ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0486 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet2010.290

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0486
Datum uitspraak: 19-10-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDWverzet2010.290
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 19 oktober 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 290.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

advocaat gevestigd te [     ]

tegen:

[     ] ,

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 30 maart 2010 (zaaknummer 41.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 31 maart 2010 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 13 april 2010 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 september 2010. Klager is, vergezeld door zijn gemachtigde, verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 2 september 2010 laten weten niet te zullen  verschijnen. Klager heeft een pleitnota overgelegd. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 19 oktober 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft fouten gemaakt, die hij ook erkent en de gerechtsdeurwaarder heeft zich niet gehouden aan zijn toezegging klager te informeren over het verschuldigde aan T-mobile alvorens beslag te leggen.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze nodeloos executiekosten in rekening heeft gebracht.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweerschrift tegen de klacht.

6.2 De Kamer acht de klacht ongegrond. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Vanaf juli 2007 heeft klager volgens de gerechtsdeurwaarder niet meer stipt betaald. Klager heeft dit niet voldoende gemotiveerd weersproken nu hij ook geen data heeft genoemd van door hem gestelde betalingen. Klager heeft daarnaast niet aannemelijk gemaakt dat hij bij zijn, door de gerechtsdeurwaarder betwiste, verzoek om specificaties ook om schorsing van de executie heeft gevraagd.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.