ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0493 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.289

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0493
Datum uitspraak: 26-10-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.289
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer acht het verzet met verbetering van de gronden ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 26 oktober 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 289.2010 ingesteld door:

[     ] en [     ] ,

wonende te [     ] , [     ] ,

klagers,

tegen:

[     ] , [     ] en [     ] ,

gerechtsdeurwaarders te [     ] ,

beklaagden.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 16 maart 2010 (zaaknummer 2.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 23 maart 2010 is klagers een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 9 april 2010 hebben klagers tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 september 2010. Klagers zijn verschenen. De gerechtsdeurwaarders hebben bij e-mail van 27 juli 2010 laten weten niet te zullen  verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 26 oktober 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter. Zij kunnen echter in hun verzet worden ontvangen omdat zij ter zitting hebben gesteld dat de post in [     ] erg traag is. Zij hebben naar eigen zeggen de beschikking van de voorzitter pas op 2 april 2010 ontvangen. Zij hebben hun verzet op 3 april 2010 ter post bezorgd en dat is volgens de stempel op de envelop pas op 6 april 2010 afgestempeld. Aan klagers wordt het voordeel van de twijfel gegeven. De termijnoverschrijding is daarom verschoonbaar.

4. De inleidende klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat dat deze zich niet aan gemaakte afspraken hebben gehouden.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarders hebben verwezen naar hun eerdere verweer omdat bij verzet geen nieuwe argumenten zijn aangevoerd.

6.2 De Kamer acht het verzet ongegrond, omdat het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer verder niet heeft geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Klagers hebben in hun verzetschrift en ter zitting hun standpunt niet voldoende onderbouwd en hebben bijvoorbeeld geen enkel relevant stuk kunnen tonen. Het lag wel op de weg van de gerechtsdeurwaarders om klagers er duidelijk op te wijzen dat zij niet gingen over een eventuele rentestop en dat klagers zich daarvoor rechtstreeks tot de schuldeiser konden wenden toen die niet reageerde naar aanleiding van het doorzenden van het verzoek van klagers om een rentestop.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en M. Colijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.