ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0498 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.122en191

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0498
Datum uitspraak: 02-11-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDW2010.122en191
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ten onrechte meenemen van hoge mutatiekosten in een gelegd beslag. Klacht wordt gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder wordt mede gezien zijn houding ter zitting de maatregel van berisping opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 november 2010 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummers 122.2010 en 191.2010 ingesteld door:

[     ] ,

wonende te [     ] ,

klaagster,

tegen:

[     ] ,

gerechtsdeurwaarder te [     ] ,

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief van 12 februari 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief met bijlagen van 9 maart 2010 heeft klaagster aanvullende informatie over haar klacht ingediend.

Bij aangehechte brief van 14 april 2010, ingekomen op 15 april 2010, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 september 2010. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 2 november 2010.

1. De feiten

-           Klaagster is samen met haar ex-partner bij exploot van 25 februari 2009 gedagvaard om te verschijnen op een terechtzitting van de kantonrechter te         [     ] .

-           Bij verstekvonnis van 16 maart 2009 zijn klaagster en haar ex-partner onder meer veroordeeld tot ontruiming van de door hen gehuurde woning en tot betaling van een bedrag van € 2.194,64. Ook zijn zij in de kosten veroordeeld.

-           Bij exploot van 6 april 2009 is het vonnis aan klaagster en haar ex-partner betekend met bevel aan het vonnis te voldoen. Het vonnis is in gesloten enveloppe gelaten aan het destijds bekende adres van klaagster en haar ex-partner te [     ] . De ontruiming heeft plaatsgevonden op 22 april 2009. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt.

-           Blijkens een uittreksel uit de gemeentelijke Basisadministratie (GBA) staat klaagster vanaf 8 september 2009 op een ander adres ingeschreven.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft op 26 oktober 2009 ten laste van klaagster beslag gelegd onder haar werkgever met toepassing van een beslagvrije voet.

-           Nadat door klaagster op verzoek van de gerechtsdeurwaarder stukken waren verzonden heeft de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet aangepast. In het exploot waarbij het beslag is gelegd staat onder meer vermeld dat dit beslag geschiedt om uiteindelijke betaling te verkrijgen van wat de schuldeiser krachtens een executoriale titel van klaagster te vorderen heeft namelijk een bedrag van in totaal € 11.119,07.

-           Tussen klaagster en de gerechtsdeurwaarder is vervolgens gecorrespondeerd over het bedrag dat klaagster verschuldigd zou zijn.

2. De klacht

De brief van klaagster van 12 februari 2010 gericht aan de gerechtsdeurwaarder wordt als uitgangspunt genomen bij het formuleren van de klacht. In die brief beklaagt klaagster zich over de rechtsgeldigheid van het gelegde beslag vanwege een ten onrechte in het beslagexploot opgenomen bedrag van € 7.665,31. Klaagster is van mening dat het gelegde beslag door de gemaakte fout nietig is en dat de al geïncasseerde bedragen dienen te worden teruggegeven.Klaagster maakt tevens bezwaar tegen de door de gerechtsdeurwaarder gegeven specificatie met betrekking tot de executiekosten. In die bij brief van 9 februari 2010 gegeven specificatie staat een bedrag vermeld van in totaal € 646,92.In het beslagexploot van 26 oktober 2009 wordt echter bedrag van € 445,86 aan executiekosten vermeld. De in de specificatie vermelde posten planningskosten ontruiming, een proces-verbaal van ontruiming en kosten slotenmaker zijn volgens klaagster geen ambtshandelingen en het is de vraag of die kosten zijn gemaakt. Deze kosten worden volgens klaagster ten onrechte in rekening gebracht.Volgens haar informatie zijn de kosten van overbetekening en derdenbeslag hoger dan de bedragen als door de gerechtsdeurwaarder vermeld.

Klaagster acht daarnaast de post ontruimingskosten ad € 6.709,10 niet alleen ten onrechte, maar ook buitensporig.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig zal hierna op dat verweer worden ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De brief van 9 maart 2010 is door de Kamer onder nummer 191.2010 abusievelijk ingevoerd als nieuwe zaak. Beide dossiers worden gevoegd behandeld.

4.2 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] van    [     ] kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Gerechtsdeurwaarder [     ] heeft zich opgeworpen als beklaagde en wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.3 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.4 De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder er ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding, de betekening van het daarop gewezen verstekvonnis en ten tijde van de ontruiming terecht van uitging dat klaagster nog op het gezamenlijke adres woonde. Dat klaagster niet op de hoogte is gehouden door haar ex-partner over de gevoerde procedure komt voor haar rekening en risico, zeker omdat zij zich pas nadien, op 8 september 2009, op een ander adres heeft laten inschrijven

4.5 Omdat van een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder verwacht kan en mag worden dat hij binnen een redelijke termijn reageert op aan hem gezonden brieven, acht de Kamer het tuchtrechtelijk laakbaar dat door de gerechtsdeurwaarder niet is gereageerd op de schriftelijke mededeling van de ex-partner van klaagster dat deze de onderhavige schuld voor zijn rekening wenste te nemen.

4.6 Voorts valt het de gerechtsdeurwaarder ernstig te verwijten dat niet eerder is gezien dat ten onrechte de zogeheten mutatiekosten zijn meegenomen bij het leggen van het loonbeslag. Gelet op het grote verschil tussen de op grond het vonnis verschuldigde hoofdsom en het bedrag waarvoor beslag is gelegd, had dit bij het opstellen van het exploot direct opgemerkt kunnen en moeten worden. Overigens leidt dit, anders dan klaagster meent er niet toe dat het gelegde loonbeslag in zijn geheel nietig is. Er lag immers een (mede) ten laste van klaagster gewezen rechtsgeldig vonnis aan ten grondslag en daaraan was niet voldaan.

4.7 Het hiervoor overwogene leidt ertoe dat de klacht gegrond wordt verklaard. Mede gezien de nogal laconieke houding van de gerechtsdeurwaarder over het (verkeerd) boeken van de mutatiekosten en het feit dat geen excuses zijn aangeboden voor de gemaakte fouten, acht de Kamer na te melden maatregel op zijn plaats. Dat klaagster uiteindelijk geen nadeel heeft ondervonden van de gemaakte fouten, leidt niet tot een ander oordeel.

4.8 De overige grieven van klaagster ten aanzien van de (hoogte van) de in rekening gebrachte mutatiekosten komen niet voor bespreking in aanmerking, omdat geschillen met betrekking tot de executie voorgelegd dienen te worden aan de bevoegde (executie)rechter en het tuchtrecht daarvoor niet de geëigende weg is.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter,

mrs. J.H. Dubois en J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 november 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.