ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0485 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2009.716

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0485
Datum uitspraak: 19-10-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): GDW2009.716
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over opgelopen kosten. Fout van de gerechtsdeurwaarder bij het vermelden van de datum wanneer klagers diende te betalen om de zitting te voorkomen. De klacht wordt gegrond verklaard, er wordt geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 19 oktober 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 716.2009 van:

[     ] en [     ] ,

wonende te Zoetermeer,

klagers,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ] ,

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 20 november 2009, ingekomen op 24 november 2009, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief van 22 december 2009, ingekomen op 22 december 2009, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 september 2010 alwaar klager sub 2, de gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 19 oktober 2010.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft klagers op verzoek van een kraamzorgbureau gedagvaard voor de kantonrechter wegens onbetaald gelaten facturen. Klagers zijn bij vonnis van 12 november 2009 veroordeeld tot betaling van een geldsom. De gerechtsdeurwaarder heeft het vonnis aan klagers betekend met bevel tot betaling.

2. De klacht

Klagers beklagen zich over de werkwijze van de gerechtsdeurwaarder. Ten eerste is het absurd te vernemen op welke wijze een schuld van € 44,00 door de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder kan oplopen tot een bedrag van € 320,00. Verder hebben klagers aangevoerd dat zij op 23 oktober 2009 een dagvaarding hebben ontvangen waarin hen is medegedeeld dat indien zij vóór 29 november 2009 een bedrag van

€ 174,52 zouden betalen, de zaak zou worden ingetrokken. Tot hun schrik hebben klagers op 13 november 2009 een vonnis betekend gekregen dat zij een bedrag van

€ 320,00 moesten voldoen. Klagers zijn van mening dat zij op grond van de mededeling van de gerechtsdeurwaarder een bedrag van € 174,52 verschuldigd zijn. Klagers verzoeken de klacht gegrond te verklaren en te bepalen dat zij slechts een bedrag ad € 174,52 hoeven te voldoen vermeerderd met de kosten van juridische bijstand.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat op het afschrift van de dagvaarding een stempel stond waarin vermeld werd welk bedrag klagers dienden te betalen en wanneer, indien zij de zitting wensten te voorkomen. In plaats van 29 oktober 2009 is daarin abusievelijk 29 november 2009 vermeld. Gelet op het feit dat klagers waren gedagvaard voor 5 november 2009 hadden zij kunnen begrijpen dat het om een vergissing ging. Dat de schuld is opgelopen is te wijten aan klagers die ondanks diverse aanmaningen het verschuldigde niet hebben voldaan. Er heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen klaagster sub 1 en een medewerkster. Daarbij heeft deze medewerkster duidelijk gezegd dat er voor 5 november 2009 betaald moest worden. 

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft een fout gemaakt door de vermelding van de verkeerde datum. Zeker bij vermelding van data op dagvaardingen mag daarover geen twijfel kunnen ontstaan. Bij klagers is verwarring ontstaan, die voor rekening van de gerechtsdeurwaarder behoort te komen. Daarbij komt dat niet is gebleken dat de medewerkster bij het gesprek met klaagster heeft meegedeeld dat 29 november 2009 geen juiste datum was. De Kamer acht de klacht daarom gegrond maar ziet gelet op de geringe ernst van de verwijtbare gedraging geen aanleiding tot oplegging van een maatregel.

4.4. Voor zover klagers hebben bedoeld te vorderen dat de gerechtsdeurwaarder wordt veroordeeld in hun kosten van juridische bijstand, geldt dat de Kamer daartoe niet bevoegd is.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.