ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0478 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 112.2010verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0478
Datum uitspraak: 18-05-2010
Datum publicatie: 17-09-2010
Zaaknummer(s): 112.2010verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Kauwgum kauwende gerechtsdeurwaarder die zich niet heeft voorgesteld als zodanig. De voorzitter is in zijn beslissing niet op dit punt ingegaan. De Kamer acht dit onzorgvuldig, vernietigt de beslissing van de voorzitter en verklaart de klacht op dit punt gegrond. Er wordt geen maatregel opgelegd vanwege gemaakte excuses.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 18 mei 2010 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 112.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 2 februari 2010 (zaaknummer 526.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 9 februari 2010 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 11 februari 2010 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 6 april 2010. Beide partijen hebben laten weten niet te zullen verschijnen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 18 mei 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter, omdat de gerechtsdeurwaarder zich bij de betekening wel degelijk in hoge mate onbeschoft heeft gedragen. Hij heeft bijvoorbeeld niet gezegd dat hij een gerechtsdeurwaarder was en hij stond kauwgum kauwend voor de deur.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klaagster verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze zich bij de betekening van de akte van geldlening op 7 augustus 2009 in hoge mate onbeschoft heeft gedragen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is, omdat de gerechtsdeurwaarder de stellingen van klaagster gemotiveerd heeft betwist en klaagster gelet op dat verweer onvoldoende aan haar klacht ten grondslag heeft gelegd.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Klaagster heeft aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder in zijn verweer niet heeft weersproken dat hij bij de betekening zich niet heeft voorgesteld en dat hij daarbij kauwgum kauwde. De voorzitter is hier in de beslissing niet op ingegaan. De Kamer volgt klaagster in dit opzicht en zal het verzet tegen de beslissing van de voorzitter op dit punt dan ook gegrond verklaren.

6.2 De Kamer komt vervolgens toe aan de behandeling van de klacht. De gerechtsdeurwaarder heeft niet weersproken dat hij zich bij de betekening niet heeft voorgesteld en dat hij kauwgum kauwde. De kamer acht dit onzorgvuldig. Klaagster heeft voor het overige haar klacht niet voldoende onderbouwd dan wel voldoende aannemelijk gemaakt.  

6.3 De Kamer acht de klacht daarom deels gegrond maar ziet in de gegeven omstandigheden geen aanleiding om een maatregel op te leggen. Mede omdat de gerechtsdeurwaarder in zijn e-mail van 21 augustus 2009 heeft meegedeeld dat hij het betreurt dat klaagster zich niet op de juiste wijze behandeld voelt en dat dit geenszins zijn intentie is geweest.

6.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht deels gegrond;

-        ziet voor het gegronde deel van de klacht van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en M. Colijn (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 mei 2010 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.