ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0495 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.321

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0495
Datum uitspraak: 26-10-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.321
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 26 oktober 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 321.2010 ingesteld door:

[     ] ,

wonende te [     ] ,

klager,

tegen:

[     ] ,

gerechtsdeurwaarder te [     ] ,

beklaagde,

gemachtigde [     ] .

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 20 april 2010 (zaaknummer 113.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 26 april 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 29 april 2010 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 september 2010.  De gerechtsdeurwaarder is verschenen bij zijn gemachtigde, samen met de zaakbehandelaar, [     ] . Klager heeft laten weten niet te zullen  verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 26 oktober 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen. 

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze hem disproportioneel onder druk heeft gezet.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn eerdere verweer.

6.2 De Kamer acht het verzet ongegrond, omdat het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer verder niet heeft geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.  

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en M. Colijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge artikel 39, vierde lid van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.