ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0482 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2010.59

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0482
Datum uitspraak: 19-10-2010
Datum publicatie: 30-12-2010
Zaaknummer(s): 2010.59
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ondanks diverse verzoeken heeft de gerechtsdeurwaarder de hoogte van de beslagvrije voet niet tijdig aangepast. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder ter zitting gegeven toelichting welke door klager niet is weersproken, acht de Kamer het handelen niet tuchtrechtelijk laakbaar

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 19 oktober 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 59.2010 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 25 januari 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna ook: de gerechtsdeurwaarder.

Op 25 februari 2010 is het aangehechte verweerschrift van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 september 2010, alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 19 oktober 2010.

1. De feiten

-                     Toen klager in het buitenland woonde heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank op klagers uitkering.

-                     Per e-mail van 11 december 2009 en telefonisch heeft klager de gerechtsdeurwaarder gemeld dat hij sedert 7 december 2009 weer in Nederland woont en hij heeft hem verzocht de beslagvrije voet aan te passen. Klager heeft bij zijn e-mail een uittreksel van het GBA gevoegd.

-                     Klager heeft de gerechtsdeurwaarder per e-mail van op 4 en 20 januari 2010 nogmaals dringend verzocht de beslagvrije voet aan te passen en de inhoudingen over december en januari aan hem te retourneren.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ondanks zijn tijdige en dringende verzoeken niet tijdig de beslagvrije voet heeft aangepast, te veel heeft ingehouden en dat niet heeft teruggestort.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder stelt dat klager op 24 december 2009 en 5 januari 2010 niet stond ingeschreven in het GBA en dat hij daar pas op 16 januari 2010 met terugwerkende kracht is ingeschreven. De beslagvrije voet is daarop op 22 januari 2010 aangepast en op 2 februari 2010 is een bedrag van € 1.380,00 aan klager gerestitueerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Ter zitting is gebleken dat pas bij de controle op 16 januari 2010 de gerechtsdeurwaarder is gebleken dat klager met terugwerkende kracht vanaf 7 december 2009 is ingeschreven. Dit mag zo zijn, het had toch op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen nadat klager hem van de inschrijving op de hoogte had gesteld, om met de gemeente van inschrijving contact op te nemen of klager daar inderdaad een aanvraag had ingediend tot inschrijving en hoelang het zou duren voor die inschrijving verwerkt zou zijn. Echter, mede gelet op de toelichting die de gerechtsdeurwaarder verder nog op de zitting heeft gegeven, welke toelichting door klager niet is weersproken, is het de Kamer niet gebleken dat er klachtwaardig is gehandeld. De klacht is daarom ongegrond.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.