ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0490 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.44

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0490
Datum uitspraak: 26-10-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDW2010.44
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Ten onrechte leggen van beslag. Onterecht gemaakte kosten niet terugbetaald. Klacht gegrond en er wordt de maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 26 oktober 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 44.2010 van:

[     ] en [     ] ,

wonende te [     ] ,

klagers,

tegen:

[     ] ,

gerechtsdeurwaarder te [     ] ,

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 19 januari 2010 heeft klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij aangehechte brief ingekomen op 18 maart 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 september 2010 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klagers zijn hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 26 oktober 2010.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een viertal tegen klagers uitgevaardigde dwangbevelen.

2. De klacht

Verkort samengevat en in hoofdzaak verwijten klagers de gerechtsdeurwaarder dat deze onnodig veel executiemaatregelen heeft getroffen en daardoor nodeloos kosten heeft gemaakt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft verweer gevoerd. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is hier sprake. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat drie beslagen in één dossier ten onrechte zijn gelegd. In zijn verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder gesteld dat hij dit bij het opstellen hiervan pas heeft geconstateerd. Ter zitting heeft hij echter toegegeven dat deze fout al in 2005 was opgemerkt en dat de onterecht gemaakte kosten nog altijd niet zijn terugbetaald. De Kamer acht de klacht daarom gegrond.

4.3 Vanwege de ernst van de te maken verwijten acht de Kamer na te noemen maatregel op zijn plaats.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en M. Colijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.