ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0479 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 658.2009

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0479
Datum uitspraak: 18-05-2010
Datum publicatie: 17-09-2010
Zaaknummer(s): 658.2009
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over openbare betekening dagvaarding. Klacht wordt ongegrond verklaard. Daarnaast bestaat er onduidelijkheid over eventuele verwevenheid tussen de gerechtsdeurwaarders en een incassobureau. De gerechtsdeurwaarders worden in de gelegenheid gesteld de stelling dat er geen samenwerkingsovereenkomst tussen hen bestaat nader te onderbouwen. De gerechtsdeurwaarders slagen daarin en dit klachtonderdeel wordt bij eindbeslissing van 14 september 2010 ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Tussenbeslissing van 18 mei 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 658.2009 ingesteld door:

1. [     ],

2. [     ],

beiden wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

[     ] en [     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 25 oktober 2009, ingekomen op 28 oktober 2009, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 17 december 2009, ingekomen op 22 december 2009, hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 6 april 2010, waarbij klaagster sub 2 (mede namens klager sub 1) en gerechtsdeurwaarder sub 2 (mede namens de andere gerechtsdeurwaarders) verschenen zijn.

1. De feiten

Een van de gerechtsdeurwaarders heeft op 30 maart 2009 conservatoir beslag gelegd ten laste van klager sub 1. Na adresverificatie heeft een van de gerechtsdeurwaarders het proces-verbaal van het gelegde beslag op 3 april 2009 openbaar betekend.

Op 9 april 2009 heeft een van de gerechtsdeurwaarders geprobeerd een dagvaarding in persoon aan klager sub 1 te betekenen op het adres waar klager volgens de gemeentelijke basisadministratie (GBA) het laatst stond ingeschreven. Bij exploot van 14 april 2009 heeft gerechtsdeurwaarder Venhorst de dagvaarding openbaar betekend.

2. De klacht

2.1 Klager sub 1 verwijt de gerechtsdeurwaarders ten onrechte de dagvaarding openbaar te hebben betekend. Klager sub 1 verwijst naar een door hem overgelegd uittreksel uit de GBA waaruit blijkt dat hij op 6 april 2009 een bekende woonplaats in Nederland had. Door openbare betekening is klager sub 1 bij verstek veroordeeld en hebben de gerechtsdeurwaarders onnodig gegevens van hem bekend gemaakt. Hierdoor zijn klager en zijn echtgenote beschadigd en is hun privacy geschonden.

2.2 Klaagster sub 2 klaagt daarnaast over het feit dat zij op dinsdag 29 september 2009 op intimiderende wijze is benaderd door een persoon genaamd [     ]. Deze heeft die dag ’s avonds omstreeks half negen bij haar aangebeld en heeft medegedeeld dat hij deurwaarder was. Hij kwam een brief afgeven die was geadresseerd aan haar en haar echtgenoot. In de brief worden zij gesommeerd tot betaling van een bedrag waarvoor haar echtgenoot is veroordeeld. Haar werd aangeraden het bedrag te betalen om een openbare verkoop van het huis te voorkomen want dat stond ook op haar naam. De brief was op briefpapier van [     ] incasso en advies gevestigd te [     ]. Dat bedrijf werkt met de gerechtsdeurwaarders samen. Beide kantoren zijn op hetzelfde adres gevestigd. De heer [     ] valt te verwijten dat deze zich niet heeft gelegitimeerd, zo laat aan de deur is geweest, een brief persoonlijk heeft afgegeven zonder dat het vonnis is betekend en onjuiste voorlichting heeft verstrekt over het in te stellen rechtsmiddel. Als laatste wordt de gerechtsdeurwaarders verweten dat zij samenwerken met een dergelijk bureau.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht bestreden. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De gerechtsdeurwaarders hebben ter zitting onweersproken gesteld dat zij na 30 maart 2009 het adres van klagers bij de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente [     ] hebben geverifieerd. Daardoor staat vast binnen 14 dagen voorafgaand aan de openbare betekening van de dagvaarding op 14 april 2009 een  adresverificatie heeft plaatsgevonden. De gerechtsdeurwaarders hebben daarmee correct gehandeld. Klager heeft zich pas op 6 april 2009 op het adres [     ] in [     ] ingeschreven. Volgens de verificatie die de gerechtdeurwaarders hebben verricht had klager zich laten uitschrijven naar [     ] in [     ]. De gerechtsdeurwaarders hebben de dagvaarding dus terecht in het openbaar betekend.

4.3 Zoals hiervoor sub 4.1 is overwogen heeft de Kamer tot taak het handelen van gerechtsdeurwaarders te beoordelen. Voor zover de klacht zich richt tegen de heer       [     ] , is de beoordeling van dat handelen dan ook niet aan het oordeel van de Kamer onderworpen.

4.4 De Kamer acht zich voorts thans nog niet volledig door de gerechtsdeurwaarders voorgelicht. De Kamer houdt de behandeling van de zaak daarom aan.

4.5 De gerechtsdeurwaarders hebben in hun verweerschrift gesteld dat er tussen [     ] en hun kantoor geen samenwerkingsovereenkomst bestaat. Er bestaat volgens hen geen juridische of vennootschappelijke verbondenheid. Dit is echter niet in overeenstemming met de informatie die op de website van [     ] in ieder geval tot voor kort te vinden was. Volgens klagers heeft een medewerker van [     ] die indruk ook gewekt toen hij op 29 september 2009 aan de deur kwam.

4.6 Gerechtsdeurwaarder [     ] heeft ter zitting verklaard dat de heer [     ] die namens [     ] aan de deur is geweest, [     ] heeft opgericht samen met gerechtsdeurwaarder    [     ]. De laatste is sinds begin 2007 geen aandeelhouder of bestuurder meer. [     ] heeft op 1 december 2006 zijn eigen gerechtsdeurwaarderskantoor opgericht. [     ] en [     ] en [     ] zitten nog wel in hetzelfde bedrijfsgebouw. In tijden van grote drukte was er over en weer een soort waarneming van werkzaamheden. Nu zijn er medewerkers die gesprekken zelfstandig kunnen voeren. De gerechtsdeurwaarder heeft echter toegegeven dat het door klagers bij hun klacht aangehaalde citaat van de website van [     ] wel de indruk wekt dat de kantoren nog altijd samenwerken.

4.7 De Kamer acht het daarom gewenst dat de gerechtsdeurwaarders in de gelegenheid worden gesteld om hun stelling, dat er thans tussen hun kantoor en dat van [     ] geen juridische of vennootschappelijke verbondenheid bestaat nader te onderbouwen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     stelt de gerechtsdeurwaarders in de gelegenheid tot twee weken na de verzending van deze beslissing tot het geven van nadere informatie over hetgeen hiervoor sub 4.4 is overwogen;

-                     bepaalt dat hoger beroep tegen deze beslissing slechts openstaat tegelijkertijd met hoger beroep tegen de eindbeslissing;

-                     houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J.

Hage en M. Colijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 mei 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.