot moet een gerechtsdeurwaarder in het kort relateren aan de gang van zaken, zoals in dit geval de wijze waarop de betekening is verlopen.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 november 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolgde het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.